Het Koninkrijk der Nederlanden
en
het Koninkrijk België,
hierna de „Partijen" genoemd,
Herinnerend aan het akkoord van de Ministers van Verkeer van België, de Bondsrepubliek
Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, op hun bijeenkomst te
's-Gravenhage op 21 november 1989, om zo spoedig mogelijk spoorverbindingen voor hogesnelheidstreinen
tussen Parijs, Brussel, Keulen, Amsterdam en Londen tot stand te brengen (het zogenaamde
„PBKA-L project");
Indachtig dat de Europese Raad op 8 december 1994 zijn goedkeuring heeft gehecht aan
het rapport van de Groep Christophersen inzake de Transeuropese Netwerken, waarin
het PBKA-L project is opgenomen in de lijst van prioritaire vervoerprojecten;
Verlangend de Hogesnelheidslijn tussen Rotterdam en Antwerpen bij voorrang en onder
optimale voorwaarden te realiseren;
Overwegend dat Nederland bereid is om België in bepaalde mate financieel te vergoeden
voor de meerkosten welke de aanleg van de Hogesnelheidslijn volgens een tracé gebundeld
met de autosnelweg A16-E19 voor België meebrengt in vergelijking met een tracé gebundeld
met de autoweg A12 (het zogenaamde „Havenweg-tracé"),
Zijn overeengekomen als volgt: