AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
No. BUE-0711
Buenos Aires, 25 juli 1996
Excellentie,
Ik heb de eer Uwe Excellentie de ontvangst te bevestigen van Uw brief van 25 juli
1996 waarvan de inhoud als volgt luidt:
„Geachte Tijdelijk Zaakgelastigde,
Ik heb de eer mij tot U te richten en onder verwijzing naar de onlangs gehouden besprekingen
tussen vertegenwoordigers van de Regering van de Republiek Argentinië en de Regering
van het Koninkrijk der Nederlanden aangaande het verrichten van betaalde werkzaamheden
door gezinsleden van diplomaten en andere personeelsleden van de Ambassade, Consulaten-Generaal,
Consulaten en Permanente Vertegenwoordigingen, heb ik de eer, uit naam van mijn Regering,
het volgende voor te stellen:
1. Toestemming voor het verrichten van betaalde beroepswerkzaamheden of werkzaamheden
van commerciële aard
De Regering van de Republiek Argentinië en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
komen overeen gezinsleden van diplomaten, van beroepsconsulaire ambtenaren en van
leden van het administratief, technisch of bedienend personeel behorend tot diplomatieke
of consulaire missies en permanente vertegenwoordigingen van de Republiek Argentinië
in het Koninkrijk der Nederlanden en van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek
Argentinië, zoals gedefinieerd in artikel 2 (iii), wederzijds toe te staan betaalde
beroepswerkzaamheden of werkzaamheden van commerciële aard te verrichten in de ontvangende
staat, zulks met inachtneming van de volgende bepalingen.
Voor de toepassing van dit verdrag wordt verstaan onder:
-
i. ,Verdrag inzake diplomatiek verkeer': het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer
van 18 april 1961;
-
ii. ,Verdrag inzake consulaire betrekkingen': het Verdrag van Wenen inzake consulaire
betrekkingen van 24 april 1963;
-
iii. ,Gezinsleden':
-
a. de echtgenoot/echtgenote;
-
b. ongehuwde en ten laste komende kinderen jonger dan 21 jaar of jonger dan 25 jaar –
in het geval van Argentijnse personeelsleden –, dan wel jonger dan 26 jaar – in het
geval van Nederlandse personeelsleden –, die een volledige dagopleiding volgen aan
een door de bevoegde autoriteiten officieel erkende instelling voor hoger onderwijs;
-
c. ongehuwde kinderen met een lichamelijke of geestelijke handicap.
3. Speciale kwalificaties
Voor beroepen of werkzaamheden waarvoor speciale kwalificaties vereist zijn, dient
het gezinslid aan de normen te voldoen die voor het verrichten van deze beroepen of
werkzaamheden in de ontvangende staat gelden.
Alvorens een gezinslid betaalde werkzaamheden in de ontvangende staat mag verrichten,
dient de Ambassade van de zendstaat hiertoe een officieel verzoekschrift in te dienen
bij de Directie Ceremonieel en/of Protocol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken,
waarin de aard van deze werkzaamheden in het kort wordt omschreven. De desbetreffende
Directie Ceremonieel en/of Protocol deelt de betrokken Ambassade zo spoedig mogelijk
mede dat het gezinslid toestemming heeft gekregen om deze werkzaamheden te verrichten.
5. Strafrechtelijke immuniteit
Indien een gezinslid overeenkomstig de bepalingen van dit verdrag betaalde werkzaamheden
verricht en bij de uitoefening hiervan wordt beschuldigd van het plegen van een strafbaar
feit, zijn de bepalingen aangaande strafrechtelijke immuniteit van het Verdrag inzake
diplomatiek verkeer, die van het Verdrag inzake consulaire betrekkingen, dan wel die
van een ander toepasselijk internationaal verdrag van toepassing.
Desalniettemin verplicht de zendstaat zich ertoe ernstig in overweging te nemen om
afstand te doen van bovengenoemde immuniteit.
6. Civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit
Het gezinslid dat overeenkomstig het bepaalde in dit verdrag betaalde werkzaamheden
verricht en immuniteit van rechtsmacht van de ontvangende staat geniet krachtens het
Verdrag inzake diplomatiek verkeer, het Verdrag inzake consulaire betrekkingen dan
wel een ander toepasselijk verdrag, geniet geen civiel- en administratiefrechtelijke
immuniteit ten aanzien van alle met deze werkzaamheden verband houdende zaken.
De zendstaat doet afstand van bovenbedoelde immuniteit ten aanzien van alle met de
bovengenoemde werkzaamheden verband houdende zaken.
7. Belasting en sociale zekerheid
Het gezinslid dat overeenkomstig de bepalingen van dit verdrag betaalde werkzaamheden
verricht, dient inkomstenbelasting en de toepasselijke sociale-zekerheidspremies te
betalen over alle inkomsten uit het verrichten van de genoemde werkzaamheden in de
ontvangende staat.
8. Registratie en verblijfsvergunning
Het gezinslid dat toestemming heeft voor het verrichten van betaalde werkzaamheden
overeenkomstig de bepalingen van dit verdrag, wordt vrijgesteld van alle door de wet-
en regelgeving van de ontvangende staat voorgeschreven verplichtingen omtrent registratie
van vreemdelingen en verblijfsvergunning.
9. Beëindiging van de werkzaamheden
-
a De toestemming van een gezinslid om betaalde werkzaamheden te verrichten vervalt wanneer
de plaatsing in de ontvangende staat van de diplomaat, de beroepsconsulaire ambtenaar
of het lid van het administratief, technisch of bedienend personeel van wiens gezin
het genoemde gezinslid deel uitmaakt, wordt beëindigd.
-
b Het gezinslid dat overeenkomstig de bepalingen van dit verdrag betaalde werkzaamheden
verricht, is derhalve niet langer gerechtigd in de ontvangende staat te verblijven,
betaalde werkzaamheden te verrichten, dan wel nieuwe aan te vangen, nadat de toestemming
krachtens het in de letter a van dit artikel bepaalde is vervallen.
10. Territoriale werkingssfeer
Dit verdrag is van toepassing op het gehele grondgebied van de Republiek Argentinië
en dat van het Koninkrijk der Nederlanden.
11. Inwerkingtreding en beëindiging
Indien het bovenstaande voorstel voor Uw regering aanvaardbaar is, heb ik de eer voor
te stellen dat deze brief, te zamen met Uw bevestigende antwoordbrief, een verdrag
tussen de Republiek Argentinië en het Koninkrijk der Nederlanden zal vormen, dat overeenkomstig
artikel 11 van bovenstaande tekst in werking zal treden.
Gelief, Tijdelijk Zaakgelastigde, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting
wel te willen aanvaarden."
Voorts heb ik namens de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de eer Uwe Excellentie
mede te delen dat het bovenstaande voorstel aanvaardbaar is en te bevestigen dat Uw
brief en deze antwoordbrief een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de
Republiek Argentinië vormen, dat in werking zal treden in overeenstemming met artikel
11 van bovenstaande tekst.
Gelief, Excellentie, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen
aanvaarden.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,
(w.g.) J. W. G. JANSING
Drs. J. W. G. Jansing
Tijdelijk Zaakgelastigde
Aan Zijner Excellentie
Ambassadeur Guillermo E. González
(Onder) Staatssecretaris van Buitenlands Beleid
Ministerie van Buitenlandse Zaken, Internationale Handel en Eredienst
Reconquista 1088,
1003 Buenos Aires