Besluit vaststelling subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring ex Subsidieregeling [...] Zaken 2006 (Orange Knowledge Programme 2018–2022)

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 08-02-2023 t/m heden

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 maart 2018, nr. minbuza–2018.385214, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Orange Knowledge Programme 2018–2022)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op de artikelen 6, 7 en 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op de artikelen 6.4 en 6.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

  • 2 De subsidieverlening vindt plaats via verschillende openstellingen, waarvoor nadere beleidsregels bekend kunnen worden gemaakt via www.nuffic.nl, onder kennisgeving daarvan in de Staatscourant.

Artikel 2

  • 1 Voor subsidieverlening in het kader van het OKP 2018–2022 geldt voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2018 een subsidieplafond van € 55.570.000. De voor subsidieverlening beschikbare middelen voor de jaren 2019, 2020, 2021 en 2022 zullen bij nader besluit in de Staatscourant bekend worden gemaakt.

  • 2 Het voor 2018 beschikbare bedrag is als volgt verdeeld over de verschillende soorten subsidies:

    • a. subsidies voor activiteiten gericht op het verstrekken van beurzen voor:

      • 1) Short Courses: € 8.550.000,– waarvan € 3.350.000 beschikbaar is voor een eerste openstelling, € 1.300.000,– voor een tweede openstelling, € 5.720.000, waarvan € 1.820.000 beschikbaar is voor activiteiten gericht op het geven van Short Courses aan kandidaten wonend en werkzaam in Jordanië, Libanon, Egypte, Palestijnse Gebieden, Burkina Faso, Ethiopië, Mali, Nigeria of Niger voor zover er voldoende hierop gerichte aanvragen zijn die voldoen aan de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd voor een derde openstelling;

      • 2) Masters: € 16.000.000,– waarvan € 14.500.000 beschikbaar is voor een eerste openstelling en € 1.500.000 voor een tweede openstelling;

    • b. subsidies voor activiteiten gericht op het aanbieden van de volgende soorten trainingen:

      • 1) opfriscursussen: € 1.500.000,–;

      • 2) tailor-made trainingen: € 5.250.000,– waarvan € 2.250.000 beschikbaar is voor een eerste openstelling, € 3.000.000 voor een tweede openstelling;

      • 3) tailor-made plus trainingen: € 2.400.000;

    • c. subsidies voor activiteiten gericht op het verstrekken van institutionele samenwerkingsprojecten: € 20.000.000,–;

    • d. subsidies voor alumni activiteiten: € 50.000.

  • 3 Indien middelen resteren van de middelen die beschikbaar zijn voor één van de soorten subsidies bedoeld in het tweede lid, komen deze naar rato beschikbaar voor aanvragen met betrekking tot de andere soorten van activiteiten, voor zover deze aanvragen voldoen aan de maatstaven die in dit besluit zijn neergelegd. Indien middelen resteren van de middelen die beschikbaar zijn voor één van de openstellingen als bedoeld in het tweede lid, komen deze beschikbaar voor aanvragen die worden ingediend in de daaropvolgende openstelling in hetzelfde kalenderjaar.

  • 4 De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat voor het deel van de subsidie dat ten laste van een nog niet vastgestelde begroting komt, voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 3

  • 1 Aanvragen voor een subsidie in het kader van het OKP 2018–2022 worden ingediend naar aanleiding van subsidieopenstellingen waarvan mededeling wordt gedaan op www.nuffic.nl.

  • 2 Aanvragen in het kader van het OKP 2018–2022 worden ingediend aan de hand van een daartoe door de minister vastgesteld aanvraagformulier en voorzien van de op het aanvraagformulier vermelde bescheiden.1

Artikel 4

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die reeds voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal met de daarbij behorende bijlage en annex in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

namens deze,

de plaatsvervangend Directeur-Generaal Internationale Samenwerking,

R.M. Buijs

Bijlage

Hoofdstuk 1

1.1. Beleidsregels OKP 2018–2022

Het voorliggende subsidiebeleidskader vormt het richtsnoer voor de beoordeling van aanvragen voor een subsidie in het kader van het Orange Knowledge Programme (OKP) 2018–2022. Het OKP is een kennisontwikkelingsprogramma dat subsidiemogelijkheden biedt voor het aanbieden van individuele beurzen, maatwerk groepstrainingen, samenwerkingsprojecten tussen kennisinstellingen gericht op duurzame versterking van de hoger- en beroepsonderwijscapaciteit binnen voor de ontwikkelingssamenwerking relevante lokale prioritaire thema’s en alumniactiviteiten.

1.2. Doelstelling

Het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken ondersteunt reeds gedurende een aantal decennia kennisontwikkeling in lage- en middeninkomenslanden. Deze kennisontwikkeling is gericht op het ondersteunen van de capaciteits- en kennisontwikkelingsagenda van landen in het Zuiden via het versterken van kennis en vaardigheden van individuele professionals, bij ontwikkelingsvraagstukken betrokken organisaties en hoger-onderwijs- en beroepsonderwijsinstellingen. Het OKP bestaat naast subsidieverstrekking voor individuele beurzen en het geven van groepstrainingen, uit subsidieverstrekking voor (meerjarige) samenwerkingsprojecten tussen Nederlandse instellingen en instellingen uit de partnerlanden en alumniactiviteiten. De voor het OKP 2018–2022 beschikbare subsidiemiddelen zijn enerzijds gericht op de ontwikkeling van de postsecundaire onderwijssector in de partnerlanden en anderzijds bedoeld om een behoefte aan bijscholing, gericht op capaciteitsopbouw, gerelateerd aan lokale prioriteiten in een breedspectrum van overheids-, private- en niet-gouvernementele organisaties (zoals onderwijsinstellingen, ministeries, , bedrijven) te ondersteunen.

Het OKP wil bijdragen aan de ontwikkeling van onderwijssystemen, onderwijsbeleid en onderwijsprogramma's die niet discrimineren op basis van geslacht, ras, etnische afkomst, religie, seksualiteit of andere kenmerken. Vraaggerichtheid, eigenaarschap en aansluiting bij de prioriteiten van het buitenlandbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken staan centraal.

1.3. Beschikbare middelen

Voor subsidieverlening in het kader van het OKP zal in de periode 2018–2022 in totaal € 266.775.801 beschikbaar zijn. Dit beschikbare bedrag wordt in de periode tot en met 31 december 2024 verdeeld over diverse openstellingen waarin steeds een deel van de totaal beschikbare middelen beschikbaar komt voor aanvragen die in die periodes worden ingediend.

De middelen die beschikbaar zijn voor subsidieverlening voor openstellingen zullen bekend worden gemaakt in de Staatscourant in daartoe strekkende besluiten.

1.4. Uitvoering en beheer

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft de uitvoering van het OKP 2018–2022 opgedragen aan Nuffic. Nuffic heeft als organisatiedoelstelling internationalisering van het Nederlandse onderwijs en draagt bij aan de internationale kennis- en onderwijssamenwerking met buitenlandse organisaties. Nuffic voert het OKP 2018–2022 uit namens de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op grond van een aan Nuffic verleend mandaat.

1.5. Beleidsregels per soort activiteit

In de hierna volgende hoofdstukken 2 tot en met 5 zijn per soort onderwijsactiviteit waarvoor subsidie kan worden verstrekt de beleidsregels vastgesteld die worden gehanteerd bij de beoordeling van subsidieaanvragen voor de betreffende onderwijsactiviteit. Het gaat daarbij om achtereenvolgens subsidieaanvragen voor het verstrekken van individuele beurzen (hoofdstuk 2), subsidieaanvragen voor groepstrainingen (hoofdstuk 3), subsidieaanvragen voor institutionele samenwerkingsprojecten (hoofdstuk 4) en subsidieaanvragen voor alumni-activiteiten (hoofdstuk 5).

1.6. Landenlijst

Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie in het kader van het OKP 2018–2022 dienen subsidieaanvragen zich te richten op onderwijsactiviteiten aan kandidaten en voor instellingen in een beperkt aantal landen. Deze landen zijn opgenomen in de annex “Landenlijst” bij deze bijlage. In lijn met de huidige strategie van het beleid voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en vooruitlopend op een nieuw te ontwikkelen programma zijn vanaf 2023 de landen ingedeeld in twee categorieën, te weten A en B.

Country Plans of Implementation (CPIs) en Country Focus documents

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor de verschillende onderwijsactiviteiten, waarvoor in het OKP subsidiemiddelen worden gesteld, dienen de subsidieaanvragen relevant te zijn voor de duurzame ontwikkeling in het betreffende land en/of regio waar de activiteiten plaatsvinden en aan te sluiten bij de lokale prioritaire ontwikkelingsrelevante thema’s. Hiervan kan voor landen uit categorie A kennis worden genomen via de Country Plans of Implementation (CPI) en voor landen uit categorie B via de Country Focus documents.2 In een CPI is de capaciteitsbehoefte voor een specifiek land gedefinieerd en een pakket van onderling samenhangende activiteiten opgenomen die kunnen bijdragen aan kennis- en capaciteitsversterking binnen de voor het betreffende land of regio gekozen thema’s. Een CPI is in lijn met het meerjarige strategische beleid zoals beschreven in het Multi Annual Strategic Plan (MASP) of jaarplan van de Nederlandse Ambassade. Voor de landen uit categorie B gelden de thema’s uit het Country Focus document. Op de website van Nuffic wordt een overzicht van deze lokale prioritaire ontwikkelingsrelevante thema’s per land gepubliceerd welke strategisch is afgestemd met de ambassades.3

Hoofdstuk 2. Individuele beurzen

Binnen OKP-Individuele beurzen worden subsidies verstrekt, waarmee beurzen kunnen worden verleend voor deelnemers aan:

  • 1. Masters (MA): post-graduale master opleidingen die minimaal één academisch jaar en maximaal 24 maanden duren. Voor master opleidingen die langer duren dan twaalf maanden, wordt voor de eerste twaalf maanden subsidie verstrekt op voorwaarde dat voor de resterende duur van de opleiding co- financiering beschikbaar is.

  • 2. Short courses (SC): cursussen waaraan geen graad is verbonden, zoals bijvoorbeeld diplomacursussen of modules van Bachelor- en Masteropleidingen. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie geldt voor aanvragen in de eerste openstelling dat de Short Course ten minste twee weken en ten hoogste twaalf maanden dient te beslaan en voor aanvragen in de tweede openstelling geldt dat de Short Course ten minste twee weken en ten hoogste zeven maanden dient te beslaan.

    De verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats via een subsidietender aan de hand van de in dit hoofdstuk vastgestelde criteria. Voor subsidies voor het verstrekken van beurzen voor deelnemers aan Short Courses en Masters is 75% van de per openstelling beschikbare subsidiemiddelen bestemd voor activiteiten in de landen onder categorie A van de bij deze bijlage behorende Landenlijst en 25% voor activiteiten in landen onder categorie B. Daarbij geldt voor de eerste openstelling voor subsidies voor het verstrekken van beurzen voor Masters dat € 525.000,– beschikbaar is voor aanvragen in het kader van het joint scholarship programme met Indonesië, het Indonesia Endowment Fund for Education (Lembaga Pengelola Dana Pendidikan, LDPD).

Aanvraagprocedure

Op www.nuffic.nlwordt mededeling gedaan van de aanvang van de periode waarbinnen subsidieaanvragen kunnen worden ingediend in het kader van OKP Individuele Beurzen, evenals van de uiterste datum waarop aanvragen moeten worden ingediend (deadline). Subsidieaanvragen dienen digitaal te worden ingediend via de website van Nuffic aan de hand van een daartoe vastgesteld formulier.4

Subsidieaanvragers

Voor subsidie voor beursverstrekking kunnen in aanmerking komen Nederlandse onderwijsinstellingen die aan de genoemde vereisten in dit hoofdstuk voldoen. De onderwijsinstellingen moeten zich hebben gecommitteerd aan de Gedragscode Internationale Student (Code of Conduct) of zijn opgenomen op de lijst van Additionele Kenniscentra die participeren in het Orange Knowledge Programme (OKP). Beiden zijn te vinden op de website www.internationalstudy.nl. Deze organisaties dienen de cursus of opleiding, aan de kandidaat-bursalen zelf te verzorgen; intermediaire organisaties komen niet voor subsidie in aanmerking. Voor de instellingen geldt dat ze voldoende organisatorische en financiële capaciteit moeten hebben.

Van aanvraag tot toekenning

Beursaanvraag

De kandidaat-bursaal vraagt de OKP-beurs zelf aan bij één van de onderwijsinstellingen die voldoen aan de hierboven genoemde vereisten. De instelling toetst of de kandidaat-bursalen voldoen aan de toelatingseisen van de betreffende cursus/opleiding, of de kandidaat-bursaal en de cursus/opleiding voldoen aan de hierna genoemde criteria. De instelling bepaalt vervolgens voor welke kandidaat-bursalen zij subsidie aanvraagt voor het verstrekken van een OKP-beurs.

Vereisten subsidieaanvraag

De Nederlandse onderwijsinstelling dient zijn aanvraag in bij Nuffic aan de hand van het daartoe vastgestelde aanvraagformulier.

Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie in het kader van OKP-Individuele beurzen moet een aanvraag voldoen aan de volgende criteria:

Ten aanzien van de kandidaat-bursaal:

  • De kandidaten-bursaal is werkzaam bij één van de volgende typen nationale en/of lokale organisaties: ministeries, middelbaar- en hoger (beroeps)onderwijsinstellingen, universiteiten, private sector, commissies en NGO’s. De kandidaat-bursaal mag niet werkzaam zijn bij:

    • Een bilaterale of multilaterale organisatie;

    • Een niet-gouvernementele organisatie die internationaal actief is en zich richt op het behartigen van maatschappelijke belangen, bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking, natuur- en milieubescherming, gezondheid of mensenrechten.5

  • De kandidaat-bursaal is een professional die gelet op (1) positie, (2) meerdere jaren relevante werkervaring en (3) netwerk binnen een lokaal ontwikkelingsrelevant thema in staat is of door zijn werkgever in staat wordt gesteld, om het geleerde in praktijk te brengen;

  • De kandidaat-bursaal bezit de nationaliteit van en is wonend en werkzaam in één van de landen op de landenlijst van het OKP (zie annex Landenlijst);

  • De kandidaat-bursaal is in bezit van een geldig identiteitsbewijs;

  • De kandidaat-bursaal vraagt een beurs aan voor de cursus/opleiding die is geregistreerd in Studyfinder.nl;6

  • De kandidaat-bursaal is toegelaten tot de cursus of opleiding waarvoor door de instelling subsidie wordt aangevraagd;

  • De kandidaat-bursaal levert een government statement bij de beursaanvraag indien deze door de lokale overheid verplicht is;7

  • De kandidaat-bursaal toont aan dat het gevraagde cofinancieringspercentage beschikbaar is om de studie te bekostigen;8

  • De werkgever van de kandidaat-bursaal ondersteunt de beursaanvraag middels een positieve referentie, verklaart gedurende de opleiding het loon van de bursaal door te betalen en na terugkomst de bursaal in de gelegenheid te stellen om het geleerde in praktijk te brengen;

Ten aanzien van de aanvraag / aanvrager:

  • De cursus/opleiding waarvoor de kandidaat-bursaal een beurs aanvraagt betreft een Masters of een Short course die voldoet aan de hierboven gestelde vereisten;

  • De beursaanvraag is relevant bij de duurzame ontwikkeling in het betreffende land of regio waar de vragende partij zijn standplaats heeft en voor het betreffende thema. De beursaanvraag sluit aan bij het Country Plan of Implementation (CPI) van het betreffende land of, indien dat er niet, is bij de prioriteiten van de ambassade in het betreffende land zoals opgenomen in het Country Focus Document;9

  • De cursus/opleiding waarvoor de kandidaat-bursaal een beurs aanvraagt, is geregistreerd in Studyfinder.nl;10

  • De cursus/opleiding waarvoor de kandidaat-bursaal een beurs aanvraagt, is full-time, tenzij het e-learning betreft;

  • De cursus/opleiding waarvoor de kandidaat-bursaal een beurs aanvraagt wordt in het Engels, Frans of Spaans aangeboden;

  • De aanvrager toont aan dat zij voor iedere geselecteerde bursaal minimaal 5% co- financiert van de kosten van de opleiding voor de betreffende bursaal.

Toetsing en beoordeling beursaanvraag (selectie)

De Nederlandse ambassades toetsen of de kandidaten-bursaal die de subsidieaanvrager in zijn aanvraag heeft opgenomen, voldoen aan de in dit hoofdstuk aan deze kandidaten-bursaal gestelde criteria voldoen en adviseert Nuffic hierover. Aanvragen die niet aan deze criteria voldoen worden door Nuffic afgewezen en niet verder beoordeeld.

De ambassades beoordelen de kandidaten vervolgens op grond van de volgende beoordelingscriteria:

  • De motivatie van de kandidaat-bursaal;

  • In hoeverre de kandidaat-bursaal de opgedane kennis kan implementeren in zijn organisatie en land;

  • In hoeverre de kandidaat-bursaal na het volgen van of met behulp van de cursus of opleiding kan bijdragen aan de lokale prioritaire ontwikkelingsrelevante thema’s die bij de openstelling op www.nuffic.nl staan vermeld.

Kandidaat-bursalen uit gemarginaliseerde groepen verdienen bij gebleken geschiktheid de voorkeur.

De uitkomst van deze beoordeling wordt uitgedrukt in een score; alle scores tezamen resulteren in een ranking van kandidaat-bursalen.

Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie voor een beursverstrekking moet de kandidaat waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft in voldoende mate voldoen aan bovengenoemde beoordelingscriteria. Voor beursverstrekking aan een kandidaat die niet voldoet aan de minimum beoordelingsscore wordt geen subsidie verstrekt.

Selectie en subsidietoekenning

Nuffic neemt de besluiten op de subsidieaanvragen. Aanvragen die niet voldoen aan de in dit hoofdstuk aan de kandidaat-bursaal en de aan de aanvraag / aanvrager gestelde criteria worden afgewezen. De besluiten op de overgebleven aanvragen en daarmee de selectie van de kandidaat-bursalen vloeien per openstelling voort uit de ranking van de kandidaat-bursalen door de ambassades. De hoogst gescoorde kandidaat-bursalen binnen een subsidieaanvraag komen het eerst in aanmerking voor een beurs, rekening houdend met een evenwichtige spreiding over doelgroepen, landencategorieën en/of landen en thema's. In het besluit op de subsidieaanvragen wordt door Nuffic opgenomen voor welke kandidaat-bursalen subsidie wordt verstrekt. Per kandidaat-bursaal kan met de subsidie slechts één beurs worden bekostigd. Kandidaat-bursalen kunnen niet voor meerdere OKP-studiebeurzen in aanmerking komen. Wel kan een bursaal na afronding van zijn opleiding in Nederland in aanmerking komen voor deelname aan andere activiteiten in het kader van het OKP.

Per aanvraagronde kunnen instellingen voor een maximaal aantal beurzen subsidie ontvangen. Nuffic bepaalt dat maximaal aantal beurzen aan de hand van de volgende criteria:

  • Het beschikbare subsidiebudget per aanvraagronde;

  • Het beschikbare budget per landencategorie (zie voor de landencategorieën Annex Landenlijst);

  • De gemiddelde kosten van een beurs;

  • Het aantal beurzen per instelling waarvoor in eerdere rondes van dit programma (of van zijn voorloper NFP II) subsidie is toegekend (indien van toepassing);

  • Het aantal toekenningen per land ten aanzien van het totaal aantal toekenningen per openstelling.

Voor elke openstelling van een aanvraagronde wordt op www.nuffic.nl de berekenwijze van het maximaal aantal beurzen waarvoor subsidie kan worden ontvangen, vermeld.

Hoofdstuk 3. Maatwerk groepstrainingen

Opleidingsaanbod

In het kader van OKP-Groepstrainingen komt voor subsidie in aanmerking het geven van:

  • 1. Tailor-made Trainingen (TMT): op maat gemaakte groepstrainingen met een maximaal budget van € 75.000 en een maximale duur van twaalf maanden;

  • 2. Tailor-made Trainingen Plus (TMT+): op maat gemaakte groepstrainingen met een maximaal budget van € 200.000 en een maximale duur van veertien maanden.

De verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats via een subsidietender aan de hand van de in dit hoofdstuk vastgestelde criteria, rekening houdend met een evenwichtige spreiding over alle landen opgenomen op de Landenlijst in de Annex bij deze beleidsregels.

Indien voor de openstelling nadere beleidsregels worden vastgesteld, wordt dit daarbij vermeld en komen deze beschikbaar via www.nuffic.nl.

Aanvraagprocedure

Op www.nuffic.nl wordt mededeling gedaan van de aanvang van de periode waarbinnen subsidieaanvragen kunnen worden ingediend in het kader van OKP-Groepstrainingen, evenals van de uiterste datum waarop aanvragen moeten worden ingediend (deadline). Subsidieaanvragen dienen digitaal te worden ingediend via de website van Nuffic aan de hand van een daartoe vastgesteld formulier.11

Subsidieaanvragers

Voor subsidie voor OKP Groepstrainingen kunnen in aanmerking komen Nederlandse instellingen voor middelbaar- en hoger (beroeps)onderwijs of andere typen organisaties die onderwijstrainingen kunnen aanbieden die ook bijdragen aan de versterking van prioritaire thema’s in de landen op de Landenlijst (Annex Landenlijst). Deze instellingen dienen zelf de training te verzorgen; intermediaire organisaties komen niet in aanmerking. Voor de instellingen geldt dat ze voldoende organisatorische en financiële capaciteit moeten hebben om een training te geven. Dit kan worden aangetoond aan de hand van een door Nuffic positief beoordeelde COCA.12 Bovendien moeten deze organisaties aantoonbare ervaring hebben in het verzorgen van de gewenste training.

Doelgroep groepstrainingen

Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie in het kader van OKP-Groepstrainingen moet een aanvraag betrekking hebben op het geven van een training aan kandidaten die voldoen aan de volgende criteria:

  • De kandidaten zijn werkzaam bij één van de volgende typen nationale en/of lokale organisaties: ministeries, middelbaar- en hoger (beroeps)onderwijsinstellingen, universiteiten, private sector, commissies en NGO’s. De kandidaat mag niet werkzaam zijn bij:

    • Een bilaterale of multilaterale organisatie;

    • Een niet-gouvernementele organisatie die internationaal actief is en zich richt op het behartigen van maatschappelijke belangen, bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking, natuur- en milieubescherming, gezondheid of mensenrechten.13

  • De kandidaat moet de nationaliteit hebben van of wonend en werkzaam zijn in één van de OKP-landen waarop subsidieaanvragen voor het aanbieden van de betreffende groepstraining zich moet richten (zie Annex Landenlijst);

  • De kandidaat moet in de gelegenheid zijn om de opgedane kennis en vaardigheden in praktijk te brengen.

Aanvullende criteria voor RC-kandidaten:

  • De kandidaat voor een RC heeft niet langer dan vijf jaar geleden een OKP-, NFPII-, of NICHEII- gefinancierde training of cursus gevolgd;

  • De kandidaat voor een RC heeft een OKP-, NFP-, NICHE- of NPT-gefinancierde training of cursus gevolgd.

Van aanvraag tot toekenning

  • 1. De Nederlandse instelling (zie onder Subsidieaanvragers) dient een subsidieaanvraag in aan de hand van het daartoe vastgestelde aanvraagformulier;

  • 2. De subsidieaanvraag wordt getoetst op de minimumcriteria op (zie onder Minimumcriteria).

  • 3. De subsidieaanvraag wordt beoordeeld op basis van beoordelingscriteria (zie onder Beoordelingscriteria).

  • 4. De aanvragen moeten voldoen aan een minimum beoordelingsscore voor de beoordelingscriteria om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie. Aanvragen die niet aan de minimum beoordelingsscore voldoen worden afgewezen;

  • 5. De hoogst gescoorde subsidieaanvragen komen het eerst in aanmerking voor een subsidie, binnen het beschikbare budget en rekening houdend met een evenwichtige spreiding over doelgroepen, landen en/of regio's en thema's;

  • 6. Nuffic verleent subsidie aan de geselecteerde subsidieaanvrager en wijst de aanvragen die niet (meer kunnen) worden gehonoreerd af.

Criteria

Minimumcriteria:

  • De subsidieaanvrager voldoet aan de vereisten genoemd onder Subsidieaanvragers;

  • De kandidaten voor de groepstraining voldoen aan de vereisten genoemd onder Doelgroep groepstrainingen;

  • De groepstraining voldoet aan de vereisten genoemd onder Opleidingsaanbod;

  • De groepstraining is relevant voor de duurzame ontwikkeling in het betreffende land of regio waar de vragende partij zijn standplaats heeft en voor het betreffende thema. De groepstraining sluit aan bij het Country Plan of Implementation (CPI) van het betreffende land of, indien dat er niet, is bij de prioriteiten van de ambassade in het betreffende land zoals opgenomen in het Country Focus Document;

  • De eventuele vereiste cofinanciering is gewaarborgd.14

Indien een aanvraag of verzoek niet voldoet aan deze minimumcriteria wordt zij afgewezen en wordt zij niet verder beoordeeld.

Beoordelingscriteria:

Vervolgens worden de subsidieaanvragen die voldoen aan de minimumcriteria beoordeeld op grond van de volgende beoordelingscriteria:

  • De mate waarin de subsidieaanvraag voortbouwt op eerdere of bestaande activiteiten gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse zaken, inclusief de door de Nederlandse vertegenwoordigingen gefinancierde activiteiten in die landen;15

  • De mate waarin sprake is van een duidelijke link tussen de voorgestelde activiteiten (de groepstraining) en de daarmee beoogde resultaten;

  • De mate waarin de groepstraining bijdraagt aan de duurzame ontwikkeling van de prioriteitssectoren in de betreffende landen;16

  • De mate waarin de groepstraining aansluit bij het CPI van het betreffende land of, indien dat er niet, is bij de prioriteiten van de ambassade in het betreffende land zoals opgenomen in het Country Focus Document;

  • De mate waarin de groepstraining een bijdrage levert aan de ontwikkeling van gemarginaliseerde groepen zoals geïdentificeerd in de CPI van het betreffende land;

  • De mate waarin er sprake is van lokaal eigenaarschap.

Hoofdstuk 4. Institutionele samenwerkingsprojecten

In het kader van OKP-Institutionele samenwerkingsprojecten worden subsidies verstrekt voor samenwerkingsprojecten tussen kennisinstellingen gericht op duurzame versterking van de hoger- en beroepsonderwijscapaciteit binnen voor de ontwikkelingssamenwerking relevante lokale prioritaire thema’s. Projecten hebben een minimale duur van één jaar en een maximale duur van vier jaar. De ondersteuning van beroepsonderwijs en aansluiting op de arbeidsmarkt zijn belangrijke uitgangspunten. De projecten bestaan uit verschillende activiteiten die bijdragen aan institutionele ontwikkeling van de organisaties in het Zuiden op drie niveaus: individueel, organisatorisch en institutioneel.

Voor elke openstelling van een subsidietender wordt in de Staatscourant het toepasselijke subsidieplafond gepubliceerd. De verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats via een subsidietender aan de hand van de in dit hoofdstuk vastgestelde criteria. Indien voor de openstelling nadere beleidsregels worden vastgesteld, wordt dit daarbij vermeld en komen deze beschikbaar via www.nuffic.nl.

Aanvraagprocedure

Op www.nuffic.nl wordt mededeling gedaan van het moment van openstelling van een subsidietender waarmee het mogelijk wordt subsidieaanvragen in te dienen in het kader van OKP Institutionele samenwerkingsprojecten, evenals van de uiterste datum waarop aanvragen moeten worden ingediend (deadline). Subsidieaanvragen dienen digitaal te worden ingediend via de website van Nuffic aan de hand van een daartoe vastgesteld formulier17

Doelgroep

De institutionele samenwerkingsprojecten zijn gericht op versterken van nationale en/of lokale kennisinstellingen en organisaties in het Zuiden (kennisinstellingen, en indien wenselijk ook ministeries, nationale commissies en niet-gouvernementele organisaties) die bijdragen aan capaciteitsversterking op het gebied van hoger- en beroepsonderwijs binnen de lokale prioriteiten zoals vastgelegd in de CPI’s.18 Het betreft kennisinstellingen uit landen in categorie A (zie Annex Landenlijst). Bij institutionele samenwerkingsprojecten met tot doel om samenwerking tussen zuidelijke partners te bevorderen kunnen in één samenwerkingsproject naast kennisinstellingen en organisaties uit landen in categorie A ook kennisinstellingen en organisaties uit landen in categorie B tot de doelgroep behoren.

Subsidieaanvragers

Subsidie kan worden aangevraagd door Nederlandse instellingen voor middelbaar- en hoger (beroeps)onderwijs of zuidelijke kennisinstellingen of organisaties zoals hierboven onder Doelgroep genoemd, al dan niet namens een consortium. Voor deze (kennis)instellingen en organisaties geldt dat ze voldoende organisatorische en financiële capaciteit moeten hebben om het institutioneel samenwerkingsproject te leiden. Dit kan worden aangetoond aan de hand van een door Nuffic positief beoordeelde COCA.19

Van Aanvraag tot Toekenning

De verdeling van subsidie in het geval van institutionele samenwerkingsprojecten gebeurt door middel van een subsidietender. De subsidietender kan in voorkomende gevallen vooraf gegaan worden door een Partner Identificatieronde. Hieronder worden allereerst de Partner Identificatieronde beschreven (A), waarna het subsidietenderproces wordt beschreven (B).

a. Partner Identificatieronde

In geval van een subsidietender met een voorafgaande Partner Identificatieronde zal Nuffic voorafgaand aan het openstellen van de subsidietender een nationale en/of lokale kennisinstelling of organisatie in het Zuiden identificeren met een specifieke capaciteitsvraag die een sleutelrol kan spelen in het bereiken van de doelstellingen in de Theory of Change (ToC)/CPI.20 Nuffic doet mededeling van deze Partner Identificatierondes op haar website www.nuffic.nl. Deze Partner Identificatieronde is bestemd voor nationale en/of lokale kennisinstellingen en organisaties zoals beschreven onder ‘Doelgroep’. De mededeling bevat een start- en sluitingsdatum van de periode gedurende welke verzoeken voor Partner Identificatie kunnen worden ingediend. Voor deze Partner Identificatieronde is een format beschikbaar dat wordt gepubliceerd op www.nuffic.nl.

Nuffic selecteert op basis van de volgende punten voor de versterking van welke kennisinstellingen of organisaties zij een subsidietender zal openstellen.

Partner Identificatie vindt plaats op grond van de volgende punten:

  • De zuidelijkzuidelijke partij is gestationeerd in één van de landen uit categorie A (zie Annex Landenlijst);

  • De zuidelijkzuidelijke partij maakt deel uit van de Doelgroep (zie bovenstaande definitie);

  • Het verzoek voldoet aan de volgende vereisten:

    • Het verzoek is compleet;

    • Het verzoek bevat een beknopte omschrijving van de missie, aard en structuur van de zuidelijkzuidelijke instelling of organisatie;

    • Het verzoek bevat een een organisatieanalyse;

    • Het verzoek bevat een ingevulde COCA van de zuidelijkzuidelijke partij;

    • Het verzoek bevat een beknopte omschrijving van de capaciteitsbehoefte;

    • Het verzoek is relevant voor de duurzame ontwikkeling in het betreffende land of regio waar de vragende partij zijn standplaats heeft en voor het betreffende thema; De vraag sluit aan bij het CPI;

    • Het verzoek is ondertekend door de/een wettelijke vertegenwoordiger van de zuidelijkzuidelijke partij.

  • De aangeleverde informatie is helder;

  • De mate waarin de gewenste capaciteitsbehoefte relevant is voor de duurzame ontwikkeling in het betreffende land en voor het betreffende thema dat aansluit bij het CPI van het betreffende land;

  • De mate waarin de capaciteitsbehoefte aansluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt in het betreffende land;

  • De mate waarin een toekomstig institutioneel samenwerkingsproject kan bijdragen aan de ontwikkeling van de zuidelijkzuidelijke partij;

  • De mate waarin het verzoek een bijdrage levert aan de ontwikkeling van gemarginaliseerde groepen;

  • In hoeverre het verzoek voortbouwt op eerdere of bestaande activiteiten gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse zaken, inclusief de door de Nederlandse vertegenwoordigingen gefinancierde activiteiten in de prioriteitssectoren;21

  • De mate waarin er sprake is van lokaal eigenaarschap;

  • De COCA van de zuidelijkzuidelijke partij voldoet aan de daarin gestelde eisen;

  • De algehele kwaliteit van de presentatie van het verzoek.

Deze identificatieronde resulteert in een prioritering van zuidelijke kennisinstellingen of organisaties per land op basis waarvan subsidietenders kunnen worden opengesteld.

b. Subsidietender

Subsidietender met vooraf een partner identificatieronde

Voor de daarvoor in aanmerking komende zuidelijkzuidelijke partijen zet Nuffic een subsidietender uit met als doel het selecteren van een Nederlandse instelling voor middelbaar- en (hoger) beroepsonderwijs die een institutionele samenwerking met de geïdentificeerde, vragende organisatie wil aangaan. Nuffic doet per geselecteerde zuidelijkzuidelijke partij op www.nuffic.nl mededeling dat er een openstelling is voor subsidieaanvragen met start- en sluitingsdatum van de periode gedurende welke subsidieaanvragen kunnen worden ingediend.

Subsidietender zonder vooraf partner identificatieronde

Nuffic doet op www.nuffic.nl mededeling dat er een openstelling is voor subsidieaanvragen voor een specifiek prioriteitsgebied en/of regio met vermelding van de start- en sluitingsdatum van de periode gedurende welke subsidieaanvragen kunnen worden ingediend. Het betreft een aanvraag van een Nederlandse subsidieaanvrager met de zuidelijke kennisinstelling of organisatie. Eén van beide is hoofdaanvrager van de subsidie (penvoerder). In geval er subsidie wordt verleend is de hoofdaanvrager de subsidieontvanger en als zodanig verantwoordelijk voor de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten en de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Processtappen

  • 1 De Nederlandse instelling of de zuidelijke kennisinstelling of organisatie (dit laatste is mogelijk bij subsidietender zonder voorafgaande Partner Identificatieronde; zie verder onder Subsidieaanvragers) dient een subsidieaanvraag voor een institutioneel samenwerkingsproject in door middel van een daartoe vastgesteld online aanvraagformulier;22

  • 2 De subsidieaanvraag wordt getoetst op de minimumcriteria (zie onder Minimumcriteria). Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie dient een aanvraag te voldoen aan de miniumumcriteria

  • 3 De subsidieaanvraag wordt beoordeeld op basis van beoordelingscriteria (zie onder Beoordelingscriteria).

  • 4 De aanvragen moeten voldoen aan een minimum beoordelingsscore voor de beoordelingscriteria om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie. Aanvragen die niet aan de minimum beoordelingsscore voldoen worden afgewezen;

  • 5 De hoogst gescoorde subsidieaanvragen komen het eerst in aanmerking voor een subsidie, binnen het beschikbare budget;

  • 6 Nuffic verleent subsidie aan de geselecteerde subsidieaanvrager en wijst de aanvragen die niet (meer kunnen) worden gehonoreerd af.

Subsidieaanvraag – Minimumcriteria

  • De subsidieaanvraag wordt ingediend door een Nederlandse instelling voor middelbaar- en hoger(beroeps) onderwijs of een zuidelijke kennisinstelling of organisatie (dit laatste is een mogelijkheid in geval van een subsidietender niet voorafgegaan door een Partner Identificatieronde), al dan niet namens een consortium;

  • De subsidieaanvrager is in staat tot een adequaat financieel beheer en kan door ervaringsdeskundigheid met betrekking tot activiteiten als waarvoor subsidie wordt gevraagd, een doelgerichte en doelmatige uitvoering van de activiteiten waarborgen; ter beoordeling hiervan dient de aanvrager gegevens te overleggen door middel van een COCA;

  • De subsidieaanvrager kan voldoende functioneren en opereren binnen de wet- en regelgeving van de overheid in het (de) beoogde land(en);

  • Het projectvoorstel heeft een minimale duur van één jaar en een maximale duur van vijf jaar en dient uiterlijk 31 juli 2023 te zijn uitgevoerd en vastgesteld;

  • De aangevraagde subsidie overschrijdt niet het in de subsidietender genoemde maximale bedrag; 23

  • De eventuele vereiste cofinanciering is gewaarborgd;24

  • De subsidieaanvraag voldoet aan eventuele specifieke financiële eisen neergelegd in nadere beleidsregels met betrekking tot de subsidietender;25

  • De subsidieaanvraag sluit aan bij het CPI van het betreffende land.

Beoordelingscriteria

De subsidieaanvragen worden beoordeeld en gescoord aan de hand van de volgende aspecten:

  • De inhoudelijke kwaliteit van het projectvoorstel;

  • De mate waarin het projectvoorstel in overeenstemming is met de prioriteiten zoals gedefinieerd in het CPI;26

  • De capaciteit en kwaliteit van de subsidieaanvrager en/of het consortium;

  • De mate waarin het projectvoorstel voortbouwt op reeds bestaande samenwerking of tot doel heeft nieuwe lange termijn partnerships aan te gaan;

  • De mate waarin het projectvoorstel bijdraagt aan de systematische ontwikkeling van de zuidelijkzuidelijke partij en deze in staat stelt als ‘eigenaar’ van het project te blijven opereren;

  • De mate waarin het projectvoorstel in de projectuitvoering rekening houdt met gemarginaliseerde groepen;

  • De mate waarin het projectvoorstel aansluit bij overige programma’s, projecten en beurzen in het betreffende land en/of regio;

  • De technische kwaliteit van het projectvoorstel.

Hoofdstuk 5. Alumniactiviteiten

In het kader van OKP-Alumniactiviteiten worden subsidies verstrekt voor activiteiten die alumni van het OKP of diens voorlopers de gelegenheid geven de banden met andere alumni, Nederlandse onderwijsinstellingen, ambassades en andere partijen te versterken en kennis en ervaring te delen. De activiteiten dienen bij voorkeur een link te hebben met activiteiten bij de Nederlandse ambassades, zoals (co-)hosten van bijeenkomsten, begeleiden van inkomende delegaties, programma- of projectpresentaties, bedrijvenbezoeken, ronde-tafelbijeenkomsten over ontwikkelingssamenwerking thema’s, etc. Een subsidie in het kader van OKP-Alumniactiviteiten bedraagt per aanvraag maximaal € 5.000.

Doelgroep

Alumni van OKP, NICHE, NFP en MSP en de voorgangers van deze programma’s.

Subsidieaanvragers

Alumniverenigingen in OKP-landen van onderwijsactiviteiten waarvoor eerder een subsidie is verkregen in het kader van OKP, NICHE, NFP en MSP en de voorgangers van deze programma’s, als ook Nederlandse onderwijsinstellingen.

Verdelingswijze

De voor subsidieverstrekking in het kader van OKP-Alumniactiviteiten beschikbare middelen worden verdeeld op basis van behandeling van aanvragen op volgorde van binnenkomst (wie eerst komt, eerst maalt). Jaarlijks wordt een budget beschikbaar gesteld en gepubliceerd in de Staatscourant waarvoor gedurende het hele jaar aanvragen kunnen worden ingediend.

Van subsidieaanvraag tot toekenning

Een lokale alumnivereniging of een Nederlandse onderwijsinstelling (zie onder Subsidieaanvragers) dient via het daartoe vastgestelde online aanvraagformulier27 een subsidieaanvraag in. Nuffic beoordeelt de aanvragen aan de hand van de hierna opgenomen criteria. Nuffic verstrekt subsidie aan aanvragen die voldoen aan de criteria, tenzij de beschikbare middelen zijn uitgeput, in welk geval afwijzing volgt.

Criteria

Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie in het kader van OKP-Alumniactiviteiten dienen aanvragen te voldoen aan de volgende criteria:

  • De aangevraagde subsidie bedraagt ten hoogste € 5.000,–.;

  • Voor de activiteit is niet reeds subsidie verstrekt;

  • Een subsidieaanvrager kan maximaal twee maal per jaar in aanmerking komen voor subsidie;

  • Ten minste 60% van de deelnemers aan de activiteit is alumnus van onderwijsactiviteiten waarvoor eerder in het kader van OKP, NFP, MSP of NICHE/NPT-subsidie is verstrekt;

  • Indien de aanvrager een alumnivereniging is, moet deze afkomstig zijn uit een OKP-land (zie annex Landenlijst;

  • Een is sprake van een duidelijke link tussen de aanvraag en de ambassade en haar activiteiten zoals inkomende delegaties, voorbereidingen van nieuwe programma’s en/of projecten, rondetafelgesprekken, bijeenkomsten in samenwerking met de ambassade, etc.;

  • De subsidieaanvrager heeft het vereiste cofinancieringspercentage beschikbaar om de alumni-activiteit te bekostigen (zie Annex landenlijst);28

  • De activiteit is een initiatief voor en ten behoeve van alumni van onderwijsactiviteiten waarvoor eerder in het kader van OKP, NFP, MSP en NICHE/NPT-subsidie is verstrekt;

  • De activiteit heeft een relatie met:

    • De door de alumni eerder via het OKP, NFP, MSP of NICHE/NPT opgedane kennis en expertise;

    • Onderwijs in het algemeen;

    • Het versterken van de alumnivereniging indien een dergelijke vereniging is betrokken;

  • De aanvraag betreft geen sociale activiteit.

Annex Landenlijst Orange Knowledge Programme (OKP)

Categorie A

Categorie B

Bangladesh

Burkina Faso

Benin

DR Congo

Burundi

Lebanon

Colombia

Niger

Egypt

Nigeria

Ethiopia

Senegal

Ghana

Somalia

Indonesia

South Sudan

Iraq

Sudan

Jordan

Yemen

Kenya

 

Mali

 

Mozambique

 

Palestinian Territories

 

Rwanda

 

South Africa

 

Tanzania

 

Tunisia

 

Uganda

 

Vietnam

 
  1. Het aanvraagformulier wordt geplaatst op www.nuffic.nl. ^ [1]
  2. www.nuffic.nl ^ [2]
  3. www.nuffic.nl ^ [3]
  4. Het aanvraagformulier wordt geplaatst op www.nuffic.nl. ^ [4]
  5. Onder niet-gouvernementele organisatie wordt verstaan: een niet op winst gerichte en niet door een overheidsinstantie opgerichte of aan een overheidsinstantie statutair of feitelijk verbonden organisatie die beschikt over rechtspersoonlijkheid. naar burgerlijk recht. ^ [5]
  6. www.studyfinder.nl. ^ [6]
  7. www.nuffic.nl. ^ [7]
  8. Zie de nadere criteria die per openstelling door Nuffic worden bekendgemaakt via www.nuffic.nl. ^ [8]
  9. www.nuffic.nl. ^ [9]
  10. www.studyfinder.nl. ^ [10]
  11. Het aanvraagformulier wordt geplaatst op www.nuffic.nl. ^ [11]
  12. Een COCA (Checklist Organisational Capacity Assessment) is een beoordeling van een organisatie op het hebben van voldoende financiële en organisatorische capaciteit om een project of training uit te voeren. Een goedkeurde COCA-assessment is maximaal 1 jaar geldig en kan gedurende het jaar worden aangevraagd / worden geüpdatet. De benodigde documenten voor de COCA beoordeling kunnen ook gelijktijdig met de subsidieaanvraag worden ingediend. ^ [12]
  13. Onder niet-gouvernementele organisatie wordt verstaan: een niet op winst gerichte en niet door een overheidsinstantie opgerichte of aan een overheidsinstantie statutair of feitelijk verbonden organisatie die beschikt over rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht. ^ [13]
  14. Zie de nadere criteria die per openstelling door Nuffic worden bekendgemaakt via www.nuffic.nl. ^ [14]
  15. www.nuffic.nl. ^ [15]
  16. www.nuffic.nl. ^ [16]
  17. Het aanvraagformulier wordt geplaatst op www.nuffic.nl. ^ [17]
  18. www.nuffic.nl. ^ [18]
  19. Een COCA (Checklist Organisational Capacity Assessment) is een beoordeling van een organisatie op het hebben van voldoende financiële en organisatorische capaciteit om een project of training uit te voeren. Een goedkeurde COCA-assessment is maximaal 1 jaar geldig en kan gedurende het jaar worden aangevraagd / worden geüpdatet. De benodigde documenten voor de COCA beoordeling kunnen ook gelijktijdig met de subsidieaanvraag worden ingediend. ^ [19]
  20. Zie voor meer informatie hierover www.nuffic.nl. ^ [20]
  21. www.nuffic.nl. ^ [21]
  22. www.nuffic.nl. ^ [22]
  23. Zie de nadere criteria die per openstelling door Nuffic worden bekendgemaakt via www.nuffic.nl. ^ [23]
  24. Zie de nadere criteria die per openstelling door Nuffic worden bekendgemaakt via www.nuffic.nl. ^ [24]
  25. Zie de nadere criteria die per openstelling door Nuffic worden bekendgemaakt via www.nuffic.nl. ^ [25]
  26. www.nuffic.nl. ^ [26]
  27. Beschikbaar via www.nuffic.nl. ^ [27]
  28. Zie de nadere criteria die per openstelling door Nuffic worden bekendgemaakt via www.nuffic.nl. ^ [28]
Naar boven