-
a. „grondgebied", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden: het grondgebied
van het Koninkrijk in Europa; met betrekking tot de Republiek Estland: het grondgebied
van de Republiek Estland;
-
b. „bevoegde autoriteit", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, de minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland; met betrekking tot de Republiek
Estland, het ministerie van Sociale Zaken van Estland;
-
c. „bevoegd orgaan", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de
takken van sociale verzekering bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b en c:
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; met betrekking tot de takken van
sociale verzekering bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d, e en f: de Sociale
Verzekeringsbank; met betrekking tot de Republiek Estland: de Nationale Sociale verzekeringsadministratie
(met betrekking tot sociale verzekering en binnen haar bevoegdheid) en het Estse Ziekteverzekeringsfonds
(met betrekking tot ziekte- en moederschapsuitkeringen); of elke organisatie bevoegd
tot het uitvoeren van een taak die momenteel wordt uitgevoerd door voornoemde organen;
-
d. „instanties", alle organisaties die betrokken zijn bij de uitvoering van dit Verdrag,
met inbegrip van onder meer de bevolkingsregisters, geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters,
belastingautoriteiten, arbeidsbureaus, scholen en andere onderwijsinstellingen, handelsautoriteiten,
politie, gevangeniswezen en immigratiediensten;
-
e. „wetgeving", de wetgeving met betrekking tot de takken van sociale verzekering genoemd
in artikel 2;
-
f. „uitkering", elke uitkering in geld of elk pensioen krachtens de wetgeving;
-
g. „uitkeringsgerechtigde", een persoon die een uitkering aanvraagt of recht heeft op
een uitkering;
-
h. „gezinslid", een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt door de wetgeving;
-
i. „wonen", gewoonlijk wonen;
-
j. „verblijven", tijdelijk wonen.