Preambule
[Treedt in werking per 01-06-2007]
Het Koninkrijk der Nederlanden,
en
Oekraïne,
hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
gelet op het belang van een juiste vaststelling van de douanerechten en van het waarborgen
van een juiste handhaving door hun douaneadministraties van verboden, beperkingen
en controlemaatregelen met betrekking tot bepaalde goederen;
overwegend dat inbreuken op de douanewetgeving, met inbegrip van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten,
schadelijk zijn voor de economische, fiscale, sociale en culturele belangen en de
belangen op het gebied van de volksgezondheid, veiligheid en handel van de Verdragsluitende
Partijen;
overwegend dat de illegale grensoverschrijdende handel in wapens, explosieven, chemische,
biologische en nucleaire stoffen alsmede in verdovende middelen, psychotrope stoffen
en precursoren een gevaar voor de samenleving vormt;
erkennend de noodzaak van internationale samenwerking ter zake van aangelegenheden
die verband houden met de toepassing en handhaving van hun douanewetgeving;
ervan overtuigd dat het optreden tegen inbreuken op de douanewetgeving doeltreffender
kan worden door middel van nauwe samenwerking tussen hun douaneadministraties op basis
van wederzijds overeengekomen internationaalrechtelijke bepalingen;
gelet op de Aanbeveling inzake wederzijdse administratieve bijstand, de Verklaring
inzake verbetering van douanesamenwerking en wederzijdse administratieve bijstand
(Verklaring van Cyprus) en de Resolutie inzake veiligheid en facilitatie van de internationale
logistieke keten, aangenomen door de Internationale Douaneraad, tegenwoordig bekend
als de Werelddouaneorganisatie, in respectievelijk december 1953, juli 2000 en juni
2002;
gelet op internationale verdragen die verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen
met betrekking tot bepaalde goederen bevatten;
tevens gelet op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde
Naties van 1948;
zijn het volgende overeengekomen:
HOOFDSTUK III. INFORMATIE
[Treedt in werking per 01-06-2007]
Artikel 3. Informatie voor de toepassing en handhaving van de douanewetgeving
[Treedt in werking per 01-06-2007]
-
1 De douaneadministraties verstrekken elkaar, op verzoek of uit eigen beweging, informatie
ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving, met het oog op het voorkomen,
onderzoeken en bestrijden van inbreuken op die wetgeving, alsmede om de veiligheid
van de internationale logistieke keten te waarborgen. Deze informatie kan betrekking
hebben op:
-
a. nieuwe wetshandhavingstechnieken die hun doeltreffendheid hebben bewezen;
-
b. nieuwe trends, middelen of werkwijzen betreffende het maken van inbreuken op de douanewetgeving;
-
c. goederen waarvan bekend is dat zij worden gebruikt voor het maken van inbreuken op
de douanewetgeving, alsmede de voor deze goederen toegepaste vervoer- en opslagmethoden;
-
d. personen van wie bekend is dat zij een inbreuk op de douanewetgeving hebben gemaakt
of van wie wordt vermoed dat zij een inbreuk op de douanewetgeving gaan maken;
-
e. alle andere gegevens die de douaneadministraties van nut kunnen zijn bij de risicobeoordeling
voor controle- en facilitatiedoeleinden.
Artikel 4. Informatie met betrekking tot inbreuken op de douanewetgeving
[Treedt in werking per 01-06-2007]
-
1 De douaneadministratie van een Verdragsluitende Partij verstrekt, op verzoek of uit
eigen beweging, informatie aan de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende
Partij over voorgenomen, lopende of voltooide activiteiten die een inbreuk op de douanewetgeving
van de andere Verdragsluitende Partij lijken te vormen.
-
2 In gevallen die aanzienlijke schade voor de economie, volksgezondheid, veiligheid,
met inbegrip van de veiligheid van de internationale logistieke keten, of voor andere
vitale belangen van een Verdragsluitende Partij met zich kunnen brengen, verstrekt
de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende Partij, waar mogelijk, uit eigen
beweging en onverwijld zulke informatie.
Artikel 5. Informatie over de rechtmatigheid van de invoer of uitvoer van goederen
[Treedt in werking per 01-06-2007]
Op verzoek stelt de aangezochte administratie de verzoekende administratie ervan op
de hoogte:
-
a. of goederen die werden uitgevoerd uit het grondgebied van de verzoekende Verdragsluitende
Partij op rechtmatige wijze zijn ingevoerd in het grondgebied van de aangezochte Verdragsluitende
Partij en onder welke douaneregeling de goederen eventueel zijn geplaatst;
-
b. of goederen die zijn ingevoerd in het grondgebied van de verzoekende Verdragsluitende
Partij op rechtmatige wijze werden uitgevoerd uit het grondgebied van de aangezochte
Verdragsluitende Partij.
Artikel 6. Automatisch verstrekken van informatie
[Treedt in werking per 01-06-2007]
De douaneadministraties kunnen elkaar, door middel van een wederzijdse regeling overeenkomstig
artikel 20 van dit Verdrag, informatie die onder dit Verdrag valt op een automatische
wijze verstrekken.
Artikel 7. Vooraf verstrekken van informatie
[Treedt in werking per 01-06-2007]
De douaneadministraties kunnen elkaar, door middel van een wederzijdse regeling overeenkomstig
artikel 20 van dit Verdrag, specifieke informatie verstrekken voorafgaand aan de aankomst
van zendingen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij.
HOOFDSTUK IV. BIJZONDERE VORMEN VAN BIJSTAND
[Treedt in werking per 01-06-2007]
Artikel 8. Invordering van douanevorderingen
[Treedt in werking per 01-06-2007]
Artikel 9. Toezicht en informatie
[Treedt in werking per 01-06-2007]
-
2 De douaneadministratie van een Verdragsluitende Partij kan uit eigen beweging dergelijk
toezicht houden en dergelijke informatie aan de douaneadministratie van de andere
Verdragsluitende Partij verstrekken indien zij redenen heeft om aan te nemen dat voorgenomen,
lopende of voltooide activiteiten een inbreuk op de douanewetgeving van de andere
Verdragsluitende Partij lijken te vormen.
Artikel 10. Gecontroleerde aflevering
[Treedt in werking per 01-06-2007]
De douaneadministraties kunnen, in overeenstemming met hun nationale wettelijke en
administratieve bepalingen, door middel van een wederzijdse regeling, toestemming
verlenen voor de onder hun toezicht verrichte invoer in, uitvoer uit of doorvoer via
hun respectieve nationale grondgebieden van goederen die betrokken zijn bij ongeoorloofde
handel om deze ongeoorloofde handel tegen te gaan. Indien de douaneadministratie niet
bevoegd is bedoelde toestemming te verlenen, tracht die administratie samenwerking
te bewerkstelligen met de nationale autoriteiten die daartoe wel bevoegd zijn of draagt
zij de zaak aan hen over.
Artikel 11. Deskundigen en getuigen
[Treedt in werking per 01-06-2007]
De aangezochte administratie kan, op verzoek, functionarissen machtigen ter zake van
de uitvoering van de douanewetgeving als deskundige of getuige te verschijnen voor
een rechtscollege van de verzoekende Verdragsluitende Partij.
HOOFDSTUK VI. UITVOERING VAN VERZOEKEN
[Treedt in werking per 01-06-2007]
Artikel 13. Vergaren van informatie
[Treedt in werking per 01-06-2007]
-
2 Indien de aangezochte administratie niet de bevoegde autoriteit is om een onderzoek
in te stellen om de verzochte informatie te vergaren, kan zij, naast het aanwijzen
van de bevoegde autoriteit, het verzoek aan die autoriteit doorzenden.
Artikel 14. Aanwezigheid van functionarissen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende
Partij
[Treedt in werking per 01-06-2007]
Door de verzoekende administratie aangewezen functionarissen kunnen, met instemming
van de aangezochte administratie en onder voorwaarden die laatstgenoemde hieraan kan
verbinden, ten behoeve van onderzoek naar een inbreuk op de douanewetgeving, op verzoek:
-
a. ten kantore van de aangezochte administratie documenten en alle andere informatie
met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving onderzoeken, en daarvan afschriften
verkrijgen;
-
b. aanwezig zijn bij een door de aangezochte administratie geleid onderzoek op het grondgebied
van de aangezochte Verdragsluitende Partij dat van belang is voor de verzoekende administratie;
deze ambtenaren zullen uitsluitend een adviserende rol hebben.
Artikel 15. Aanwezigheid van functionarissen van de verzoekende Verdragsluitende Partij
op uitnodiging van de aangezochte administratie
[Treedt in werking per 01-06-2007]
Indien de aangezochte administratie het wenselijk acht dat functionarissen van de
verzoekende Verdragsluitende Partij aanwezig zijn wanneer, overeenkomstig een verzoek,
bijstandsmaatregelen worden uitgevoerd, kan zij de verzoekende administratie uitnodigen
daartoe functionarissen ter beschikking te stellen, met inachtneming van alle door
haar daaraan verbonden voorwaarden.
Artikel 16. Bepalingen ten aanzien van bezoekende functionarissen
[Treedt in werking per 01-06-2007]
-
2 Functionarissen van de ene Verdragsluitende Partij genieten, gedurende hun verblijf
uit hoofde van dit Verdrag op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij,
de bescherming die wordt toegekend aan douaneambtenaren van de andere Verdragsluitende
Partij voorzover dit uit hoofde van de wettelijke en administratieve bepalingen van
die Verdragsluitende Partij mogelijk is en zij zijn verantwoordelijk voor de strafbare
feiten die zij eventueel begaan.