Met inachtneming van mogelijke voorbehouden, opmerkingen of standpunten, naargelang
van het geval, bij of ten aanzien van het OESO model belastingverdrag of het commentaar
daarbij van een van de twee Staten, leggen de beide Staten de bepalingen van het Verdrag die gelijk zijn of in hoofdzaak gelijk zijn aan de bepalingen van het OESO-model
belastingverdrag inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen uit
overeenkomstig het commentaar van de OESO op deze bepalingen op het tijdstip van ondertekening
van het Verdrag en overeenkomstig latere wijzigingen ter verduidelijking van dit commentaar
van de OESO. De beide Staten leggen met name het in het Verdrag gebezigde begrip „uiteindelijk
gerechtigde” uit overeenkomstig de uitlegging daarvan die door de OESO is gepubliceerd
op het tijdstip van ondertekening van het Verdrag en overeenkomstig latere wijzigingen
ter verduidelijking van een dergelijke uitlegging door de OESO.
In geval een lichaam dat in een Staat voor de belastingheffing als een rechtspersoon
wordt behandeld en als zodanig aan belasting wordt onderworpen, doch het inkomen van
dat lichaam in de andere Staat als inkomen van de gerechtigden tot dat lichaam wordt
belast, nemen de bevoegde autoriteiten zodanige maatregelen dat aan de ene kant geen
dubbele belasting resteert, doch aan de andere kant voorkomen wordt dat slechts als
een gevolg van de toepassing van het Verdrag inkomsten (deels) niet aan belasting
worden onderworpen.
Een natuurlijke persoon die aan boord van een schip woont zonder een werkelijke woonplaats
in een van de Staten te hebben, wordt geacht inwoner te zijn van de Staat waarin het
schip zijn thuishaven heeft.
Het is wel verstaan dat vertegenwoordigingen die in Indonesië werkzaam zijn op grond
van een vergunning die is afgegeven door het Indonesische Ministerie van Financiën
of het Indonesische Ministerie van Handel, geen vaste inrichting vormen, tenzij zij
andere zakelijke werkzaamheden uitoefenen dan die welke van voorbereidende aard zijn
of het karakter van hulpwerkzaamheid hebben.
Indien een onderneming van een van de beide Staten in de andere Staat goederen of
koopwaar verkoopt of een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste
inrichting worden, voor de toepassing van artikel 7, eerste en tweede lid, de voordelen van die vaste inrichting niet bepaald op basis van het totale door
de onderneming ontvangen bedrag, doch slechts op basis van de vergoedingen die aan
de werkelijke werkzaamheden van de vaste inrichting voor die verkopen of die bedrijfsuitoefening
zijn toe te rekenen. Met name bij overeenkomsten betreffende het toezicht op, de levering,
installatie of constructie van nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke
uitrusting of gebouwen alsmede bij openbare werken, worden, indien de onderneming
een vaste inrichting heeft, de voordelen van die vaste inrichting niet bepaald op
basis van het totale bedrag van de overeenkomst, maar slechts op basis van dat deel
van de overeenkomst dat werkelijk wordt uitgevoerd door de vaste inrichting in de
Staat waar de vaste inrichting is gevestigd. De voordelen die betrekking hebben op
dat deel van de overeenkomst dat wordt uitgevoerd door het hoofdkantoor van de onderneming,
zijn slechts belastbaar in de Staat waarvan de onderneming inwoner is.
Bij de toepassing van artikel 7, derde lid, wordt geen aftrek toegestaan ter zake van bedragen – met uitzondering van die wegens
werkelijk gemaakte kosten – die door het hoofdkantoor van de onderneming of een van
haar andere kantoren aan de vaste inrichting in rekening worden gebracht als royalty's,
vergoedingen of andere soortgelijke betalingen voor het gebruik van octrooien of andere
rechten, of als commissieloon voor bepaalde diensten of voor het geven van leiding,
dan wel, behalve in het geval van een onderneming die het bankbedrijf uitoefent, als
interest op gelden die aan de vaste inrichting ter beschikking zijn gesteld. Evenmin
wordt bij het bepalen van de voordelen van een vaste inrichting rekening gehouden
met zodanige bedragen – met uitzondering van die wegens werkelijk gemaakte kosten
– die door de vaste inrichting aan het hoofdkantoor van de onderneming of een van
haar andere kantoren in rekening worden gebracht.
Het is echter wel verstaan, dat de omstandigheid dat gelieerde ondernemingen overeenkomsten
hebben afgesloten, zoals overeenkomsten tot verdeling van kosten of algemene dienstverleningsovereenkomsten,
voor of gebaseerd op de toerekening van de kosten van de leiding, de algemene beheerskosten,
de technische en zakelijke kosten, kosten voor onderzoek en ontwikkeling en andere
soortgelijke kosten, op zichzelf geen voorwaarde is als bedoeld in artikel 9, eerste lid.
Een financiële instelling zoals vermeld in artikel 11, derde lid, iii, omvat in het bijzonder: de Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden
NV en de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden NV.
-
1 Indien aan de bron belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge de bepalingen
van de artikelen 10, 11 en 12 mag worden geheven te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven
uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat
die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van drie jaar na afloop van het
kalenderjaar waarin de belasting is geheven.
Met betrekking tot artikel 12, derde lid, omvat de uitdrukking technische diensten studies of onderzoeken van wetenschappelijke,
geologische of technische aard, bouwcontracten met inbegrip van de daarbij behorende
blauwdrukken, en diensten van raadgevende of toezichthoudende aard.
Het is te verstaan dat, niettegenstaande de vierde volzin van artikel 28, eerste lid, deze personen of autoriteiten van de ontvangen inlichtingen gebruik mogen maken
voor de heffing van elke nationale belasting en in het geval van Nederland alsmede
van sociale zekerheid.
De bepalingen van artikel 28 zijn dienovereenkomstig van toepassing op inlichtingen die naar verwachting van belang
zijn voor de tenuitvoerlegging van inkomensafhankelijke regelingen indien de Nederlandse
belastingadministratie verantwoordelijk is voor de uitvoering en naleving van dergelijke
inkomensafhankelijke regelingen. Inlichtingen die uit hoofde van dit Protocol worden
verkregen worden uitsluitend gebruikt ten behoeve van het innen van bijdragen, toekennen
van voordelen of vaststellen van de omvang van deze bijdragen en voordelen die voortvloeien
uit inkomensafhankelijk regelingen.