Op 16 november 1992 is te Wenen de volgende brief in het Nederlands en het Frans gezonden
aan de Sloveense Ambassadeur:
Excellentie,
Wij hebben de eer Uwe Excellentie ter kennis te brengen, dat de Regeringen van de
Beneluxlanden, gezamenlijk optredend op grond van de op 11 april 1960 te Brussel ondertekende
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk
der Nederlanden inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen
van het Beneluxgebied, bereid zijn met de Regering van de Sloveense Republiek onderstaande
overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht te sluiten:
In deze Overeenkomst wordt verstaan:
onder „de Beneluxlanden": het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het
Koninkrijk der Nederlanden;
onder het „Beneluxgebied": de gezamenlijke grondgebieden in Europa van het Koninkrijk
België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.
De onderdanen van de Sloveense Republiek kunnen voor een verblijf van ten hoogste
drie maanden het Beneluxgebied zonder visum binnenkomen op uitsluitend vertoon van
een geldig nationaal paspoort.
De onderdanen van de Beneluxlanden kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden
het grondgebied van de Sloveense Republiek zonder visum binnenkomen op uitsluitend
vertoon van een geldig nationaal paspoort.
Voor een verblijf van meer dan drie maanden dienen de in deze Overeenkomst bedoelde
onderdanen vóór hun vertrek de daartoe vereiste machtiging aan te vragen via de diplomatieke
of consulaire vertegenwoordiger van het land waarheen zij zich wensen te begeven en
deze te hebben verkregen.
Elke Regering houdt zich het recht voor de toegang tot haar land te weigeren aan personen
die niet in het bezit zijn van de vereiste inreispapieren, die niet beschikken over
voldoende middelen van bestaan, die als ongewenst zijn gesignaleerd of die beschouwd
worden als personen die de openbare rust, de openbare orde of de nationale veiligheid
in gevaar kunnen brengen.
Behoudens de voorgaande bepalingen blijven de in de Beneluxlanden en in de Sloveense
Republiek van kracht zijnde wetten en voorschriften met betrekking tot de binnenkomst,
het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, alsmede met betrekking
tot het verrichten van enigerlei arbeid onverlet.
De ondertekenende Regeringen laten elkaar langs diplomatieke weg de specimens van
hun nieuwe of gewijzigde nationale paspoorten geworden, alsmede de gegevens betreffende
het gebruik van deze paspoorten, en dit, in de mate van het mogelijke, 60 dagen vóór
zij in dienst worden gesteld.
Deze Overeenkomst treedt in werking op de achtste dag volgend op de dag van ondertekening
voor de duur van een jaar. Indien de Overeenkomst niet 30 dagen voor het verstrijken
van die periode is opgezegd, wordt zij geacht voor onbepaalde tijd te zijn verlengd.
Na de eerste periode van een jaar kan elk der ondertekenende Regeringen de Overeenkomst
opzeggen door 30 dagen van tevoren de Belgische Regering daarvan mededeling te doen.
De opzegging door een van de ondertekenende Regeringen heeft de beëindiging van de
Overeenkomst tot gevolg.
De Belgische Regering stelt de andere ondertekenende Regeringen in kennis van de ontvangst
van de in dit lid bedoelde mededeling.
Deze Overeenkomst kan door elk der Overeenkomstsluitende Partijen worden opgeschort.
Van deze opschorting dient onverwijld via de diplomatieke kanalen kennis te worden
gegeven aan de Belgische Regering. Deze zal de andere ondertekenende Regeringen van
de ontvangst van deze kennisgeving op de hoogte stellen. Hetzelfde geldt voor het
ongedaan maken van de opschorting.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst
tot Aruba en de Nederlandse Antillen worden uitgebreid door kennisgeving van de Nederlandse
Regering aan de Regering van de Sloveense Republiek.
Indien de Regering van de Sloveense Republiek bereid is met de Regeringen van de Beneluxlanden
een Overeenkomst met bovengenoemde bepalingen te sluiten, hebben wij de eer Uwe Excellentie
voor te stellen, dat deze brief en die met gelijkluidende inhoud, welke Uwe Excellentie
wordt verzocht aan ieder van ons te richten, als overeenkomst tussen de Regering van
de Sloveense Republiek en de Regeringen van de Beneluxlanden zouden gelden.
Wij maken van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw de verzekering van
onze bijzondere hoogachting te geven.