De Belgische nationaliteit kan worden aangetoond door middel van:
-
1. een nationaliteitsbewijs, of
-
2. een afschrift van een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing waaruit
deze nationaliteit blijkt.
Zij kan aannemelijk worden gemaakt door middel van:
-
1. een paspoort of een identiteitskaart afgegeven door de Belgische autoriteiten, ook
indien deze documenten ten onrechte zijn afgegeven of niet langer dan tien jaar verlopen
zijn;
-
2. een geldige identiteitskaart voor vreemdelingen afgegeven door de bevoegde autoriteiten
in Frankrijk, Luxemburg of Zwitserland ten behoeve van Belgische onderdanen die aldaar
hun vaste verblijfplaats hebben, en waaruit de Belgische nationaliteit van de houder
blijkt;
-
3. een getuigenverklaring van een Belgische onderdaan;
-
4. een verklaring van de betrokken persoon.
De Luxemburgse nationaliteit kan worden vastgesteld aan de hand van:
Zij kan worden verondersteld aan de hand van:
-
1. een paspoort;
-
2. een identiteitskaart afgegeven door de Luxemburgse autoriteiten waarvan de geldigheidsduur
niet langer dan tien jaar verlopen is;
-
3. aan de hand van een geldig identiteitsbewijs voor vreemdelingen waaruit de Luxemburgse
nationaliteit van de houder blijkt;
-
4. een rijbewijs;
-
5. een zeemansboekje;
-
6. een betrouwbare getuigenverklaring van een andere Luxemburgse staatsburger, of
-
7. aan de hand van verklaringen van de betrokken persoon zelf.
De Nederlandse nationaliteit kan worden aangetoond door middel van een nationaliteitsbewijs.
Zij kan aannemelijk worden gemaakt door middel van:
Zij kan voorts aannemelijk worden gemaakt door middel van:
-
3. een geldig Belgisch of Luxemburgs identiteitsbewijs voor vreemdelingen, waaruit de
Nederlandse nationaliteit van de houder blijkt;
-
4. een zeemansboekje, afgegeven door de bevoegde Nederlandse autoriteiten;
-
5. een getuigenverklaring van een Nederlandse onderdaan, of
-
6. een verklaring van de betrokken persoon.