De gevolmachtigden van:
het Koninkrijk België,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
Ierland,
de Italiaanse Republiek,
het Groothertogdom Luxemburg,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Portugese Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
hierna „lidstaten" te noemen,
de Europese Gemeenschap,
hierna „Gemeenschap" te noemen,
enerzijds, en
de gevolmachtigden van de Verenigde Mexicaanse Staten,
hierna „Mexico" te noemen,
anderzijds,
bijeengekomen te Brussel op acht december negentienhonderd zevenennegentig, voor de
ondertekening van de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie
en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Verenigde
Mexicaanse Staten anderzijds, hierna „de Overeenkomst" te noemen, hebben de volgende
teksten aangenomen:
– de Overeenkomst en de bijlage daarbij.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap en de gevolmachtigden van
Mexico hebben de volgende aan deze Slotakte gehechte gezamenlijke verklaringen aangenomen:
Gezamenlijke verklaring inzake de politieke dialoog tussen de Europese Unie en Mexico
(artikel 3 van de Overeenkomst),
Gezamenlijke verklaring inzake de dialoog op parlementair niveau,
Gezamenlijke verklaring inzake de interpretatie van artikel 4 van de Overeenkomst,
Gezamenlijke verklaring inzake artikel 24, lid 3 van de Overeenkomst,
Gezamenlijke verklaring inzake artikel 35 van de Overeenkomst.
De gevolmachtigden van Mexico hebben nota genomen van de volgende aan deze Slotakte
gehechte verklaringen van de Gemeenschap en/of haar lidstaten:
Verklaring inzake artikel 11 van de Overeenkomst,
Verklaring inzake artikel 12 van de Overeenkomst.
De gevolmachtigden van de lidstaten en van de Gemeenschap hebben nota genomen van
de volgende aan deze Slotakte gehechte Verklaring van Mexico:
Verklaring inzake Titel I van de Overeenkomst
Gezamenlijke verklaringen
Gezamenlijke verklaring inzake de politieke dialoog tussen de Europese Unie en Mexico
(artikel 3)
-
Preambule
De Europese Unie enerzijds en Mexico anderzijds,
– zich bewust van hun historische, politieke, economische en culturele banden en van
de nauwe vriendschapsbanden tussen hun volkeren,
– gezien hun wens de politieke en economische vrijheden te versterken die de grondslag
vormen van de samenlevingen van de EU-lidstaten en Mexico,
– opnieuw bevestigend dat de menselijke waardigheid en de bevordering en bescherming
van de mensenrechten de hoeksteen zijn van een democratische samenleving en dat democratische
instellingen, gebaseerd op de rechtsstaat, een essentiële rol vervullen,
– strevend naar de consolidering van de internationale vrede en veiligheid, overeenkomstig
de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties,
– belang hechtend aan regionale integratie als instrument voor de bevordering van
de duurzame en harmonische ontwikkeling van hun volkeren, gebaseerd op sociale vooruitgang
en solidariteit, tussen de leden,
– voortbouwend op de preferentiële betrekkingen, ingesteld bij de in 1991 ondertekende
Kaderovereenkomst inzake samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Mexico,
– herinnerend aan de beginselen van de op 2 mei 1995 te Parijs ondertekende gezamenlijke
plechtige verklaring van de Commissie en de Raad enerzijds en Mexico anderzijds, hebben
besloten hun betrekkingen op de lange termijn verder te ontwikkelen.
-
Doelstellingen
De Europese Unie en Mexico zijn van oordeel dat de totstandbrenging van een intensievere
politieke dialoog een fundamenteel onderdeel vormt van de voorgenomen economische
en politieke toenadering en aanzienlijk bijdraagt tot de bevordering van de in de
preambule bij deze verklaring genoemde beginselen.
De dialoog dient gebaseerd te worden op de gehechtheid van beide Partijen aan de democratie
en de eerbiediging van de mensenrechten, de handhaving van de vrede en de totstandkoming
van een billijke en stabiele internationale orde, zulks overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties.
De doelstellingen van de dialoog houden in dat de Europese Unie en Mexico duurzame
en op solidariteit gebaseerde banden opbouwen die moeten bijdragen tot de stabiliteit
en de welvaart van hun regio's, naar regionale integratie streven en een klimaat van
begrip en verdraagzaamheid tussen hun volkeren en culturen bevorderen.
De dialoog heeft betrekking op alle onderwerpen van gemeenschappelijk belang en is
erop gericht de weg te banen voor nieuwe vormen van samenwerking met het oog op gemeenschappelijke
doelstellingen, ook door middel van gezamenlijke initiatieven op internationaal niveau,
meer bepaald op het gebied van vrede, veiligheid en regionale ontwikkeling.
-
Dialoog
De politieke dialoog tussen beide Partijen verloopt via contacten, de uitwisseling
van informatie en overleg tussen de verschillende instanties van Mexico en de Europese
Unie, waaronder de Europese Commissie.
De dialoog vindt met name plaats:
– op het niveau van de hoogste gezagsdragers;
– op ministerieel niveau;
– op het niveau van de hogere ambtenaren;
– en door optimaal gebruik te maken van de diplomatieke kanalen.
De bijeenkomsten op het niveau van de hoogste gezagsdragers, waarvoor de Partijen
in onderling overleg gedetailleerde regelingen moeten treffen, dienen de vorm aan
te nemen van periodieke ontmoetingen tussen de president van Mexico en de hoogste
gezagsdragers van de Europese Unie.
De bijeenkomsten van de ministers van Buitenlandse Zaken, waarvoor de Partijen in
onderling overleg gedetailleerde regelingen moeten treffen, dienen op vaste tijdstippen
plaats te vinden.
Gezamenlijke verklaring inzake de dialoog op parlementair niveau
De Partijen benadrukken de wenselijkheid van de institutionalisering van de politieke
dialoog op parlementair niveau door contacten tussen het Europese Parlement en het
Mexicaanse Congres (Senaat en Kamer van Afgevaardigden).
Gezamenlijke verklaring inzake de interpretatie van artikel 4
De verbintenissen die voortvloeien uit artikel 4 van deze Overeenkomst treden niet
eerder in werking dan nadat het in artikel 5 bedoelde besluit is goedgekeurd, zulks
overeenkomstig artikel 7 van deze Overeenkomst.
Gezamenlijke verklaring inzake artikel 24, lid 3
De Partijen bevestigen hun multilaterale verplichtingen als WTO-lid op het gebied
van maritieme vervoersdiensten, en wijzen tevens op hun verplichtingen in het kader
van de OESO-code inzake liberalisering van lopende onzichtbare transacties.
Gezamenlijke verklaring inzake artikel 35
Beide Partijen komen overeen, op multilateraal niveau, hun institutionele steun te
verlenen ten behoeve van de goedkeuring, inwerkingtreding en naleving van de internationale
gedragscode voor een verantwoorde visserij.
Unilaterale verklaringen
Verklaring van de Gemeenschap inzake artikel 11
De Gemeenschap verklaart dat zij, totdat de Gezamenlijke Raad de in artikel 11, lid
2, bedoelde uitvoeringsbepalingen inzake eerlijke concurrentie heeft aangenomen, alle
praktijken die in strijd zijn met dat artikel zal toetsen aan de criteria die voortvloeien
uit de bepalingen van artikelen 85, 86 en 92 van het Verdrag tot oprichting van de
Europese Gemeenschap en, voor producten die onder het Verdrag tot oprichting van de
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen, aan de criteria die zijn vervat in
de artikelen 65 en 66 van dat Verdrag, alsmede aan de communautaire voorschriften
voor overheidssteun, inclusief de secundaire wetgeving.
Verklaring van de Gemeenschap en haar Lidstaten inzake de in artikel 12 bedoelde Overeenkomsten
op het gebied van intellectuele eigendom
De Gemeenschap en haar lidstaten merken op dat de in artikel 12, lid 2, onder b, bedoelde
multilaterale overeenkomsten op het gebied van intellectuele eigendom in ieder geval
de volgende overeenkomsten omvatten:
-
–
Berner-conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (Akte van Parijs, 1971, gewijzigd in 1979);
-
–
Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten
van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome, 1961);
-
–
Overeenkomst van Parijs voor de bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm, 1967, gewijzigd in 1979);
-
–
Verdrag inzake samenwerking bij octrooien (Washington, 1970, geamendeerd in 1979 en gewijzigd in 1984);
-
–
Verdrag van Madrid inzake de internationale inschrijving van merken (Akte van Stockholm 1967, gewijzigd in 1979);
-
–
Protocol bij het Verdrag van Madrid inzake de internationale inschrijving van merken (Madrid, 1989);
-
–
Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van waren en diensten
ten behoeve van de inschrijving van merken (Akte van Genève, 1977, gewijzigd in 1979);
-
–
Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen
ten dienste van de octrooiverlening (1977, gewijzigd in 1980);
-
–
Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (UPOV) (Akte van Genève, 1991);
-
–
Verdrag inzake handelsmerkenrecht (Genève, 1994).
Verklaring van Mexico inzake artikel I
Het buitenlands beleid van Mexico is gebaseerd op de beginselen die zijn vervat in
de Mexicaanse Grondwet:
Zelfbeschikking
Non-interventie
Vreedzame beslechting van geschillen
Verbod op het gebruik van of het dreigen met geweld in internationale betrekkingen
Juridische gelijkheid van staten
Internationale samenwerking op het gebied van ontwikkeling
Streven naar internationale vrede en internationale veiligheid.
Gelet op zijn historische achtergrond en overeenkomstig zijn Grondwet, geeft Mexico
uiting aan zijn vaste overtuiging dat vrede en ontwikkeling uitsluitend kunnen worden
gegrondvest op de naleving van het internationale recht. Tevens verklaart Mexico dat
de beginselen van coëxistentie van de internationale gemeenschap, zoals vervat in
het Handvest van de Verenigde Naties, de beginselen die worden genoemd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, alsmede de democratische beginselen permanent ten grondslag liggen aan zijn constructieve
rol in de internationale gemeenschap en het kader vormen voor de betrekkingen met
de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, in het kader van deze Overeenkomst, alsmede
voor de betrekkingen met alle andere landen of groepen van landen.