Het Koninkrijk der Nederlanden,
en
Oekraïne,
hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
gelet op het belang van een juiste vaststelling van de douanerechten en van het waarborgen
van een juiste handhaving door hun douaneadministraties van verboden, beperkingen
en controlemaatregelen met betrekking tot bepaalde goederen;
overwegend dat inbreuken op de douanewetgeving, met inbegrip van inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten,
schadelijk zijn voor de economische, fiscale, sociale en culturele belangen en de
belangen op het gebied van de volksgezondheid, veiligheid en handel van de Verdragsluitende
Partijen;
overwegend dat de illegale grensoverschrijdende handel in wapens, explosieven, chemische,
biologische en nucleaire stoffen alsmede in verdovende middelen, psychotrope stoffen
en precursoren een gevaar voor de samenleving vormt;
erkennend de noodzaak van internationale samenwerking ter zake van aangelegenheden
die verband houden met de toepassing en handhaving van hun douanewetgeving;
ervan overtuigd dat het optreden tegen inbreuken op de douanewetgeving doeltreffender
kan worden door middel van nauwe samenwerking tussen hun douaneadministraties op basis
van wederzijds overeengekomen internationaalrechtelijke bepalingen;
gelet op de Aanbeveling inzake wederzijdse administratieve bijstand, de Verklaring
inzake verbetering van douanesamenwerking en wederzijdse administratieve bijstand
(Verklaring van Cyprus) en de Resolutie inzake veiligheid en facilitatie van de internationale
logistieke keten, aangenomen door de Internationale Douaneraad, tegenwoordig bekend
als de Werelddouaneorganisatie, in respectievelijk december 1953, juli 2000 en juni
2002;
gelet op internationale verdragen die verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen
met betrekking tot bepaalde goederen bevatten;
tevens gelet op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde
Naties van 1948;
zijn het volgende overeengekomen:
HOOFDSTUK IV. BIJZONDERE VORMEN VAN BIJSTAND
Artikel 8. Invordering van douanevorderingen
Artikel 9. Toezicht en informatie
-
2 De douaneadministratie van een Verdragsluitende Partij kan uit eigen beweging dergelijk
toezicht houden en dergelijke informatie aan de douaneadministratie van de andere
Verdragsluitende Partij verstrekken indien zij redenen heeft om aan te nemen dat voorgenomen,
lopende of voltooide activiteiten een inbreuk op de douanewetgeving van de andere
Verdragsluitende Partij lijken te vormen.
Artikel 10. Gecontroleerde aflevering
De douaneadministraties kunnen, in overeenstemming met hun nationale wettelijke en
administratieve bepalingen, door middel van een wederzijdse regeling, toestemming
verlenen voor de onder hun toezicht verrichte invoer in, uitvoer uit of doorvoer via
hun respectieve nationale grondgebieden van goederen die betrokken zijn bij ongeoorloofde
handel om deze ongeoorloofde handel tegen te gaan. Indien de douaneadministratie niet
bevoegd is bedoelde toestemming te verlenen, tracht die administratie samenwerking
te bewerkstelligen met de nationale autoriteiten die daartoe wel bevoegd zijn of draagt
zij de zaak aan hen over.
Artikel 11. Deskundigen en getuigen
De aangezochte administratie kan, op verzoek, functionarissen machtigen ter zake van
de uitvoering van de douanewetgeving als deskundige of getuige te verschijnen voor
een rechtscollege van de verzoekende Verdragsluitende Partij.
HOOFDSTUK VI. UITVOERING VAN VERZOEKEN
Artikel 13. Vergaren van informatie
-
2 Indien de aangezochte administratie niet de bevoegde autoriteit is om een onderzoek
in te stellen om de verzochte informatie te vergaren, kan zij, naast het aanwijzen
van de bevoegde autoriteit, het verzoek aan die autoriteit doorzenden.
Artikel 14. Aanwezigheid van functionarissen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende
Partij
Door de verzoekende administratie aangewezen functionarissen kunnen, met instemming
van de aangezochte administratie en onder voorwaarden die laatstgenoemde hieraan kan
verbinden, ten behoeve van onderzoek naar een inbreuk op de douanewetgeving, op verzoek:
-
a. ten kantore van de aangezochte administratie documenten en alle andere informatie
met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving onderzoeken, en daarvan afschriften
verkrijgen;
-
b. aanwezig zijn bij een door de aangezochte administratie geleid onderzoek op het grondgebied
van de aangezochte Verdragsluitende Partij dat van belang is voor de verzoekende administratie;
deze ambtenaren zullen uitsluitend een adviserende rol hebben.
Artikel 15. Aanwezigheid van functionarissen van de verzoekende Verdragsluitende Partij
op uitnodiging van de aangezochte administratie
Indien de aangezochte administratie het wenselijk acht dat functionarissen van de
verzoekende Verdragsluitende Partij aanwezig zijn wanneer, overeenkomstig een verzoek,
bijstandsmaatregelen worden uitgevoerd, kan zij de verzoekende administratie uitnodigen
daartoe functionarissen ter beschikking te stellen, met inachtneming van alle door
haar daaraan verbonden voorwaarden.
Artikel 16. Bepalingen ten aanzien van bezoekende functionarissen
-
2 Functionarissen van de ene Verdragsluitende Partij genieten, gedurende hun verblijf
uit hoofde van dit Verdrag op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij,
de bescherming die wordt toegekend aan douaneambtenaren van de andere Verdragsluitende
Partij voorzover dit uit hoofde van de wettelijke en administratieve bepalingen van
die Verdragsluitende Partij mogelijk is en zij zijn verantwoordelijk voor de strafbare
feiten die zij eventueel begaan.