Regeling Urban Arts Talent

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 21-07-2020 t/m heden

Regeling Urban Arts Talent

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

gelet op artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het Algemeen Subsidiereglement van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

met goedkeuring van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 december 2017;

besluit:

vast te stellen de Regeling Urban Arts Talent, Fonds voor Cultuurparticipatie 2018–2020.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

  • a) Actieve cultuurparticipatie: kunstzinnige of erfgoedactiviteiten die door een cultuurmaker in de vrije tijd worden beoefend;

  • b) Adviescommissie: een externe adviescommissie als bedoeld in artikel 8 van het Huishoudelijk Reglement van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • c) Algemeen Subsidiereglement: Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • d) Bestuur: het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • e) Cultuurmaker: persoon die in zijn of haar vrije tijd actief is als deelnemer op het gebied van kunst, e-cultuur, erfgoed of media;

  • f) Fonds: stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

  • g) Urban arts talent: een individu, duo, crew of collectief dat actief is binnen de urban arts en verdieping zoekt in het makerschap. Het urban arts talent is nog niet als professioneel maker actief, maar heeft wel de potentie tot zelfstandig makerschap of een zelfstandige beroepspraktijk;

  • h) Nederland: het koninkrijk der Nederlanden, inclusief Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Artikel 2. Doel

Met deze regeling stimuleert het Fonds de ontwikkeling van urban arts talenten die zich als maker verder willen ontwikkelen door onder begeleiding van professionals:

  • te werken aan een eigen signatuur;

  • één of meerdere eindproducten te realiseren; en

  • leerervaringen actief te delen.

Artikel 3. Wie kan aanvragen

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een in Nederland gevestigde culturele instelling met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk met expertise op het gebied van urban arts of talentontwikkeling die zich inzet voor actieve cultuurparticipatie en die het urban arts talent faciliteert bij zijn of haar ontwikkeltraject.

Artikel 4. Waarvoor kan worden aangevraagd

  • 1 De culturele instelling kan subsidie aanvragen voor een ontwikkeltraject van een urban arts talent, waarbij het werken aan een eigen signatuur en de kennisdeling over de leerervaringen onderdeel zijn van het traject.

  • 2 De subsidie moet ten goede komen aan de ontwikkeling van het urban arts talent.

  • 3 Een project heeft een looptijd van minimaal één jaar en maximaal twee jaar.

  • 4 Het project start binnen zes maanden na indiening van de aanvraag.

  • 5 Het project start niet eerder dan 13 weken na indiening van de aanvraag.

Artikel 6. Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt € 600.000.

  • 2 Het bestuur kan de hoogte van de subsidieplafonds voor de verschillende aanvraagrondes wijzigen.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt minimaal € 10.000 en maximaal € 25.000 per project.

Artikel 8. Weigeringsgronden

  • 1 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:5 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie in ieder geval geweigerd als:

    • a. voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is of zal worden verleend door het Fonds of door één van de andere publieke cultuurfondsen.

    • b. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd ten tijde van de aanvraag reeds worden uitgevoerd.

    • c. de aanvraag gericht is op activiteiten die kunnen worden aangemerkt als reguliere activiteiten van een lokale of regionale professionele culturele instelling danwel redelijkerwijs gefinancierd kan worden uit het reguliere (taakstelling)budget van de aanvrager.

  • 2 Subsidie kan worden geweigerd als een aanvrager in voorgaande jaren subsidie van het Fonds heeft ontvangen en niet of niet geheel heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3 Subsidie kan tevens worden geweigerd als het plan niet, of niet voldoende aansluit bij het doel van de regeling.

Artikel 9. Voorwaarden en beperkingen

  • 1 Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover:

    • a. er sprake is van een begrotingstekort en de behoefte aan ondersteuning door het Fonds wordt aangetoond, en;

    • b. de aanvrager aannemelijk maakt dat de beschikbare financiële middelen, met inbegrip van de subsidie van het Fonds, voldoende zijn om het project uit te voeren.

  • 2 De subsidie kan 100% van de totale voor subsidie in aanmerking komende projectkosten bedragen.

  • 3 De hoogte van de subsidie dient in redelijke verhouding te staan tot de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd.

  • 4 Slechts direct aan het project gerelateerde kosten komen voor subsidie in aanmerking.

  • 5 De post onvoorzien op de begroting mag niet meer bedragen dan 7% van de totale kosten van het project.

  • 6 Maximaal 10% van de subsidie van het Fonds mag worden ingezet voor materiele investeringen die benodigd zijn voor het project.

Artikel 10. Bijzondere verplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger werkt overeenkomstig de principes van de Governance Code Cultuur.

  • 2 De subsidieontvanger is verplicht:

    • a. tot kennisdeling van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt;

    • b. deel te nemen aan intervisiebijeenkomsten.

Hoofdstuk 2. Aanvraagprocedure

Artikel 11. Indieningstermijn

Een aanvraag kan worden ingediend van maandag 13 juli 2020 tot en met vrijdag 18 december 2020, 13.00 uur Europese tijd.

Artikel 12. Indieningsvereisten

  • 1 Een aanvraag wordt ingediend via de website van het Fonds middels een digitaal aanvraagformulier.

  • 2 Een aanvraag gaat ten minste vergezeld van een projectplan voor de gehele looptijd van het project en een sluitende begroting.

  • 3 Een onvolledige aanvraag wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 13. Beoordelingscriteria

  • 1 Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. Inhoudelijke en organisatorische kwaliteit van het ontwikkeltraject in relatie tot het doel van de regeling;

    • b. Samenwerking met partners en begeleiders;

    • c. Beoogde effect van het ontwikkeltraject.

  • 2 Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag op alle criteria als voldoende te zijn beoordeeld. De toelichting bij deze regeling bevat de wijze waarop de criteria worden getoetst.

Artikel 14. Pitch

De aanvrager en het urban arts talent geven een mondelinge toelichting op de aanvraag in de vorm van een pitch.

Artikel 15. Adviescommissie

Het bestuur legt aanvragen die voldoen aan de indieningsvereisten ter advisering voor aan een externe adviescommissie.

Artikel 16. Beoordelingswijze

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

Artikel 17. Beslistermijn

Het bestuur beslist binnen 13 weken nadat een aanvraag is ontvangen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van een aanvrager van bepalingen in deze regeling afwijken indien toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 20. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 21. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag nadat deze in de Staatscourant is gepubliceerd.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025. Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond blijft het bepaalde in deze regeling van toepassing.

Artikel 22. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Urban Arts Talent.

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

namens deze,

J.J.K. Knol

directeur-bestuurder

Naar boven