Notawisseling tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname houdende [...] inzake diplomatieke en consulaire faciliteiten, 's-Gravenhage, 18-06-1992

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 17-02-1993 t/m heden

Notawisseling tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname houdende een verdrag betreffende de samenwerking inzake diplomatieke en consulaire faciliteiten

Authentiek : NL

Nr. III

Nota

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname haar complimenten aan en heeft de eer het Ministerie onder verwijzing naar de gevoerde besprekingen het volgende voor te leggen.

Ingevolge het verlangen de betrekkingen tussen de Republiek Suriname en het Koninkrijk der Nederlanden te verbreden en te verdiepen is in artikel 5, tweede lid, van het op 18 juni 1992 ondertekende Raamverdrag inzake vriendschap en nauwere samenwerking overeengekomen dat de Regeringen van beide Staten samenwerken op diplomatiek en consulair gebied, in het bijzonder door het wederzijds verlenen van faciliteiten door hun respectieve vertegenwoordigingen in het buitenland. Inmiddels is overeenstemming bereikt over de onderstaande tekst.

De Ambassade zou het op hoge prijs stellen van het Ministerie de bevestiging te ontvangen dat de Regering van de Republiek Suriname met de volgende tekst instemt.

„Bij notawisseling tot stand te komen samenwerking inzake diplomatieke en consulaire faciliteiten.

  • 1. De samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake diplomatieke en consulaire faciliteiten heeft tot doel de wederzijdse behartiging en ondersteuning van elkaars diplomatieke en consulaire belangen door diplomatieke, respectievelijk consulaire, vertegenwoordigingen van de ene partij in Staten dan wel bij Internationale Organisaties, waar de andere partij niet of tijdelijk niet beschikt over een diplomatieke, respectievelijk consulaire vertegenwoordiging.

  • 2. Op verzoek van de Regering van de ene partij treft de Regering van de andere partij de noodzakelijke voorzieningen teneinde in een Staat dan wel bij een Internationale Organisatie waar de verzoekende partij geen diplomatieke vertegenwoordiging heeft, de diplomatieke vertegenwoordiging van de andere partij bij die Staat of Internationale Organisatie te belasten met de behartiging van haar belangen.

  • 3. De Regering van de ene partij kan de Regering van de andere partij verzoeken de diplomatieke vertegenwoordiger, respectievelijk consulaire ambtenaar, van de andere partij te belasten met de behartiging van haar belangen in een Staat dan wel bij een Internationale Organisatie, wanneer zij tijdelijk aldaar niet over een bevoegde diplomatieke vertegenwoordiger, c.q. consulaire ambtenaar, beschikt.

  • 4. Onverlet het bepaalde onder 2 en 3 kan de Regering van de ene partij de tussenkomst van vertegenwoordigingen van de andere partij inroepen teneinde ad hoc haar diplomatieke of consulaire belangen te behartigen daar waar zij niet of tijdelijk niet over een eigen vertegenwoordiging beschikt.

  • 5. Contacten tussen de Regering van de verzoekende partij en vertegenwoordigingen van de andere partij verlopen, door tussenkomst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van laatstgemelde partij, langs diplomatieke kanalen.

  • 6. In de hiervoren onder 2 t/m 4 bedoelde gevallen oefenen de diplomatieke vertegenwoordigers en consulaire ambtenaren van de andere partij de bevoegdheden uit die krachtens het internationaal recht en de internationale gebruiken, alsmede krachtens de wetten en gebruiken van de verzoekende partij, naar gelang van het geval, toekomen aan het hoofd of een lid van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging.

    Een en ander geschiedt met dien verstande dat de diplomatieke vertegenwoordigers en consulaire ambtenaren van de andere partij, voor zover naar hun oordeel de belangen van de verzoekende partij niet een onmiddellijk optreden vereisen, hun werkzaamheden beperken tot die welke de Regering van laatstgenoemde partij hun verzoekt te verrichten.

  • 7. De diplomatieke en consulaire vertegenwoordigers van de andere partij berichten, met inachtneming van het onder 5 bepaalde, onverwijld ten behoeve van de Regering van de verzoekende partij over kwesties waarmee belangen van laatstgemelde partij zijn gemoeid en over eventuele stappen, die naar hun oordeel te dien aanzien moeten worden genomen of die reeds zijn genomen.

  • 8. Op haar verzoek kan de Regering van de ene partij afschrift ontvangen van rapportage van algemene aard die vertegenwoordigingen van de andere partij opstellen omtrent nader te bepalen landen waar de verzoekende partij niet over een vertegenwoordiging beschikt.

  • 9. De Regering van de andere partij is niet gehouden een door de Regering van de verzoekende partij krachtens de in deze nota vervatte afspraken gedaan verzoek in te willigen indien zij van oordeel is dat zulks in strijd zou zijn met haar eigen belangen.

  • 10. Voor zover zulks krachtens het internationaal recht is vereist, worden de in deze nota vastgelegde afspraken slechts toegepast met instemming van de betrokken derde Staten.

  • 11. De verzoekende partij vergoedt aan de andere partij de kosten die uitsluitend in het belang van de verzoekende partij en haar onderdanen door de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen van de andere partij zijn gemaakt.

  • 12. De onderhavige samenwerking vangt aan met ingang van de datum waarop de antwoord-nota van de Regering van de Republiek Suriname is ontvangen.

De samenwerking kan te allen tijde door een van beide partijen met onmiddellijke ingang bij diplomatieke nota worden opgezegd.

In dat geval zal de samenwerking evenwel van kracht blijven voor zolang nodig is voor de afwikkeling van de lopende zaken."

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname te verzekeren van haar gevoelens van de meeste hoogachting.

Paramaribo, 17 februari 1993

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Gravenstraat 6–8

Paramaribo

Nr. IV

Nota

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van de Nota van de Ambassade de dato 17 februari 1993 no. CdP/93/013, waarvan het materiële deel van de tekst als volgt luidt:

[Red: (zoals in nota Nr. III)]

Het Ministerie heeft voorts de eer te bevestigen dat de Regering van de Republiek Suriname instemt met de voorgaande tekst van de Bij notawisseling tot stand te komen samenwerking inzake diplomatieke en consulaire faciliteiten.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname maakt van deze gelegenheid gebruik de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te verzekeren van zijn gevoelens van de meeste hoogachting.

Paramaribo, 17 februari 1993

De Ambassade van het

Koninkrijk der Nederlanden

Paramaribo

Naar boven