De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van de Republiek Suriname haar complimenten aan en heeft de eer het Ministerie
onder verwijzing naar de gevoerde besprekingen het volgende voor te leggen.
Ingevolge het verlangen de betrekkingen tussen de Republiek Suriname en het Koninkrijk
der Nederlanden te verbreden en te verdiepen is in artikel 5, tweede lid, van het
op 18 juni 1992 ondertekende Raamverdrag inzake vriendschap en nauwere samenwerking
overeengekomen dat de Regeringen van beide Staten samenwerken op diplomatiek en consulair
gebied, in het bijzonder door het wederzijds verlenen van faciliteiten door hun respectieve
vertegenwoordigingen in het buitenland. Inmiddels is overeenstemming bereikt over
de onderstaande tekst.
De Ambassade zou het op hoge prijs stellen van het Ministerie de bevestiging te ontvangen
dat de Regering van de Republiek Suriname met de volgende tekst instemt.
„Bij notawisseling tot stand te komen samenwerking inzake diplomatieke en consulaire
faciliteiten.
-
1. De samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake
diplomatieke en consulaire faciliteiten heeft tot doel de wederzijdse behartiging
en ondersteuning van elkaars diplomatieke en consulaire belangen door diplomatieke,
respectievelijk consulaire, vertegenwoordigingen van de ene partij in Staten dan wel
bij Internationale Organisaties, waar de andere partij niet of tijdelijk niet beschikt
over een diplomatieke, respectievelijk consulaire vertegenwoordiging.
-
2. Op verzoek van de Regering van de ene partij treft de Regering van de andere partij
de noodzakelijke voorzieningen teneinde in een Staat dan wel bij een Internationale
Organisatie waar de verzoekende partij geen diplomatieke vertegenwoordiging heeft,
de diplomatieke vertegenwoordiging van de andere partij bij die Staat of Internationale
Organisatie te belasten met de behartiging van haar belangen.
-
3. De Regering van de ene partij kan de Regering van de andere partij verzoeken de diplomatieke
vertegenwoordiger, respectievelijk consulaire ambtenaar, van de andere partij te belasten
met de behartiging van haar belangen in een Staat dan wel bij een Internationale Organisatie,
wanneer zij tijdelijk aldaar niet over een bevoegde diplomatieke vertegenwoordiger,
c.q. consulaire ambtenaar, beschikt.
-
4. Onverlet het bepaalde onder 2 en 3 kan de Regering van de ene partij de tussenkomst
van vertegenwoordigingen van de andere partij inroepen teneinde ad hoc haar diplomatieke
of consulaire belangen te behartigen daar waar zij niet of tijdelijk niet over een
eigen vertegenwoordiging beschikt.
-
5. Contacten tussen de Regering van de verzoekende partij en vertegenwoordigingen van
de andere partij verlopen, door tussenkomst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
van laatstgemelde partij, langs diplomatieke kanalen.
-
6. In de hiervoren onder 2 t/m 4 bedoelde gevallen oefenen de diplomatieke vertegenwoordigers
en consulaire ambtenaren van de andere partij de bevoegdheden uit die krachtens het
internationaal recht en de internationale gebruiken, alsmede krachtens de wetten en
gebruiken van de verzoekende partij, naar gelang van het geval, toekomen aan het hoofd
of een lid van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging.
Een en ander geschiedt met dien verstande dat de diplomatieke vertegenwoordigers en
consulaire ambtenaren van de andere partij, voor zover naar hun oordeel de belangen
van de verzoekende partij niet een onmiddellijk optreden vereisen, hun werkzaamheden
beperken tot die welke de Regering van laatstgenoemde partij hun verzoekt te verrichten.
-
7. De diplomatieke en consulaire vertegenwoordigers van de andere partij berichten,
met inachtneming van het onder 5 bepaalde, onverwijld ten behoeve van de Regering
van de verzoekende partij over kwesties waarmee belangen van laatstgemelde partij
zijn gemoeid en over eventuele stappen, die naar hun oordeel te dien aanzien moeten
worden genomen of die reeds zijn genomen.
-
8. Op haar verzoek kan de Regering van de ene partij afschrift ontvangen van rapportage
van algemene aard die vertegenwoordigingen van de andere partij opstellen omtrent
nader te bepalen landen waar de verzoekende partij niet over een vertegenwoordiging
beschikt.
-
9. De Regering van de andere partij is niet gehouden een door de Regering van de verzoekende
partij krachtens de in deze nota vervatte afspraken gedaan verzoek in te willigen
indien zij van oordeel is dat zulks in strijd zou zijn met haar eigen belangen.
-
10. Voor zover zulks krachtens het internationaal recht is vereist, worden de in deze
nota vastgelegde afspraken slechts toegepast met instemming van de betrokken derde
Staten.
-
11. De verzoekende partij vergoedt aan de andere partij de kosten die uitsluitend in
het belang van de verzoekende partij en haar onderdanen door de diplomatieke en consulaire
vertegenwoordigingen van de andere partij zijn gemaakt.
-
12. De onderhavige samenwerking vangt aan met ingang van de datum waarop de antwoord-nota
van de Regering van de Republiek Suriname is ontvangen.
De samenwerking kan te allen tijde door een van beide partijen met onmiddellijke ingang
bij diplomatieke nota worden opgezegd.
In dat geval zal de samenwerking evenwel van kracht blijven voor zolang nodig is voor
de afwikkeling van de lopende zaken."
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Suriname te verzekeren van
haar gevoelens van de meeste hoogachting.
Paramaribo, 17 februari 1993
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Gravenstraat 6–8
Paramaribo