Regeling specifieke uitkering versterking GGD’en

[Regeling vervalt per 01-01-2027.]
Geraadpleegd op 14-05-2024.
Geldend van 12-04-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 februari 2023, kenmerk 3503357-1042699-PDPP, houdende het verstrekken van een specifieke uitkering voor het versterken van de GGD’en in verband met infectieziektebestrijding (Regeling specifieke uitkering versterking GGD'en)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • academische werkplaatsen infectieziektebestrijding: een samenwerkingsverband van professionals werkzaam in het beleidsveld, onderzoeksveld en in de praktijk van de infectieziektebestrijding;

  • bovenregionale samenwerking: de regio-overstijgende samenwerking tussen de GGD’en, RAC’ers en REC’ers;

  • consortium academische werkplaatsen infectieziektebestrijding: een regionaal samenwerkingsverband van academische werkplaatsen infectieziektebestrijding;

  • deskundige infectiepreventie: een natuurlijke persoon met een dienstverband als kwaliteitsfunctionaris op het gebied van hygiëne en infectiepreventie bij een GGD;

  • GGD: gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid;

  • GGD GHOR Nederland: de branchevereniging van de GGD’en en GHOR’s;

  • GHOR: de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s;

  • implementatieplan: een plan waarin is uiteengezet welke taken op het terrein van infectieziektebestrijding op regionaal, bovenregionaal of landelijk niveau moeten worden uitgevoerd;

  • infectieziektebestrijding: het voorkomen, signaleren en bestrijden van besmettingen veroorzaakt door infectieziekteverwekkers, die een risico vormen voor de volksgezondheid als bepaald door het RIVM;

  • landelijk academiseringsplan: een plan waarin activiteiten staan beschreven gericht op het bevorderen van onderzoeksmogelijkheden van medewerkers infectieziektebestrijding bij GGD’en, door participatie in onderzoeken en kennisvergaring vanuit onderzoeksresultaten;

  • LFI: Landelijke Functie opschaling Infectieziektebestrijding, een bij het RIVM ondergebrachte landelijke crisisorganisatie voor de operationele bestrijding van grootschalige uitbraken in Nederland van infectieziekten behorende tot groep A1 of A2 als bedoeld in artikel 1, onderdelen db en e, van de Wet publieke gezondheid;

  • medewerker infectiepreventie: een natuurlijke persoon, werkzaam bij de GGD in de functie van medewerker infectiepreventie;

  • minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • pijler 1: het geheel aan activiteiten, bedoeld in artikel 3, tweede lid, ten behoeve van het wegnemen van kwetsbaarheden bij de GGD’en zodat deze beter toegerust zijn om reguliere infectieziektebestrijding uit te voeren en adequaat te reageren bij een pandemie;

  • pijler 2: het uitvoeren van de pilot regionale en bovenregionale samenwerking, bedoeld in artikel 3, derde lid, met als doel het versterken van regionale en bovenregionale monitoring en surveillance;

  • pijler 3: het uitvoeren van de pilot consortium academische werkplaatsen infectieziektebestrijding, bedoeld in artikel 3, vierde lid, met als doel het versterken van de wetenschappelijke kennisinfrastructuur infectieziektebestrijding;

  • pijler 4: het uitvoeren van het onderzoek, bedoeld in artikel 3, vijfde lid, met als doel samenwerken op bovenregionaal niveau;

  • pijler 5: het geheel aan activiteiten, bedoeld in artikel 3, zesde lid, met als doel het aantal professionals gespecialiseerd in de infectieziektebestrijding te verhogen;

  • pijler 6: activiteiten die worden uitgevoerd door een GGD ten behoeve van de aansluiting van de GGD op de LFI;

  • praktijkopleider: een natuurlijke persoon die zorgdraagt voor de praktijkopleiding en -begeleiding van studenten in het kader van de beroepspraktijkvorming als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • professional infectieziektebestrijding: een natuurlijke persoon die zich beroepsmatig bezighoudt met infectieziektebestrijding;

  • RAC’er: regionaal arts consulent;

  • REC’er: regionale epidemiologie consulent;

  • regionale samenwerking: de samenwerking tussen GGD’en binnen een van de zeven regio’s voor infectieziektebestrijding, ondersteund door GGD GHOR Nederland en het RIVM tezamen met de RAC’ers de REC’ers binnen de betreffende regio;

  • RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu als bedoeld in artikel 2, van de Wet op het RIVM;

  • SiSa: Single information, Single audit, eenmalige informatieverstrekking, eenmalige accountantscontrole. SiSa is de manier waarop provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen zich per jaar verantwoorden over de besteding van specifieke uitkeringen en/of provinciale middelen;

  • transitiecapaciteit: inzet door een GGD van medewerkers of extern ingehuurd personeel ten behoeve van de aansluiting van de GGD op de LFI;

  • uitkering: een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 15a van de Financiële-verhoudingswet;

  • verpleegkundige: hbo-afgestudeerde verpleegkundige of verpleegkundige werkzaam op vergelijkbaar niveau in de publieke gezondheidszorg;

  • verpleegkundige Maatschappij en Gezondheid: verpleegkundige die de post hbo-opleiding tot Verpleegkundige Maatschappij en Gezondheid heeft afgerond;

Artikel 3. Activiteiten die in aanmerking komen voor een uitkering

  • 1 De minister kan een uitkering verstrekken aan een GGD voor:

    • a. het jaar 2023 voor activiteiten die vallen onder de doelstellingen van pijler 1 tot en met pijler 5;

    • b. het jaar 2024 voor activiteiten die vallen onder de doelstellingen van pijler 1 tot en met pijler 6;

    • c. de jaren 2025 en 2026 voor activiteiten die vallen onder de doelstelling van pijler 6.

  • 2 De activiteiten binnen pijler 1 bestaan uit het aanstellen bij de GGD van:

    • a. medewerkers; en

    • b. een opleidingscoördinator ten behoeve van activiteiten die gericht zijn op het versneld opleiden van medewerkers die worden ingezet voor infectieziektebestrijding.

  • 3 De activiteit binnen pijler 2 bestaat uit het uitvoeren van een pilot regionale en bovenregionale samenwerking waarbij:

    • a. een specialisatie in de infectieziektebestrijding tot stand komt voor epidemiologen zonder achtergrond in de infectieziektebestrijding; en

    • b. landelijke bijeenkomsten voor professionals worden georganiseerd om gezamenlijke inzichten, behaalde resultaten en ervaren knelpunten te delen.

  • 4 De activiteit binnen pijler 3 bestaat uit het opstarten en uitvoeren van een pilot consortium academische werkplaatsen infectieziektebestrijding aan de hand van een vanaf 2023 uit te voeren landelijk academiseringsplan.

  • 5 De activiteit binnen pijler 4 bestaat uit het uitvoeren van een onderzoek met als resultaat een implementatieplan ten behoeve van het effectief bestrijden van infectieziekten.

  • 6 De activiteiten binnen pijler 5 bestaan uit:

    • a. het creëren van opleidingsplekken bij GGD’en voor artsen, verpleegkundigen en deskundigen infectiepreventie GGD;

    • b. het opleiden van verpleegkundigen tot Verpleegkundige Maatschappij en Gezondheid en medewerkers infectiepreventie tot deskundige infectiepreventie; en

    • c. het uitvoeren van een onderzoek naar welke deskundigheidsbevordering en gewenste carrièreperspectieven nodig zijn onder alle professionals infectieziektebestrijding om de doelen van pijler 5 te behalen.

  • 7 De activiteiten binnen pijler 6 bestaan uit het geheel aan activiteiten in het kader van het inzetten van transitiecapaciteit om de doelstelling van pijler 6 te behalen.

Artikel 4. Hoogte van de uitkering

De uitkering per GGD per pijler bedraagt ten hoogste het bedrag voor de jaren 2023 tot en met 2026 zoals opgenomen in de bijlage 1 en 2 bij deze regeling.

Artikel 5. Aanvraag tot verlening

  • 2 Voor de aanvraag tot verlening van een uitkering wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3 De aanvraag voor activiteiten die plaatsvinden in het jaar 2023 kan worden ingediend in de periode van 16 februari 2023 tot en met 31 maart 2023.

  • 4 De minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van de termijn, bedoeld in het derde lid.

Artikel 6. Verlening en bevoorschotting

  • 1 De minister neemt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag voor het jaar 2023 een besluit omtrent de verlening van de uitkering.

  • 3 Het besluit tot verlening vermeldt in elk geval voor welke activiteiten de uitkering wordt verleend, het bedrag van de uitkering, de wijze van verantwoording, de periode waarvoor de uitkering wordt verleend en de wijze waarop het verrichten van de activiteiten kan worden aangetoond.

  • 4 De minister kan bij het besluit tot verlening ambtshalve voorschotten verlenen.

  • 5 De minister verleent bij het besluit tot verlening van de uitkering een voorschot van 100% dat in één keer wordt betaald.

Artikel 7. Verplichtingen verbonden aan de uitkering

  • 1 De GGD meldt onverwijld schriftelijk aan de minister indien aannemelijk is geworden dat de activiteiten waarvoor een uitkering is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht.

  • 2 De GGD informeert de minister op verzoek over de voortgang van de activiteiten waarvoor een uitkering is verleend.

Artikel 8. Verantwoording

Artikel 9. Vaststelling en terugvordering

  • 1 De minister besluit uiterlijk 37 weken na ontvangst van de informatie ten behoeve van de verantwoording, bedoeld in artikel 8, eerste lid, over de vaststelling van de uitkering.

  • 2 Indien de activiteiten waarvoor de uitkering is verleend zijn verricht en daarnaast volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de uitkering, wordt de uitkering vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de gerealiseerde kosten, tot ten hoogste het in de verleningsbeschikking genoemde bedrag.

  • 3 Indien de informatie ten behoeve van de verantwoording te laat, niet of niet volledig wordt verstrekt, kan de minister de uitkering op een lager bedrag vaststellen, aan de hand van de gegevens die tot het besluit tot vaststelling beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 10. Hardheidsclausule

De minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst. De regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

  • 2 Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 16 februari 2023, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 16 februari 2023.

  • 3 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027 met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op uitkeringen die op grond van de regeling zijn verleend.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering versterking GGD’en.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.J. Kuipers

Bijlage 1. Lijst van maximale uitkeringsbedragen per GGD voor pijler 1 tot en met 5

(bijlage als bedoeld in artikel 4)

Onderstaand is een lijst opgenomen waarin GGD’en staan en het maximale bedrag dat zij per kalenderjaar voor de uitkering kunnen ontvangen De bedragen zijn per GGD:

  • 1. voor pijler 1 gebaseerd op het totale aantal inwoners in de betreffende regio plus een vast bedrag;

  • 2. voor pijler 2 gebaseerd op het aantal regionale samenwerkingsverbanden voor infectieziektebestrijding;

  • 3. voor pijler 3 gebaseerd op het aantal academische werkplaatsen infectieziektebestrijding in de betreffende regio;

  • 4. voor pijler 5 gebaseerd op het aantal GGD’en.

De activiteit die valt onder pijler 4 wordt uitgevoerd door de GGD Regio Utrecht.

Daarnaast neemt GGD Regio Utrecht een aantal coördinerende werkzaamheden op zich voor activiteiten ten behoeve van de pijlers 1, 2 en 5, en voert GGD Zuid-Limburg een aantal coördinerende activiteiten uit ten behoeve van pijler 3.

 

Pijler 1

Pijler 2

Pijler 3

Pijler 4

Pijler 5

Totaal per pijler voor het jaar 2023

€ 20.717.600

€ 2.408.680

€ 3.360.000

€ 416.400

€ 10.661.000

Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ

€ 553.716

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Amsterdam

€ 1.062.488

€ 344.097

€ 540.000

€ 0

€ 132.000

GGD Brabant-Zuidoost

€ 813.349

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Drenthe

€ 580.727

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Flevoland

€ 530.788

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Fryslân

€ 704.659

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Gelderland-Zuid

€ 637.197

€ 0

€ 540.000

€ 0

€ 132.000

GGD Gooi en Vechtstreek

€ 376.247

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Groningen

€ 654.025

€ 344.097

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Haaglanden

€ 1.084.488

€ 344.097

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Hart voor Brabant

€ 1.048.324

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Hollands-Midden

€ 836.924

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Hollands-Noorden

€ 717.291

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD IJsselland

€ 612.647

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Kennemerland

€ 625.300

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Limburg-Noord

€ 601.752

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Noord- en Oost-Gelderland

€ 848.300

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Regio Utrecht

€ 3.389.956

€ 344.097

€ 34.200

€ 416.400

€ 7.493.000

GGD Rotterdam-Rijnmond

€ 1.245.877

€ 0

€ 540.000

€ 0

€ 132.000

GGD Twente

€ 688.718

€ 344.097

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD West-Brabant

€ 752.564

€ 344.097

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Zaanstreek/Waterland

€ 456.266

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Zeeland

€ 492.719

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Zuid-Limburg

€ 657.099

€ 344.097

€ 1.705.800

€ 0

€ 132.000

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden

€ 746.179

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

 

Pijler 1

Pijler 2

Pijler 3

Pijler 4

Pijler 5

Totaal per pijler voor het jaar 2024

€ 20.717.600

€ 2.346.180

€ 3.720.000

€ 0

€ 9.623.920

Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ

€ 553.716

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Amsterdam

€ 1.062.488

€ 335.169

€ 840.000

€ 0

€ 132.000

GGD Brabant-Zuidoost

€ 813.349

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Drenthe

€ 580.727

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Flevoland

€ 530.788

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Fryslân

€ 704.659

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Gelderland-Zuid

€ 637.197

€ 0

€ 840.000

€ 0

€ 132.000

GGD Gooi en Vechtstreek

€ 376.247

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Groningen

€ 654.025

€ 335.169

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Haaglanden

€ 1.084.488

€ 335.169

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Hart voor Brabant

€ 1.048.324

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Hollands-Midden

€ 836.924

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Hollands-Noorden

€ 717.291

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD IJsselland

€ 612.647

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Kennemerland

€ 625.300

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Limburg-Noord

€ 601.752

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Noord- en Oost-Gelderland

€ 848.300

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Regio Utrecht

€ 3.389.956

€ 335.169

€ 34.200

€ 0

€ 7.247.920

GGD Rotterdam-Rijnmond

€ 1.245.877

 

€ 840.000

€ 0

€ 132.000

GGD Twente

€ 688.718

€ 335.169

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD West-Brabant

€ 752.564

€ 335.169

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Zaanstreek/Waterland

€ 456.266

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Zeeland

€ 492.719

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

GGD Zuid-Limburg

€ 657.099

€ 335.169

€ 2.005.800

€ 0

€ 132.000

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden

€ 746.179

€ 0

€ 0

€ 0

€ 132.000

Bijlage 2. Lijst van maximale uitkeringsbedragen per GGD voor pijler 6

(bijlage als bedoeld in artikel 4)

Onderstaand is een lijst opgenomen waarin per GGD het maximale uitkeringsbedrag is vermeld dat de GGD voor de jaren 2024 tot en met 2026 kan ontvangen voor pijler 6.

Het bedrag per GGD is gebaseerd op de volgende 4 criteria:

  • 1. regio’s met meer dan 1 miljoen inwoners zonder aanwezigheid van een A-luchthaven of A-haven;

  • 2. de aanwezigheid van een B-luchthaven of landsgrens;

  • 3. de aanwezigheid van een A-luchthaven of A-haven;

  • 4. een standaard bedrag voor regio’s die niet voldoen aan de bovenstaande criteria.

GGD Brabant-Zuidoost neemt een aantal coördinerende werkzaamheden op zich voor activiteiten ten behoeve van regio’s met een B-luchthaven, en GGD Zuid-Limburg voert een aantal coördinerende activiteiten uit ten behoeve van de regio’s met een landsgrens. Daarnaast ontvangt iedere GGD een vast bedrag ten behoeve van coördinerende werkzaamheden op landelijk niveau.

 

Jaar 2024

Jaar 2025

Jaar 2026

Totaal voor pijler 6

€ 8.321.000

€ 8.360.000

€ 9.140.000

Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Amsterdam

€ 420.142

€ 422.111

€ 461.495

GGD Brabant-Zuidoost

€ 351.937

€ 353.587

€ 386.577

GGD Drenthe

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Flevoland

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Fryslân

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Gelderland-Zuid

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Gooi en Vechtstreek

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Groningen

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Haaglanden

€ 420.142

€ 422.111

€ 461.495

GGD Hart voor Brabant

€ 420.142

€ 422.111

€ 461.495

GGD Hollands Midden

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Hollands-Noorden

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD IJsselland

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Kennemerland

€ 556.552

€ 559.161

€ 611.331

GGD Limburg-Noord

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Noord- en Oost-Gelderland

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Regio Utrecht

€ 420.142

€ 422.111

€ 461.495

GGD Rotterdam-Rijnmond

€ 556.552

€ 559.161

€ 611.331

GGD Twente

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD West-Brabant

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Zaanstreek/Waterland

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Zeeland

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

GGD Zuid-Limburg

€ 351.937

€ 353.587

€ 386.577

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden

€ 283.732

€ 285.062

€ 311.659

Naar boven