Verzamelwet Brexit

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2019. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 30-04-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Wet van 27 maart 2019 tot wijziging van enige wetten en het treffen van voorzieningen in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Verzamelwet Brexit)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ter voorbereiding op de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie het wenselijk is wijzigingen in een aantal wetten door te voeren en enkele wettelijke voorzieningen te treffen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 4. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

[Vervallen per 01-01-2024]

Artikel VII. Tijdelijke delegatiegrondslag met betrekking tot socialezekerheidswetten

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2019. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2023/417.]

[Red: Vervallen.]

Hoofdstuk 5. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Artikel IXa. Tijdelijke delegatiegrondslag met betrekking tot socialezekerheidswetten

  • 1 Bij algemene maatregel van bestuur kan in de Wet langdurige zorg en de Zorgverzekeringswet worden bepaald dat het Verenigd Koninkrijk na de terugtrekking uit de Europese Unie voor de toepassing van die wetten gedurende een daarbij aangegeven periode nog als EU-lidstaat wordt aangemerkt, en kan in die wetten overgangsrecht worden opgenomen voor de situatie na de terugtrekking of na afloop van die periode ter voorkoming van onevenredig nadeel voor verzekerden in het Verenigd Koninkrijk en Nederland.

  • 2 Zo spoedig mogelijk na de totstandkoming van de algemene maatregel van bestuur, maar uiterlijk binnen acht weken, wordt een voorstel van wet tot goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden. Indien het voorstel wordt ingetrokken of indien een van de kamers van de Staten-Generaal tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, wordt de algemene maatregel van bestuur onverwijld ingetrokken en wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden dat er toe strekt de bij de algemene maatregel van bestuur vastgestelde wijzigingen ongedaan te maken.

Hoofdstuk 6. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel X. Regelgevende bevoegdheden ten behoeve van overgangssituaties

  • 1 Bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling van Onze Minister die het aangaat kunnen tot zes maanden na het einde van de overgangsperiode, bedoeld in artikel 126 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PbEU 2020, L 29), voorzieningen worden getroffen met het oog op een goed verloop van deze terugtrekking. De eerste volzin is slechts van toepassing indien op grond van het bepaalde bij of krachtens een andere wet geen voorzieningen als bedoeld in de eerste volzin kunnen worden getroffen of indien terstond intredende onaanvaardbare gevolgen het treffen van voorzieningen als bedoeld in de eerste volzin noodzakelijk maken. Het gebruik van de bevoegdheid, bedoeld in de eerste volzin, wordt nadrukkelijk gemotiveerd.

  • 2 Bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de wet, voor zover dit nodig is voor een goede tenuitvoerlegging van een bindende EU-rechtshandeling met betrekking tot de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, of ter voorkoming van onaanvaardbare en onomkeerbare gevolgen daarvan. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in de eerste volzin, wordt niet afgeweken van bij de Grondwet gestelde voorschriften.

  • 3 De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

  • 4 Indien een voorziening als bedoeld in het tweede lid een structurele afwijking van de wet betreft, wordt zo spoedig mogelijk een voorstel van wet ingediend dat ertoe strekt de wet zodanig te wijzigen dat de voorziening niet langer noodzakelijk is.

  • 5 Indien het vierde lid geen toepassing vindt ten aanzien van een algemene maatregel van bestuur waarbij wordt afgeweken van de wet, wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen acht weken na het tot stand komen van de algemene maatregel van bestuur een voorstel van wet tot goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend.

  • 6 Indien een voorstel als bedoeld in het vierde of vijfde lid wordt ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, wordt de algemene maatregel van bestuur onverwijld ingetrokken.

  • 7 Indien dit noodzakelijk is in verband met de spoedeisendheid van een voorziening als bedoeld in het tweede lid wordt de voorziening getroffen bij ministeriële regeling van Onze Minister die het aangaat. Bij de ministeriële regeling, bedoeld in de eerste volzin, wordt niet afgeweken van bij de Grondwet gestelde voorschriften.

  • 8 Een krachtens het zevende lid vastgestelde ministeriële regeling wordt uiterlijk de dag na de plaatsing in de Staatscourant aan beide kamers der Staten-Generaal gezonden. Indien een van beide kamers der Staten-Generaal bezwaar maakt tegen het voorstel, wordt de ministeriële regeling binnen een week ingetrokken.

  • 9 Het vierde tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een ministeriële regeling als bedoeld in het zevende lid. Indien de voorziening die bij deze ministeriële regeling is getroffen een structurele afwijking van een algemene maatregel van bestuur betreft, wordt zo spoedig mogelijk een ontwerpbesluit in procedure gebracht dat ertoe strekt de algemene maatregel van bestuur zodanig te wijzigen dat de voorziening bij ministeriële regeling niet langer noodzakelijk is.

  • 10 Een voorziening als bedoeld in het zevende lid die geen gelijkstelling van het Verenigd Koninkrijk met een EU-lidstaat inhoudt voor de toepassing van een wet of algemene maatregel van bestuur, vervalt van rechtswege indien niet binnen tien weken na de inwerkingtreding ervan een voorstel van wet is ingediend dan wel een ontwerpbesluit in procedure is gebracht.

Artikel XI. Inwerkingtreding

  • 1 Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

  • 2 In het koninklijk besluit kan worden bepaald dat deze wet of onderdelen daarvan terugwerken tot en met 30 maart 2019.

  • 3 Aan besluiten die worden gebaseerd op een onderdeel van deze wet waaraan ingevolge het tweede lid terugwerkende kracht is verleend, kan terugwerkende kracht worden verleend tot en met dezelfde datum.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 27 maart 2019

Willem-Alexander

De Minister van Buitenlandse Zaken,

S.A. Blok

Uitgegeven de twaalfde april 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven