De Partijen bij dit Verdrag,
Zich bewust van de noodzaak tot behoud van het milieu in het algemeen en van het mariene
milieu in het bijzonder,
Erkennende de ernstige bedreiging voor het mariene milieu, gevormd door voorvallen
van olieverontreiniging waarbij schepen, offshore-installaties, zeehavens en inrichtingen
voor de overslag van olie zijn betrokken,
Indachtig het belang in eerste instantie van voorzorgsmaatregelen en preventie ter
vermijding van olieverontreiniging, alsmede de noodzaak van een strikte toepassing
van de bestaande internationale overeenkomsten ter zake van de veiligheid op zee en
de voorkoming van verontreiniging van de zee, in het bijzonder het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974, zoals gewijzigd, en het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen van 1973, zoals
gewijzigd bij het daarop betrekking hebbende Protocol van 1978, zoals gewijzigd, alsmede de spoedige ontwikkeling van verscherpte normen voor het
ontwerp, de exploitatie en het onderhoud van schepen die olie vervoeren en van offshore-installaties,
Tevens indachtig het feit dat bij een voorval van olieverontreiniging onmiddellijk
en doeltreffend optreden noodzakelijk is om de schade die uit een dergelijk voorval
kan voortvloeien tot een minimum te beperken,
De nadruk leggend op het belang van een doeltreffende voorbereiding op de bestrijding
van voorvallen van olieverontreiniging en de belangrijke rol die de olie- en de scheepvaart-industrie
daarbij kunnen vervullen,
Voorts erkennende het belang van wederzijdse bijstand en internationale samenwerking
met betrekking tot zaken als de uitwisseling van informatie betreffende de mogelijkheden
van Staten om op te treden bij voorvallen van olieverontreiniging, de opstelling van
rampenplannen voor olieverontreiniging, de uitwisseling van meldingen van voorvallen
van betekenis die het mariene milieu of de kust en daarmee samenhangende belangen
van Staten kunnen aantasten, alsmede het onderzoek naar en de ontwikkeling van middelen
ter bestrijding van olieverontreiniging in het mariene milieu,
Gelet op het beginsel „de vervuiler betaalt" als algemeen beginsel van internationaal
milieurecht,
Tevens gelet op het belang van internationale overeenkomsten inzake aansprakelijkheid
en vergoeding van schade door olieverontreiniging, waaronder het Internationaal Verdrag
inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie
(CLC) van 1969 en het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal
Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (FUND) van 1971 en
de dwingende noodzaak van spoedige inwerkingtreding van de Protocollen van 1984 bij
deze verdragen,
Voorts gelet op het belang van bilaterale en multilaterale overeenkomsten en akkoorden,
met inbegrip van regionale verdragen en overeenkomsten,
Indachtig de desbetreffende bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, in het bijzonder Deel XII daarvan,
Zich bewust van de noodzaak de internationale samenwerking te bevorderen en de bestaande
nationale, regionale en mondiale mogelijkheden ter zake van de voorbereiding op en
de bestrijding van olieverontreiniging te verbeteren, rekening houdend met de bijzondere
behoeften van de ontwikkelingslanden en in het bijzonder van kleine eilandstaten,
Overwegende dat deze doelstellingen het best kunnen worden verwezenlijkt door middel
van het sluiten van een Internationaal Verdrag inzake de voorbereiding op, de bestrijding
van en de samenwerking bij olieverontreiniging,
Zijn het volgende overeengekomen: