HOOFDSTUK II. MAATREGELEN TE NEMEN OP NATIONAAL NIVEAU
Artikel 2. Actieve omkoping van nationale arbiters
Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn
om overeenkomstig haar interne recht als strafbaar feit aan te merken, wanneer opzettelijk
gepleegd, het beloven, aanbieden of geven, rechtstreeks of indirect, van elk onverschuldigd
voordeel aan een arbiter die zijn of haar taken uitoefent volgens het nationale recht
inzake arbitrage van de Partij, voor hemzelf, haarzelf of voor iemand anders, opdat
hij of zij een handeling verricht of nalaat te verrichten in de uitoefening van zijn
of haar taken.
Artikel 3. Passieve omkoping van nationale arbiters
Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn
om overeenkomstig haar interne recht als strafbaar feit aan te merken, wanneer opzettelijk
gepleegd, het vragen of ontvangen door een arbiter die zijn of haar taken uitoefent
volgens het nationale recht inzake arbitrage van de Partij, rechtstreeks of indirect,
van elk onverschuldigd voordeel, voor hemzelf, haarzelf of voor iemand anders, of
het aanvaarden van het aanbod of de belofte daarvan, om een handeling te verrichten
of na te laten te verrichten in de uitoefening van zijn of haar taken.
Artikel 4. Omkoping van buitenlandse arbiters
Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn
om overeenkomstig haar interne recht als strafbaar feit aan te merken de gedragingen,
bedoeld in de artikelen 2 en 3, wanneer daarbij een arbiter betrokken is die zijn
of haar taken uitoefent volgens het nationale recht inzake arbitrage van enige andere
staat.
Artikel 5. Omkoping van nationale juryleden
Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn
om overeenkomstig haar interne recht als strafbaar feit aan te merken de gedragingen,
bedoeld in de artikelen 2 en 3, wanneer daarbij een persoon betrokken is die binnen
haar rechtssysteem optreedt als jurylid.
Artikel 6. Omkoping van buitenlandse juryleden
Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig blijken te zijn
om overeenkomstig haar interne recht als strafbaar feit aan te merken de gedragingen,
bedoeld in de artikelen 2 en 3, wanneer daarbij een persoon betrokken is die binnen
het rechtssysteem van enige andere staat optreedt als jurylid.