Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Koeweit, Koeweit, 29-10-1983

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-09-1984 t/m heden

Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Koeweit

Authentiek : NL

Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Koeweit

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Staat Koeweit (hierna te noemen „de Overeenkomstsluitende Partijen),

Indachtig de reeds bestaande vriendschappelijke betrekkingen tussen de twee landen en hun volken;

Geleid door de wens deze vriendschappelijke betrekkingen op basis van gelijkheid en tot wederzijds voordeel te verstevigen en te bevorderen;

De voordelen erkennend die door de twee landen kunnen worden behaald uit nauwere economische en technologische samenwerking,

Zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1

De Overeenkomstsluitende Partijen streven ernaar, binnen het kader van hun onderscheiden wetten en voorschriften en met inachtneming van hun internationale verplichtingen, op basis van wederzijds voordeel de economische en technologische samenwerking tussen de twee landen te bevorderen op de gebieden, die bijdragen tot de ontwikkeling van hun economie.

Artikel 2

In het bijzonder moedigen de Overeenkomstsluitende Partijen de economische en technologische samenwerking aan tussen de onderdanen (rechtspersonen en andere organisaties daaronder begrepen) van de twee landen overeenkomstig de in de twee landen van kracht zijnde wetten en voorschriften.

Artikel 3

De economische en technologische samenwerking tussen de twee landen betreft in het algemeen handelsbetrekkingen, industrie, mijnbouw, energie, ontginning van land- en waterbronnen, landbouw, plattelandsontwikkeling, vervoersinfrastructuur, toerisme, verbindingen, openbare werken en andere tussen de Overeenkomstsluitende Partijen overeengekomen terreinen, met inachtneming van zowel de voordelen voor als de relatieve mogelijkheden van de onderscheiden landen.

Artikel 4

De Overeenkomstsluitende Partijen bevorderen, binnen hun mogelijkheden en overeenkomstig hun onderscheiden wetten en voorschriften, de technologische samenwerking tussen de twee landen door middel van projecten en ondernemingen waarin de economische samenwerking tussen hun onderscheiden onderdanen (rechtspersonen en andere organisaties daaronder begrepen) zal worden op gang gebracht of verbeterd.

Deze samenwerking kan onder meer omvatten:

  • i) de uitwisseling van technische kennis en technische informatie;

  • ii) de uitwisseling van stagiair(e)s;

  • iii) bezoeken en studiereizen van specialisten en technici;

  • iv) het organiseren van opleidingscursussen, bijeenkomsten en overlegmogelijkheden voor deskundigen;

  • v) alle andere vormen van technologische samenwerking als onderling overeen mocht worden gekomen.

Artikel 5

Op basis van deze Overeenkomst bereiken de bevoegde autoriteiten van de twee landen, waar dienstig, overeenstemming omtrent specifieke regelingen met betrekking tot de in de voorgaande artikelen bedoelde samenwerking, met begrip van door geïnteresseerde partijen van de twee landen uit te voeren specifieke projecten.

Artikel 6

De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen een Gemengde Commissie voor economische en technologische samenwerking in te stellen ter vergemakkelijking van de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst en ter verdere uitbreiding van de economische en technologische samenwerking tussen de twee landen.

De Gemengde Commissie komt bijeen op verzoek van een der beide Overeenkomstsluitende Partijen, beurtelings in Koeweit en in 's-Gravenhage.

Artikel 7

Elke Overeenkomstsluitende Partij kan de andere Overeenkomstsluitende Partij wijzigingen van deze Overeenkomst voorstellen. Overeengekomen wijzigingen treden in werking op de datum waarop de Overeenkomstsluitende Partijen elkander in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun constitutionele procedures.

Artikel 8

Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgend op de maand waarin de twee Overeenkomstsluitende Partijen elkander ervan in kennis hebben gesteld dat de hiertoe vereiste binnenlandse procedures zijn voltooid, en is geldig voor vijf jaar, automatisch te verlengen voor een volgend tijdvak of volgende tijdvakken van vijf jaar, tenzij een van de beide Overeenkomstsluitende Partijen de andere Overeenkomstsluitende Partij in kennis stelt van haar wens, de Overeenkomst te beëindigen. Deze kennisgeving geschiedt bij schriftelijke nota, langs diplomatieke weg te zenden, ten minste zes maanden voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de Overeenkomst.

De beëindiging van deze Overeenkomst beëindigt niet de specifieke regelingen bedoeld in artikel 5.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende vertegenwoordigers, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GETEKEND te Koeweit, op 29 oktober 1983 in twee oorspronkelijke exemplaren in de Nederlandse, de Arabische en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

In geval van geschillen betreffende de uitlegging is de Engelse tekst doorslaggevend.

Voor de Regering van het

Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) F. BOLKESTEIN

F. Bolkestein

Minister voor Buitenlandse

Handel

Voor de Regering van de

Staat Koeweit,

(w.g.) JASEM KHALEDAL-MARZOOK

Jasem Khaled AL-Marzook

Minister voor Handel en Industrie

(w.g.) H. G. A. ELINK SCHUURMAN

H. G. A. Elink Schuurman

Buitengewoon en Gevolmachtigd

Ambassadeur te Koeweit

Naar boven