Instellingsbesluit Welzijnscommissie Dierziekten

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 22-12-2017 t/m heden

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 18 december 2017, nr. WJZ/17198954, houdende instelling van de Welzijnscommissie Dierziekten (Instellingsbesluit Welzijnscommissie Dierziekten)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de minister: de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • b. de commissie: de Welzijnscommissie Dierziekten.

Artikel 2

  • 1 Er is een Welzijnscommissie Dierziekten.

  • 2 De commissie heeft in het kader van alle door de overheid opgelegde bestrijdingsmaatregelen in het kader van dierziekten tot taak:

    • a. de Minister te adviseren over maatregelen die zij zou kunnen nemen om het welzijn van dieren tijdens ruimingsactiviteiten en bestrijdingsmaatregelen te verbeteren;

    • b. de Minister te informeren over eventuele gevolgen voor het dierenwelzijn die zich als gevolg van ruimingsactiviteiten en andere bestrijdingsmaatregelen voordoen.

Artikel 3

  • 1 De commissie brengt zowel gevraagd als ongevraagd schriftelijk advies uit aan de Minister over de in artikel 2 genoemde zaken.

  • 2 De commissie brengt uiterlijk binnen drie maanden na het beëindigen van een dierziektecrisis een schriftelijk eindrapport uit aan de Minister over de gehele crisisperiode.

Artikel 4

  • 1 De voorzitter en de andere leden worden door de Minister benoemd voor een periode van vier jaar. De voorzitter en de andere leden kunnen door de Minister worden geschorst en ontslagen.

  • 2 De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

  • 3 De commissie kan zich laten bijstaan door een of meer gastdeskundigen.

Artikel 5

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2 De Minister voorziet in het secretariaat van de commissie.

  • 3 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 4 De commissie verstrekt desgevraagd aan de Minister de voor de uitoefening van haar taak benodigde inlichtingen. De Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 6

  • 1 De voorzitter van de commissie ontvangt een vergoeding per vergadering van € 362.

  • 2 De andere leden van de commissie ontvangen een vergoeding per vergadering van € 279.

  • 3 Een gastdeskundige ontvangt een vergoeding per vergadering van € 279.

Artikel 7

Ter gelegenheid van de instelling van de commissie worden voor een periode van vier jaar tot lid van de commissie benoemd:

  • a. de heer drs. W.A. de Leeuw, tevens voorzitter;

  • b. de heer dr. F.J.C.M. van Eerdenburg;

  • c. de heer M.A. Gerritzen;

  • d. mevrouw drs. M.A.M. Houben dipl. ECPHM;

  • e. mevrouw drs. M. Kluivers-Poodt;

  • f. mevrouw dr. ir. F. Leenstra;

  • g. mevrouw ir. T.G.C.M. van Niekerk;

  • h. de heer dr. ir. C.G. van Reenen.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 18 december 2017

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.J. Schouten

Naar boven