Beleidsregel tenaamstellingsloket snelle motorboten

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 10-06-2018 t/m heden

Beleidsregel tenaamstellingsloket snelle motorboten

Artikel 1

De begripsbepalingen van het Binnenvaartpolitiereglement zijn onverkort van toepassing.

Voorts wordt verstaan onder:

  • aanvrager: de natuurlijk- of rechtspersoon die een verzoek indient voor de tenaamstelling van een snelle motorboot.

  • toestemminghouder: degene aan wie toestemming is verleend als bedoeld in deze beleidsregel.

  • verzoeker: de rechtspersoon die in het kader van deze beleidsregel toestemming vraagt zoals bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

  • 1 De Dienst Wegverkeer kan aan een rechtspersoon toestemming verlenen om, tegen betaling namens de aanvrager van een door deze dienst vast te stellen tarief, snelle motorboten te naam te stellen in het door deze dienst gehouden register.

  • 2 De toestemming wordt door de Dienst Wegverkeer op aanvraag verleend indien voldaan wordt aan de eisen zoals genoemd in artikel 3 tot en met 6.

  • 3 De verzoeker dient de regels zoals opgenomen in de Beleidsregel Tenaamstelling Snelle Motorboten ten aanzien van de wijze van uitvoering van de aanvraag tot tenaamstelling in acht te nemen.

  • 4 De toestemming houdt tevens in om namens de aanvrager de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijzigingen ten aanzien van de registratie in ontvangst te nemen.

  • 5 De toestemming wordt schriftelijk verleend door de Dienst Wegverkeer.

Artikel 3

  • 1 Met het toezicht op de naleving van de uit de toestemming voortvloeiende verplichtingen zijn belast de bij besluit van de Dienst Wegverkeer aangewezen ambtenaren. Een zodanig besluit wordt bekend gemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

  • 2 De toestemminghouder is gehouden tot betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door deze dienst ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.

  • 3 Bij door de Dienst Wegverkeer vast te stellen beleid wordt het maximale bedrag vastgesteld dat de toestemminghouder aan de aanvrager in rekening mag brengen voor zijn dienstverlening.

  • 4 Bij door de Dienst Wegverkeer vast te stellen beleid worden nadere regels vastgesteld betreffende de wijze waarop het toezicht wordt gehouden en de verplichting tot medewerking daaraan van degene aan wie toestemming is verleend. Dit beleid kan inhouden dat een verscherpt toezicht wordt gehouden indien blijkt dat wordt gehandeld in strijd met een of meer uit de voortvloeiende verplichtingen van de verleende toestemming.

Artikel 4

  • 1 De Dienst Wegverkeer trekt de toestemming in, indien degene aan wie de toestemming is verleend, daarom verzoekt.

  • 2 De Dienst Wegverkeer kan bepalen dat na indiening van het verzoek om de toestemming in te trekken dit verzoek gehonoreerd wordt na het verstrijken van de tijdsduur van minimaal een jaar.

  • 3 De Dienst Wegverkeer kan de toestemming intrekken of wijzigen indien degene aan wie de toestemming is verleend:

  • 4 De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het derde lid, de toestemming tijdelijk schorsen voor een door hem daarbij vast te stellen termijn die ten hoogste twaalf weken bedraagt.

  • 5 De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het eerste en derde lid, bepalen dat een wachttijd geldt voor het aanvragen van toestemming van maximaal 30 maanden.

  • 6 Bij door de Dienst Wegverkeer vast te stellen beleid kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot het intrekken, wijzigen en schorsen van de toestemming.

Artikel 5

  • 1 Indien de verzoeker reeds beschikt over de Erkenning zoals gesteld in de Regeling erkenning tenaamstelling, voldoet verzoeker aan de gestelde van dit besluit en zal de RDW op basis hiervan toestemming verlenen.

  • 2 Beschikt de aanvrager niet over de Erkenning zoals gesteld in de Regeling Erkenning Tenaamstelling, dan moet de aanvrager:

    • a. voldoen aan een landelijke dekkingsgraad en bereikbaarheid. Per gemeente met minimaal 100.000 inwoners is er minimaal een vestiging waar het registreren van een snelle motorboot kan plaats vinden. Uitzondering hierop vormen de Waddeneilanden. Daarnaast moet er in de provincie Zeeland minimaal 1 vestiging zijn.

    • b. zekerheid stellen voor een bedrag ter grootte van de geschatte omzet van de te verlenen tenaamstellingen over twee maanden. Onder omzet wordt verstaan het totale bedrag van de te betalen tarieven dat het bedrijf aan wie de toestemming is verleend aan de Dienst Wegverkeer verschuldigd zal zijn.

    • c. bij de aanvraag een door de Dienst Wegverkeer goedgekeurd kwaliteitshandboek overleggen waarin een beschrijving is opgenomen van de met de tenaamstelling samenhangende procedures, de instructies, controlemaatregelen, de technische handelingen alsmede de administratieve handelingen, de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kennis van het daarbij betrokken personeel alsmede de maatregelen die genomen zijn om te voorkomen dat de aanvraaggegevens worden vastgelegd buiten de registratie van de Dienst Wegverkeer.

Artikel 6

  • 1 De toestemminghouder meldt wijzigingen in de bedrijfsactiviteit alsmede wijzigingen in de bedrijfsgegevens, voor zover deze van belang kunnen zijn voor de verleende toestemming, onverwijld aan de Dienst Wegverkeer.

  • 2 De toestemminghouder ziet er op toe dat:

    • a. het personeel dat betrokken is bij de tenaamstelling van vaartuigen op de hoogte is van de regels die gelden voor deze toestemming.

    • b. het personeel dat betrokken is bij de tenaamstelling van vaartuigen kennis heeft van identiteitsvaststelling en documentherkenning. De Dienst Wegverkeer stelt hiertoe een opleidingsmodule ter beschikking.

    • c. voor de uitvoering van deze dienst alleen de in de instructie genoemde legitimatiebewijzen geaccepteerd worden.

  • 3 De toestemminghouder houdt elke vestiging op minimaal vijf dagen per week gedurende minimaal drie aaneengesloten uren voor het publiek geopend.

  • 4 Vanaf de buitenkant van elke vestiging van de toestemminghouder dient op een door de Dienst Wegverkeer zichtbare wijze kenbaar gemaakt worden dat men toestemming heeft voor de tenaamstelling en wijzigingen met betrekking tot de registratie van Snelle Motorboten.

Artikel 7

  • 1 De toestemminghouder beschikt over richtlijnen voor medewerkers met betrekking tot het veilig gebruik van applicaties, wachtwoorden, de herkenning en melding van veiligheidsincidenten en de vernietiging van documenten met gevoelige informatie na het afronden van processen.

  • 2 De toestemminghouder houdt een administratie van veiligheidsincidenten.

  • 3 De gegevens die de toestemminghouder verwerkt dan wel waarin het inzage heeft, worden uitsluitend gebruikt ten behoeve van de tenaamstelling van vaartuigen.

  • 4 De toestemminghouder maakt gebruik van de door de Dienst Wegverkeer goedgekeurde datacommunicatieapparatuur. Bij dit gebruik neemt de toestemminghouder de door de Dienst Wegverkeer gegeven aanwijzingen in acht. De toestemminghouder sluit op een uniforme en door de Dienst Wegverkeer voorgeschreven wijze aan op de ICT infrastructuur van de Dienst Wegverkeer. De toestemminghouder voldoet hierbij aan de navolgende eisen:

    • a. De toestemminghouder dient op de door de Dienst Wegverkeer voorgeschreven wijze een betrouwbare en beveiligde verbinding tot stand te kunnen brengen.

    • b. De toestemminghouder zorgt voor unieke identificatie van de medewerkers op de werkplek waar de tenaamstelling wordt uitgevoerd. Het vereiste beveiligingsniveau is daarbij minimaal gelijk aan het niveau van een gebruikersnaam-wachtwoord combinatie.

    • c. Bij iedere tenaamstelling stuurt de toestemminghouder informatie aan de Dienst Wegverkeer waaruit de vestiging blijkt waar en door wie de tenaamstellingtransactie is uitgevoerd (locatieiD + locatieNAAM + medewerkeriD).

Artikel 8

  • 1 De toestemminghouder neemt kennis van het toezichtbeleid dat door de Dienst Wegverkeer wordt vastgesteld.

  • 2 De toestemminghouder legt jaarlijks en op verzoek van de Dienst Wegverkeer een EDP auditverklaring over waaruit blijkt dat het voldoet aan de eisen van de artikelen 2 tot en met 7.

Artikel 9

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening in de Staatscourant.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regel wordt aangehaald als: Beleidsregel tenaamstellingsloket snelle motorboten. Deze regel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Directie van de Dienst Wegverkeer,

A. van Ravestein

Algemeen Directeur

Naar boven