De Partijen bij dit Verdrag,
Bevestigend dat mensen in getroffen of bedreigde gebieden in het middelpunt staan
van het streven om woestijnvorming te bestrijden en de gevolgen van droogte in te
perken,
Uiting gevend aan de ernstige bezorgdheid van de internationale gemeenschap, waaronder
Staten en internationale organisaties, over de nadelige gevolgen van woestijnvorming
en droogte,
Zich ervan bewust dat aride, semi-aride en droge subhumide gebieden gezamenlijk een
aanmerkelijk deel van het landoppervlak van de Aarde vormen en dat zij het woongebied
en de bron van bestaan zijn van een groot gedeelte van haar bevolking,
Erkennend dat woestijnvorming en droogte problemen van mondiale omvang zijn, doordat
zij alle regio's van de wereld raken, en dat gezamenlijk optreden van de internationale
gemeenschap noodzakelijk is om woestijnvorming te bestrijden en/of de gevolgen van
droogte in te perken,
Nota nemend van het grote aantal ontwikkelingslanden, met name minstontwikkelde landen,
onder de landen die te kampen hebben met ernstige droogte en/of woestijnvorming, en
de bijzonder tragische gevolgen van deze verschijnselen in Afrika,
Tevens nota nemend van het feit dat woestijnvorming wordt veroorzaakt door de complexe
wisselwerking tussen fysische, biologische, politieke, sociale, culturele en economische
factoren,
Gelet op de invloed van de handel en de hiermee verband houdende aspecten van de internationale
economische betrekkingen op het vermogen van de getroffen landen om de woestijnvorming
adequaat te bestrijden,
Beseffend dat duurzame economische groei, sociale ontwikkeling en armoedebestrijding
prioriteit hebben in de getroffen ontwikkelingslanden, in het bijzonder in Afrika,
en van wezenlijk belang zijn om de doelstellingen van duurzaamheid te verwezenlijken,
Indachtig het feit dat woestijnvorming en droogte van invloed zijn op duurzame ontwikkeling,
vanwege het verband met belangrijke sociale problemen zoals armoede, zwakke gezondheid
en slechte voeding, gebrek aan veiligstelling van voedselvoorziening, en problemen
voortvloeiend uit migratie, ontheemding en bevolkingsdynamiek,
Waarderend de omvang van de in het verleden verrichte inspanningen en opgedane ervaring
van Staten en internationale organisaties bij de bestrijding van woestijnvorming en
het inperken van de gevolgen van droogte, in het bijzonder bij de uitvoering van het
Actieplan tot bestrijding van woestijnvorming dat werd aangenomen op de VN-Conferentie
inzake woestijnvorming in 1977,
Beseffend dat, ondanks de inspanningen in het verleden, de vorderingen bij het bestrijden
van woestijnvorming en het inperken van de gevolgen van droogte niet aan de verwachtingen
hebben voldaan en dat er een nieuwe meer doeltreffende aanpak nodig is op alle niveaus
in het kader van duurzame ontwikkeling,
Erkennend de geldigheid en relevantie van de besluiten die zijn genomen op de VN-Conferentie
inzake milieu en ontwikkeling, in het bijzonder van Agenda 21 en hoofdstuk 12 daarvan,
die een uitgangspunt bieden voor de bestrijding van woestijnvorming,
Opnieuw bevestigend, in dit verband, de verplichtingen van de ontwikkelde landen als
vervat in paragraaf 13 van hoofdstuk 33 van Agenda 21,
Herinnerend aan resolutie 47/188 van de Algemene Vergadering, in het bijzonder de
daarin voorgeschreven prioriteit voor Afrika, en alle andere relevante resoluties,
besluiten en programma's van de Verenigde Naties inzake woestijnvorming en droogte,
alsmede de desbetreffende verklaringen van landen in Afrika en die uit andere regio's,
Opnieuw bevestigend de Verklaring van Rio de Janeiro inzake milieu en ontwikkeling,
waarin wordt gesteld, in Beginsel 2, dat de Staten, in overeenstemming met het Handvest
van de Verenigde Naties en de beginselen van internationaal recht, het soevereine
recht hebben hun eigen hulpbronnen te exploiteren overeenkomstig hun eigen milieu-
en ontwikkelingsbeleid, alsook de verantwoordelijkheid te verzekeren dat activiteiten
die binnen hun rechtsmacht of toezicht vallen geen schade veroorzaken aan het milieu
van andere Staten of van gebieden die onder geen enkele nationale rechtsmacht vallen,
Erkennend dat de nationale Regeringen een beslissende rol vervullen bij de bestrijding
van woestijnvorming en het inperken van de gevolgen van droogte en dat vooruitgang
op dit gebied afhangt van de plaatselijke uitvoering van actieprogramma's in de getroffen
gebieden,
Tevens erkennend het belang en de noodzaak van internationale samenwerking en partnerschap
bij de bestrijding van woestijnvorming en het inperken van de gevolgen van droogte,
Erkennend het belang van de verstrekking aan de getroffen ontwikkelingslanden, in
het bijzonder in Afrika, van doeltreffende middelen, onder andere aanzienlijke financiële
middelen, waaronder nieuwe en aanvullende financiering, en toegang tot technologie,
zonder welke het voor hen moeilijk zal zijn hun verplichtingen ingevolge dit Verdrag
volledig na te komen,
Uiting gevend aan de bezorgdheid over de effecten van woestijnvorming en droogte op
de getroffen landen in Centraal-Azië en het Transkaukasisch gebied,
Onderstrepend de belangrijke rol die vrouwen vervullen in de regio's die worden getroffen
door woestijnvorming en/of droogte, in het bijzonder in plattelandsgebieden van ontwikkelingslanden,
en het belang van het zorgen voor volledige participatie van zowel mannen als vrouwen
op alle niveaus bij programma's gericht op het bestrijden van woestijnvorming en het
inperken van de gevolgen van droogte,
De nadruk leggend op de bijzondere rol van niet-gouvernementele en andere belangrijke
samenwerkingsverbanden in programma's gericht op het bestrijden van woestijnvorming
en het inperken van de gevolgen van droogte,
Indachtig het verband tussen woestijnvorming en andere milieuproblemen van mondiale
omvang waarmee de internationale en nationale gemeenschappen worden geconfronteerd,
Tevens indachtig de bijdrage die de bestrijding van woestijnvorming kan leveren aan
de verwezenlijking van de doelstellingen van het Raamverdrag van de Verenigde Naties
inzake klimaatverandering, het Verdrag inzake biologische diversiteit en andere hiermee
verband houdende milieuverdragen,
Van oordeel zijnde dat strategieën voor het bestrijden van woestijnvorming en het
inperken van de gevolgen van droogte het meest doeltreffend zijn indien deze zijn
gebaseerd op degelijke systematische waarneming en grondige wetenschappelijke kennis
en indien deze voortdurend opnieuw worden geëvalueerd,
Erkennend de dringende noodzaak van verbetering van de doelmatigheid en de coördinatie
van de internationale samenwerking teneinde de uitvoering van nationale plannen en
prioriteiten te vergemakkelijken,
Vastbesloten bij het bestrijden van woestijnvorming en het inperken van de gevolgen
van droogte passende maatregelen te treffen ten behoeve van huidige en toekomstige
generaties,
Zijn het volgende overeengekomen: