Bestuursreglement CIZ

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 18-05-2021 t/m heden

Bestuursreglement CIZ

Het zelfstandig bestuursorgaan CIZ, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de Raad van Bestuur, heeft – gelet op artikel 7.1.3. van de Wet langdurige zorg (Wlz) en artikel 11 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen – besloten tot wijziging van het Bestuursreglement CIZ zoals vastgesteld op 13 december 2017. Aanleiding voor de wijziging is de wijziging in voorzitterschap van de Raad van Bestuur per 1 februari 2021. Na wijziging luidt de tekst van het Bestuursreglement als volgt:

Begripsbepalingen

In dit bestuursreglement wordt verstaan onder:

  • CIZ: het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 7.1.1. lid 1 van de Wlz.

  • Minister: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • Ministerie: het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • Raad van Bestuur: de leden van het CIZ tezamen.

  • Lid/Leden van de Raad van Bestuur: een lid/de leden van het CIZ.

  • Voorzitter: de voorzitter van het CIZ, als genoemd in artikel 7.1.1 leden 3 en 4 Wlz, tevens voorzitter van de Raad van Bestuur.

  • Bestuurssecretaris: de secretaris van de Raad van Bestuur van het CIZ.

  • Bestuurstafel: de vergadering van de Raad van Bestuur met de strategisch adviseur, de bestuurssecretaris en de manager FINAC en met daarnaast per gelegenheid te bepalen functionarissen van het CIZ.

Artikelen

1. De Raad van Bestuur

  • 1.1 De Minister benoemt de Leden van de Raad van Bestuur.

  • 1.2 De Minister stelt de bezoldiging van de Leden van de Raad van Bestuur vast.

  • 1.3 De Leden hebben of aanvaarden geen nevenfuncties die ongewenst zijn met het oog op de goede vervulling van hun functie, taken en verantwoordelijkheden of de handhaving van hun onafhankelijkheid of vertrouwen. De Raad van Bestuur vermeldt het voornemen van een Lid van het aanvaarden van een nevenfunctie anders dan uit hoofde van zijn functie aan de Minister. Nevenfuncties van de Leden van de Raad van Bestuur anders dan uit hoofde van hun functie worden openbaar gemaakt. Openbaarmaking geschiedt conform het voorgeschrevene in de Kaderwet zbo’s.

2. Uitoefening taken en bevoegdheden

  • 2.1 De Leden van de Raad van Bestuur zijn belast met het bestuur van het CIZ en geven leiding aan het personeel van het CIZ.

  • 2.2 De Leden van de Raad van Bestuur dienen het CIZ in de realisatie van zijn doelen en in de realisatie van zijn wettelijke taak en maken bij de beleidsvorming een evenwichtige afweging van de belangen van allen die bij het CIZ betrokken zijn.

  • 2.3 De Leden van de Raad van Bestuur zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheden, maatschappelijke positie en voorbeeldfunctie en zullen derhalve geen handelingen verrichten of nalaten die de reputatie van het CIZ schaden. De Leden van de Raad van Bestuur bevorderen dat medewerkers van het CIZ zich eveneens naar deze norm gedragen.

  • 2.4 De Voorzitter geeft leiding aan de Raad van Bestuur en vertegenwoordigt het CIZ in en buiten rechte.

  • 2.5 Een Lid van de Raad van Bestuur heeft bij afwezigheid van de Voorzitter alle hierna in dit bestuursreglement genoemde bevoegdheden van de Voorzitter.

  • 2.6 De Raad van Bestuur draagt zorg voor het opstellen van een begroting, meerjarenraming en een werkplan voor de uitvoering van de aan het CIZ opgedragen taken.

  • 2.7 De Raad van Bestuur draagt zorg voor de uitvoering van de taken als hiervoor in Lid 2.6 beschreven, voor de kwaliteit van de resultaten en producten en voor de duurzame bedrijfsvoering van het CIZ.

  • 2.8 De Raad van Bestuur regelt de structuur en de werkwijze van de organisatie waaronder het kwaliteitsbeleid van het CIZ.

  • 2.9 De Raad van Bestuur draagt zorg voor de opzet en werking van een risicobeheersing- en controlesysteem ten behoeve van de beheersing van de primaire en ondersteunende processen.

  • 2.10 De Raad van Bestuur draagt zorg voor de opzet en werking van een adequaat management-informatiesysteem.

  • 2.11 De Raad van Bestuur draagt zorg voor de tijdige informatievoorziening aan de Minister als bedoeld in artikel 20 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, met inachtneming van de afspraken die over de informatieuitwisseling zijn gemaakt en de wettelijke voorschriften en beperkingen met betrekking tot het verstrekken van vertrouwelijke gegevens.

  • 2.12 De Raad van Bestuur benoemt een Bestuurssecretaris. De Bestuurssecretaris maakt deel uit van het personeel van het CIZ.

3. Ondersteuning en vervanging van de bestuurder

  • 3.1 Het CIZ hanteert een governance structuur waarin tegenkracht geborgd is.

  • 3.2 In voorkomende gevallen wordt een Lid van de Raad van Bestuur vervangen. Dit is nader uitgewerkt in de mandaatregeling van het CIZ.

4. Besluiten van beheersmatige aard

De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat het CIZ zich als een publiekrechtelijk orgaan bij zijn bedrijfsvoering zoveel mogelijk richt op datgene wat gebruikelijk is bij de rijksoverheid, onverlet de eigen verantwoordelijkheid van het CIZ.

5. Tegenstrijdige belangen

  • 5.1 Een Lid van de Raad van Bestuur meldt een mogelijk tegenstrijdig belang voorafgaand aan besluitvorming of bespreking van een agendapunt in de Bestuurstafel en verschaft daarover alle relevante informatie.

  • 5.2 Indien artikel 5.1 van toepassing is, neemt het desbetreffende Lid van de Raad van Bestuur niet deel aan (de behandeling van) de besluitvorming over de desbetreffende aangelegenheid en treedt de bepaling uit de mandaatregeling omtrent afwezigheid van de Leden van de Raad van Bestuur in werking.

  • 5.3 Indien sprake is van een (mogelijk) tegenstrijdig belang wordt hiervan expliciet melding gemaakt in het verslag van de vergadering van de Bestuurstafel als bedoeld in artikel 6.4.

6. De Bestuurstafel

  • 6.1 De Voorzitter leidt op een door hem te bepalen plaats en wijze de Bestuurstafel. De Bestuurssecretaris, de strategisch adviseur en de manager FINAC wonen de Bestuurstafel zo mogelijk bij. Alleen de Leden van de Raad van Bestuur hebben beslissingsbevoegdheid, een en ander zoals is vastgelegd in artikel 7 van dit reglement.

  • 6.2 De Raad van Bestuur vergadert ten minste één maal per maand op door de Voorzitter vast te stellen data en tijdstippen, of vaker als de Voorzitter dit nodig acht of een Lid van de Raad van Bestuur, de strategisch adviseur, de Bestuurssecretaris, de manager FINAC zulks met redenen omkleed, verzoekt.

  • 6.3 De agenda van de Bestuurstafel wordt vastgesteld door de Voorzitter. De Bestuurssecretaris draagt zorg voor algemene bekendmaking van de agenda voor zover de vergadering openbaar is. De voor de Bestuurstafel bestemde stukken stuurt de Bestuurssecretaris naar de deelnemers die het betreft.

  • 6.4 Van de Bestuurstafel wordt een zakelijk verslag (besluitenlijst en actielijst) opgemaakt dat in de eerstvolgende vergadering door de Raad van Bestuur wordt vastgesteld.

  • 6.5 De Bestuurstafel is niet openbaar, tenzij de Voorzitter anders beslist.

  • 6.6 De Raad van Bestuur kan zich tijdens de (gehele of gedeeltelijke) vergadering laten bijstaan door medewerkers van het CIZ of externen.

7. Bestuurlijke besluitvorming

  • 7.1 Ieder Lid van de Raad van Bestuur heeft één stem.

  • 7.2 De Leden van de Raad van Bestuur stemmen zonder last of ruggespraak.

  • 7.3 De Raad van Bestuur neemt besluiten bij volstrekte meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken beslist de Voorzitter. Uit oogpunt van bedrijfsbelang kan de Voorzitter ook besluiten dat een extra stemmingsronde noodzakelijk is. Indien de stemmen dan wederom staken, beslist de Voorzitter.

  • 7.4 De Raad van Bestuur neemt zijn besluiten bij voorkeur in de Bestuurstafel. De Raad van Bestuur is echter gerechtigd buiten deze vergadering gedocumenteerd besluiten te nemen, indien de Leden van de Raad van Bestuur daarmee unaniem instemmen. De besluiten worden in dat geval ter vastlegging opgenomen in het verslag van de daaropvolgende Bestuurstafel.

  • 7.5 Bij de voorbereiding van besluiten zorgt de Raad van Bestuur dat de nodige informatievergaring heeft plaatsgevonden en neemt die aantoonbaar mee in zijn afweging en besluitvorming.

  • 7.6 Informatievergaring door de Raad van Bestuur gebeurt door eigen onderzoek, het openstellen van deelname aan project- en werkgroepen, het horen van belanghebbenden of op enige andere geschikte wijze.

  • 7.7 De Raad van Bestuur kan bij de voorbereiding van besluiten gebruik maken van een commissie en/of advies inwinnen bij de Raad van Advies of Audit Advies Commissie. Een advies van een commissie, Raad van Advies of Audit Advies Commissie is niet bindend voor de Raad van Bestuur.

  • 7.8 Afhankelijk van de situatie vergaart de Raad van Bestuur informatie mondeling of schriftelijk.

8. Openheid en externe verantwoording door de bestuurder

  • 8.1 De Raad van Bestuur legt conform de met het Ministerie afgestemde planning & control cyclus verantwoording af over de uitvoering van de taken, over het beleid en over de kwaliteitszorg.

  • 8.2 De Raad van Bestuur legt, als onderdeel van de planning & control cyclus, in het jaarverslag verantwoording af over de uitvoering van de taken, over het beleid en over de kwaliteitszorg in het voorgaande jaar.

  • 8.3 De Raad van Bestuur legt jaarlijks met een jaarrekening financiële verantwoording af die voldoet aan de eisen van het Burgerlijk Wetboek titel 9, Boek 2, voorzien van een verklaring van de accountant over de getrouwheid van de jaarrekening.

  • 8.4 De Raad van Bestuur legt in het jaarverslag verantwoording af over de bedrijfsvoering waaronder de ordelijkheid en controleerbaarheid van het financieel beheer en de beheersing van risico’s in de primaire en ondersteunende processen.

9. Toezicht door de Minister

De Minister houdt toezicht op het CIZ. De Raad van Bestuur verleent en bevordert binnen de organisatie de volledige medewerking aan de uitvoering van de toezichthoudende taken.

10. Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging

De Voorzitter stelt een mandaatregeling vast. Hierin worden mandaat, volmacht en machtigingen en daaraan gerelateerde bevoegdheden beschreven en de reikwijdte c.q. het organisatieonderdeel van het CIZ waarop dit van toepassing is.

11. Raad van Advies

  • 11.1 De Raad van Bestuur stelt een Raad van Advies in van maximaal vijf onafhankelijke, externe deskundigen.

  • 11.2 De Leden van de Raad van Advies kunnen niet gelijktijdig Lid zijn van de Audit Advies Commissie.

  • 11.3 De Raad van Bestuur stelt een profiel op voor de Leden van de Raad van Advies, benoemt deze en bepaalt het reglement voor de Raad van Advies.

  • 11.4 De Raad van Advies adviseert de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd over de strategische agenda en continuïteit van het CIZ en over organisatieontwikkelingen op lange termijn.

    Daarnaast fungeert de Raad van Advies als klankbord voor de Raad van Bestuur.

  • 11.5 De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat de adviezen van de Raad van Advies, voorzien van een appreciatie, aan de Minister worden toegezonden. De Raad van Bestuur besteedt in het jaarverslag aandacht aan de wijze waarop hij is omgegaan met de bevindingen en adviezen van de Raad van Advies.

12. Audit Advies Commissie

  • 12.1 De Raad van Bestuur stelt een Audit Advies Commissie in van maximaal drie onafhankelijke, externe deskundigen.

  • 12.2 De Leden van de Audit Commissie kunnen niet gelijktijdig Lid zijn van de Raad van Advies.

  • 12.3 De Raad van Bestuur stelt een profiel op voor de Leden van de Audit Advies Commissie, benoemt deze en bepaalt het reglement voor de Audit Advies Commissie.

  • 12.4 De Audit Advies Commissie adviseert de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd over:

    • kwaliteit van de financiële verslaggeving en verantwoording;

    • risicomanagement;

    • opzet en werking van het auditbeleid van de organisatie;

    • rechtmatige en doelmatige publieke taakuitoefening.

    Daarnaast fungeert de Audit Advies Commissie als klankbord voor de Raad van Bestuur.

  • 12.5 De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat de adviezen van de Audit Advies Commissie, voorzien van een appreciatie, aan de Minister worden toegezonden. De Raad van Bestuur besteedt in het jaarverslag aandacht aan de wijze waarop is omgegaan met de bevindingen en adviezen van de Audit Advies Commissie.

13. Commissies

  • 13.1 De Raad van Bestuur kan een of meer al dan niet vaste commissies instellen. Leden van deze commissies kunnen niet gelijktijdig Lid zijn van een andere ingestelde commissie.

  • 13.2 De Raad van Bestuur benoemt de Leden van deze commissies en bepaalt de werkwijze van de commissies. Dit wordt vastgelegd in een reglement van deze commissies.

14. Klachtenregeling

De Raad van Bestuur stelt, met inachtneming van hoofdstuk 9 van de Algemene Wet Bestuursrecht, een klachtenregeling vast op grond waarvan eenieder recht heeft om over de wijze waarop het CIZ zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen een klacht in te dienen bij het CIZ.

De wijze van behandelen van de klacht is vastgelegd in de klachtenregeling.

15. Integriteitsbeleid

De Raad van Bestuur legt het beleid inzake de integriteit vast in een Gedragscode Integriteit waar alle medewerkers van het CIZ en de Leden van de Raad van Bestuur aan zijn gebonden.

16. Klokkeluidersregeling

De Raad van Bestuur stelt een klokkeluidersregeling vast. Deze regeling is opgesteld met het doel medewerkers van het CIZ, ongeacht hun functie en positie in de organisatie, op adequate en veilige wijze melding te laten doen van vermoedens van misstanden of onregelmatigheden die plaatsvinden binnen de organisatie. De wijze van behandelen van de melding is vastgelegd in de klokkeluidersregeling.

17. Vertrouwelijkheid

  • 17.1 De Leden van de Raad van Bestuur nemen strikte geheimhouding in acht omtrent alle informatie en documentatie die zij in het kader van hun functie verkrijgen en die als vertrouwelijk is aangemerkt dan wel waarvan de vertrouwelijkheid uit de aard van de informatie voortvloeit, ook na hun aftreden.

  • 17.2 Lid 17.1 is van overeenkomstige toepassing op diegenen die belast zijn met de administratieve en secretariële ondersteuning van de Raad van Bestuur en op diegenen die vergaderingen geheel of gedeeltelijk hebben bijgewoond.

18. Wijzigingen bestuursreglement

  • 18.1 Wijzigingen van dit bestuursreglement geschieden in overeenstemming met de besluitvormingsprocedure zoals bepaald in artikel 7 van dit reglement.

  • 18.2 Een wijziging zoals bedoeld in Lid 18.1 behoeft de goedkeuring van de Minister.

  • 18.3 Een wijziging van dit bestuursreglement wordt gepubliceerd in de Staatscourant waarna de wijziging in werking treedt.

Slotbepalingen

  • 19. In geval van onvoorziene omstandigheden waarin dit bestuursreglement niet voorziet en in alle geschillen over de uitleg van dit bestuursreglement, beslist de Voorzitter.

  • 20. Dit bestuursreglement wordt na goedkeuring door de Minister gepubliceerd in de Staatscourant.

    Dit bestuursreglement treedt in werking op de dag na publicatie in de Staatscouranten en wordt alsdan gepubliceerd op de website van het CIZ.

  • 21. Dit bestuursreglement wordt aangehaald als ‘Bestuursreglement CIZ’.

, 25 maart 2021

C.C.P. Klijn

Voorzitter Raad van Bestuur

Naar boven