Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 13-03-2024 t/m heden

Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 28 november 2017, kenmerk DP&O/17/2150354, houdende vaststelling van de organisatie van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid)

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. ministerie: Ministerie van Justitie en Veiligheid;

  • b. bewindspersoon: de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister voor Rechtsbescherming of de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, afhankelijk van wie het aangaat;

  • c. departementsleiding: de bewindspersonen alsmede de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de hoofddirecteur bedrijfsvoering, de directeuren-generaal, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en de inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid gezamenlijk;

  • d. bestuursdepartement: de departementsleiding alsmede de beleids-, staf- en bedrijfsvoeringonderdelen ter ondersteuning van de departementsleiding;

  • e. bestuursraad: de bestuursraad, bedoeld in artikel 3, zevende lid.

Artikel 2

  • 1 Het ministerie bestaat uit de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de hoofddirecteur bedrijfsvoering, de clusters, de diensten en baten-lastenagentschappen, het bureau van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen en het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

  • 2 De clusters van het ministerie zijn:

    • a. het cluster secretaris-generaal (SG-cluster);

    • b. de Hoofddirectie bedrijfsvoering (HDBV);

    • c. het directoraat-generaal Straffen en Beschermen (DGSenB);

    • d. het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s (DGPenV);

    • e. het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving (DGRR);

    • f. het directoraat-generaal Migratie (DGM);

    • g. de programmadirecteur-generaal Ondermijning (DGO);

    • h. het programmadirectoraat-generaal Samenleving en COVID-19 (DGSC-19);

    • i. het programma directoraat-generaal Oekraïense Ontheemden (DG Oek);

    • j. de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV);

    • k. de Inspectie Justitie en Veiligheid.

  • 3 De diensten en baten-lastenagentschappen, met taken op het terrein van onderzoek, de uitvoering van wet- en regelgeving dan wel beleid, zijn:

    • a. de diensten:

      • 1°. de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V);

      • 2°. de raad voor de kinderbescherming (RvdK);

      • 3°. het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC);

      • 4°. het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC);

      • 5°. de Nationale Opvang Organisatie (NOO).

    • b. de baten-lastenagentschappen:

      • 1°. het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB);

      • 2°. de Dienst JUSTIS;

      • 3°. de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI);

      • 4°. de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND);

      • 5°. het Nederlands Forensisch Instituut (NFI);

      • 6°. de Justitiële Informatiedienst (Justid);

      • 7°. de Justitiële ICT Organisatie.

Artikel 3

  • 1 De secretaris-generaal is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de leiding van de in artikel 2 genoemde dienstonderdelen. De plaatsvervangend secretaris-generaal vervult de rol van eigenaar als bedoeld in de Regeling agentschappen en de circulaire 'Governance ten aanzien van zbo’s’, voor de diensten en baten-lastenagentschappen, genoemd in artikel 2, derde lid, de Inspectie Justitie en Veiligheid, het instituut Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen en het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven alsmede voor de hieronder genoemde zelfstandige bestuursorganen. De hoofddirecteur bedrijfsvoering is Chief Information Officer van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

    • a. het Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

    • b. de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven;

    • c. het Instituut Fysieke Veiligheid;

    • d. de Onderzoeksraad voor veiligheid;

    • e. de raad voor rechtsbijstand;

    • f. het Bureau Financieel Toezicht (BFT);

    • g. het College van Toezicht Collectieve Beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (CvTA);

    • h. de Kansspelautoriteit (Ksa);

    • i. het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO);

    • j. de Autoriteit Persoonsgegevens;

    • k. het College gerechtelijk deskundigen;

    • l. het College voor de rechten van de mens;

    • m. de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch materiaal (ATKM).

  • 2 De secretaris-generaal wordt bij afwezigheid vervangen door de plaatsvervangend secretaris-generaal. Bij afwezigheid van de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal vindt vervanging plaats door de hoofddirecteur bedrijfsvoering. Bij afwezigheid van zowel de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal als de hoofddirecteur bedrijfsvoering vindt vervanging plaats door een van de directeuren-generaal van de clusters als bedoeld in artikel 2, tweede lid onderdelen c tot en met i of de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, in volgorde van de datum van benoeming. De plaatsvervangend secretaris-generaal en de hoofddirecteur bedrijfsvoering zullen elkaar bij afwezigheid vervangen.

  • 3 De hoofden van de clusters zijn belast met de beleids- en bedrijfsvoering van de tot hun cluster behorende onderdelen tenzij anders is bepaald.

  • 4 De directeuren-generaal van de clusters als bedoeld in artikel 2, tweede lid onderdelen c tot en met i, de directeur Wetgeving en Juridische Zaken en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid vervullen de rol van opdrachtgever als bedoeld in de Regeling agentschappen en de circulaire 'Governance ten aanzien van zbo’s’.

  • 6 Eén van de tot het directoraat-generaal behorende directeuren wordt op voordracht van de desbetreffende directeur-generaal namens de bewindspersoon door de secretaris-generaal aangewezen als plaatsvervangend directeur-generaal. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en de inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid.

  • 7 De secretaris-generaal (voorzitter), de plaatsvervangend secretaris-generaal, de hoofddirecteur bedrijfsvoering, de directeuren-generaal van de clusters als bedoeld in artikel 2, tweede lid onderdelen c tot en met g en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid vormen samen de bestuursraad. De bestuursraad formuleert de ministeriebrede en gemeenschappelijke kaders en bewaakt dat de activiteiten en het beleid van de onderscheiden clusters daarbinnen blijven.

    De voorzitter van het College van procureurs-generaal, de directeur-generaal van de Dienst Justitiële Inrichtingen, de directeur-generaal van de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de korpschef van de Nationale Politie nemen als toehoorder deel aan de bestuursraad.

Hoofdstuk 2. Het cluster secretaris-generaal (SG-cluster)

Artikel 4

  • 1 Het cluster secretaris-generaal (SG-cluster) heeft taken op de terreinen van wetgeving, Europese en internationale aangelegenheden, onderzoek, strategievorming, innovatie, voorlichting, communicatie, financiën en bestuurlijke en parlementaire ondersteuning.

  • 2 de plaatsvervangend secretaris-generaal is hoofd van het SG-cluster. De secretaris-generaal blijft verantwoordelijk voor de beleidsvoering ten aanzien van de directie Wetgeving en Juridische Zaken en de directie Financieel-Economische Zaken betreft. Het SG-cluster bestaat uit de Organisatie Integriteit, die tot taak heeft het bevorderen en stimuleren van een goed werkend integriteitsstelsel binnen het ministerie, en de volgende dienstonderdelen:

    • a. de directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ);

    • b. de directie Europese en Internationale Aangelegenheden (DEIA);

    • c. de directie Bestuursondersteuning (DBO);

    • d. de directie Communicatie (DCOM);

    • e. de directie Financieel-Economische Zaken (DFEZ);

    • f. de directie Innovatie, Kennis en Strategie (IKS, ook afgekort als X);

    • g. de directie Eigenaarsadvisering;

    • h. het bureau Adviescollege Verloftoetsing tbs;

    • i. de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB).

Artikel 5

  • 1 De directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ) is belast met de ontwikkeling, de totstandkoming, het beheer en het onderhoud van justitie- en veiligheidswetgeving en van andere wetgeving voor zover deze tot het werkterrein van een dienstonderdeel van het ministerie behoort, alsmede met het ontwikkelen en uitdragen van het wetgevingsbeleid en de toetsing van ontwerpwetgeving van de ministeries op rechtsstatelijke en bestuurlijke kwaliteit, met inbegrip van de constitutionele, Europeesrechtelijke en internationaalrechtelijke toetsing van wetgeving.

  • 2 De directie is tevens belast met:

    • a. het in ondermandaat dan wel met volmacht of machtiging van de hoofden van de clusters en het hoofd van het Wetenschappelijk Onderzoek en Datacentrum (WODC) behandelen van bezwaar- en beroepschriften, verzoeken om voorlopige voorziening, aansprakelijkstellingen, verzoeken om schadevergoeding en civielrechtelijke procedures;

    • b. het ten behoeve van de hoofden van de clusters opstellen van overeenkomsten en convenanten, anders dan op het gebied van inkoop en aanbesteding;

    • c. het desgevraagd adviseren van de leden van de departementsleiding op juridisch-bestuurlijk gecompliceerde of gevoelige onderwerpen, alsmede het vervullen van bijzondere opdrachten van de departementsleiding;

    • d. het in samenwerking met de clusters ontwikkelen, beheren en bewaken van de juridische kwaliteitsborging, gericht op het inzichtelijk maken, voorkomen en tegengaan van juridische risico’s en het waarborgen van een adequate juridische inbreng, zowel bij de voorbereiding als bij de uitvoering van beleid;

    • e. klachtbehandeling op mensenrechtelijk terrein voor internationale gerechten en comités, mensenrechtelijke advisering in de brede zin en het voeren van internationale onderhandelingen namens het ministerie ten aanzien van mensenrechtelijke onderwerpen;

    • f. het onderhouden van het geregelde contact met de landsadvocaat en het beslissen op verzoeken om inschakeling van de landsadvocaat.

  • 3 De directie Wetgeving en Juridische Zaken is voorts belast met het opdrachtgeverschap als bedoeld in de circulaire ‘Governance ten aanzien van zbo’s’ met betrekking tot het College van Toezicht Collectieve Beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten.

  • 4 De directie bestaat uit:

    • a. de sector Straf- en sanctierecht;

    • b. de sector Staats- en bestuursrecht;

    • c. de sector Privaatrecht;

    • d. de sector Juridische Zaken en Wetgevingsbeleid;

    • e. de afdeling Ondersteuning.

Artikel 6

  • 1 De directie Europese en Internationale Aangelegenheden (DEIA) draagt zorg voor een ministeriebrede strategie- en visieontwikkeling ten aanzien van multilaterale, Europese en bilaterale horizontale dossiers en beleidsvraagstukken en ten aanzien van Koninkrijksamenwerking, internationale projecten en expertisegebieden. Tevens is de directie belast met de zorg voor een gecoördineerde en effectieve inzet van Nederland op het gebied van Justitie en Veiligheid binnen het kader van de samenwerking binnen de Europese Unie en in het kader van de samenwerking op multilateraal, bilateraal en Koninkrijksniveau. Tenslotte faciliteert de directie de politieke en ambtelijke leiding alsmede de directies in logistieke en instrumentele zin op voornoemde terreinen en verzorgt zij de daarop betrekking hebbende informatievoorziening aan interne dossierhouders en belanghebbenden.

  • 2 De directie bevordert en bewaakt de eenheid van optreden op de in het eerste lid genoemde terreinen met inachtneming van de eigen beleidsverantwoordelijkheid van andere dienstonderdelen voor de internationale aspecten van hun beleidsterrein.

  • 3 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Europese Unie;

    • b. de afdeling Internationale Betrekkingen en Projecten;

    • c. de afdeling Justitie en Veiligheid van de Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie;

    • d. de attachees Justitie en Veiligheid op andere Nederlandse ambassades en permanente vertegenwoordigingen in het buitenland;

    • e. de managementondersteuning.

Artikel 9

  • 1 De directie Bestuursondersteuning (DBO) is belast met:

    • a. algemene staftaken, ten behoeve van de politieke en ambtelijke leiding;

    • b. de protocollaire ondersteuning van de departementsleiding van het ministerie en vervult daarbij een coördinerende rol.

  • 2 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Advies;

    • b. de afdeling Managementondersteuning en Bedrijfsvoering;

    • c. het Bureau Protocol en Evenementen.

Artikel 10

  • 1 De directie Communicatie (DCOM) is belast met het geven van informatie van en over het ministerie. Hierbij wordt gezocht naar een goede balans tussen het belang van het ministerie en dat van de ontvangers. Ook heeft de directie tot taak om politieke en maatschappelijke signalen op te vangen en terug te koppelen binnen de organisatie.

  • 2 De directie bestaat uit:

    • a. het Bedrijfsbureau;

    • b. de afdeling Woordvoering, Speeches en Omgevingskennis;

    • c. de afdeling Communicatieadvies en Redactie.

Artikel 11

  • 1 De directie Financieel-Economische Zaken (DFEZ) is de ministeriebrede en DG-controller en belast met:

    • a. de advisering van de departementsleiding over het beleid, de uitvoering en de bedrijfsvoering dat aan de departementale begroting ten grondslag ligt;

    • b. de coördinatie van het begrotingsproces;

    • c. de inrichting en de aansturing van de financiële functie op het ministerie;

    • d. het adviseren van de departementsleiding over het functioneren en de inrichting van de controlfunctie binnen het ministerie;

    • e. de ondersteuning van de budgethouders bij besluitvorming;

    • f. het bewaken van de financiën ten aanzien van de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid.

  • 2 DFEZ bevordert de integratie van beheer en beleid binnen het domein van de directie en levert daartoe een bijdrage aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen van het ministerie. DFEZ doet dit door kaders binnen het domein van de directie voor bedrijfsvoering te stellen, op hoofdlijnen toezicht te houden, financiële en andere bedrijfsvoeringprocessen te begeleiden en ondersteunen, alsmede te adviseren waar dat gewenst wordt of zij dit noodzakelijk acht.

  • 3 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Begroting en Kaderstelling;

    • b. de afdeling Financiële Infrastructuur & Concernadministratie;

    • c. de afdeling Control op Beleid en Uitvoering.

Artikel 12

De directie Innovatie, Kennis en Strategie is belast met het versterken van de functies innovatie, strategie en kennis van het ministerie. Daarbij kunnen de volgende taken worden onderscheiden:

  • a. Het daarbij adviseren van de departementsleiding;

  • b. Het onderhouden of versterken van netwerken zowel binnen het ministerie als met externe publieke en private partijen;

  • c. Het doen van verkenningen en het agenderen van nieuwe onderwerpen;

  • d. Het coördineren van organisatieonderdeel overstijgende activiteiten;

  • e. Het behartigen van organisatieonderdeel overstijgende belangen;

  • f. Het stimuleren van projecten en activiteiten.

Artikel 12a

  • 1 De directie Eigenaarsadvisering (DEA) heeft tot taak de eigenaar, met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving, te adviseren en te ondersteunen ten aanzien van de organisaties genoemd in het tweede lid. Ter uitvoering van deze taken is DEA in het bijzonder belast met:

    • a. het toetsen van de doelmatigheid en de continuïteit van de uitvoering van de organisatie en de kwaliteit van de dienstverlening;

    • b. het toetsen van de bedrijfsvoering van de organisatie en het adviseren binnen de planning- en controlcyclus;

    • c. het toezien op het goed functioneren van het sturingsmodel;

    • d. de advisering over kaders en richtlijnen voor diensten en verzelfstandigde organisaties en het coördineren van ontwikkelingen daaromtrent.

Artikel 13

Het bureau Adviescollege Verloftoetsing tbs is belast met het ondersteunen van het Adviescollege Verloftoetsing tbs alsmede het ontwikkelen van richtlijnen en andere vormen van methodische aanpak ten behoeve van dat adviescollege.

Artikel 13a

  • 1 De Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) adviseert de Minister van Justitie en Veiligheid over de volgende onderwerpen:

    • a. bestrijding van antisemitisme;

    • b. knelpunten in de verschillende ketens bij de afhandeling van antisemitismezaken en in de gehele keten van antisemitisme bestrijding;

    • c. het vervolg dat gegeven kan worden aan de projecten die in het kader van de besteding van de gelden antisemitisme zijn uitgevoerd, op basis van de uitkomsten van de evaluaties die onder ambtelijke verantwoordelijkheid worden uitgevoerd.

  • 2 In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid, bestaat het takenpakket van de NCAB nog uit de volgende taken:

    • a. signaleringsfunctie voor de Joodse gemeenschap en het informeren van de Minister van Justitie en Veiligheid over de ontvangen signalen;

    • b. Het opzetten van een gesprekscyclus met gemeenten met een Joodse gemeenschap en monitoren welke maatregelen de beveiliging van Joodse gemeenschappen effectief borgen;

    • c. het onderhouden van contacten met collega’s in het internationale werkveld om ervaringen uit te wisselen en waar mogelijk goede ervaringen over te nemen en in Nederland in de praktijk te brengen;

    • d. evaluatie van de eigen werkzaamheden.

  • 3 Bij de uitvoering van zijn taak kan de NCAB zich onder meer voor het inwinnen van inlichtingen rechtstreeks wenden tot alle instanties en personen die aan het uitvoeren van zijn taak kunnen bijdragen, hieronder begrepen de leden van de Staten-Generaal.

Hoofdstuk 3. De Hoofddirectie bedrijfsvoering (HDBV)

Artikel 14

  • 1 De Hoofddirectie bedrijfsvoering staat onder leiding van de hoofddirecteur bedrijfsvoering. De hoofddirecteur bedrijfsvoering is onder meer verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van het ministerie in beleidsmatige zin, in het bijzonder betreffende personeel, informatievoorziening, organisatie, automatisering, huisvesting en facilities.

    Daarbij kunnen de volgende taken worden onderscheiden:

    • a. ministeriebrede kaderstelling, control en advisering aan de secretaris-generaal en bewindslieden;

    • b. ministeriebrede coördinatie ten behoeve van de inbreng van het JenV-belang in interdepartementale overleggen en trajecten op het terrein van bedrijfsvoering;

    • c. advisering van integraal managers in de rol van DG-controller;

    • d. dienstverlening op het terrein van bedrijfsvoering ter ondersteuning van de primaire processen op het bestuursdepartement.

  • 2 De hoofddirectie bedrijfsvoering is tevens belast met de advisering en ondersteuning van de eigenaar ten aanzien van de organisaties genoemd in artikel 2, derde lid, alsmede de zelfstandige bestuursorganen genoemd in artikel 3, eerste lid, tweede lid.

  • 3 De hoofddirectie bedrijfsvoering bestaat uit de Landelijke Eenheid Vertrouwenspersonen en de volgende dienstonderdelen:

    • a. de directie Personeel en Organisatie (DP&O);

    • b. de directie Informatievoorziening en Inkoop (DI&I);

    • c. het Dienstencentrum (DC);

    • d. de directie Huisvesting en Facilities (DHF);

    • e. het Project-, Programma- en Adviescentrum (PPAC);

    • f. de directie Openbaarmaking (DO).

Artikel 15

  • 1 De directie Personeel en Organisatie (DP&O) is belast met:

    • a. advisering van de departementsleiding over en de ontwikkeling, organisatie, coördinatie van en control op het ministeriebreed organisatie- en personeelsbeleid;

    • b. de uitvoering van de departementale werkgeverstaken;

    • c. de eerstelijnsadvisering ten aanzien van organisatie- en personeelsaangelegenheden aan de hoofden van de clusters en de daaronder ressorterende dienstonderdelen;

    • d. de ontwikkeling en organisatie van opleidingsprogramma’s ten behoeve van alle beleidsambtenaren van het ministerie.

  • 2 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Beleidsimplementatie;

    • b. de afdeling Kwaliteit, Control en interne Bedrijfsvoering;

    • c. de afdeling Dienstverlening;

    • d. Human Resource Management, Organisatie en Ondersteuning i.o. (HRMO i.o.);

    • e. het Bureau Ondersteuning Medezeggenschap.

Artikel 16

  • 1 De directie Informatievoorziening en Inkoop (DI&I) is belast met:

    • a. het adviseren van de departementsleiding over strategische vraagstukken op het gebied van informatievoorziening en ICT;

    • b. de control op het gebied van inkoopbeheer, informatievoorziening en ICT;

    • c. het ondersteunen van de dienstonderdelen van het ministerie bij de inrichting van de keteninformatisering en de beheersing van grote ICT-projecten;

    • d. de uitvoering van projecten op het gebied van de JenV-brede ICT-infrastructuur;

    • e. het vaststellen van kaders en centrale voorzieningen ten behoeve van de dienstonderdelen van het ministerie met het oog op rechtmatige, efficiënte en duurzame inkoop;

    • f. het toezicht op de integrale beveiliging waaronder het toezicht op de inrichting en werking van de departementale beveiligingsorganisatie en van de control-processen voor informatiebeveiliging, en de werking van de beveiligingsorganisatie en de informatiebeveiliging ten behoeve van de onder de verantwoordelijkheid van respectievelijk de Minister en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ressorterende diensten en bedrijven.

  • 2 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Beleid, Kennis en Innovatie;

    • b. de afdeling I-Control en Security;

    • c. de afdeling Regie, Programma’s en Projecten;

    • d. de afdeling Strategische Inkoop;

    • e. de afdeling Beveiligingsautoriteit (BVA);

    • f. de eenheid Bedrijfsjuridische Zaken;

    • g. de eenheid Staf.

  • 3 De afdeling Beleid, Kennis en Innovatie, de afdeling I-Control en Security en de afdeling Regie, Programma’s en Projecten vormen tezamen het Chief Information Officer-Office (CIO-Office).

Artikel 17

  • 1 Het Dienstencentrum (DC) verzorgt voor het bestuursdepartement de levering van diensten op het gebied van huisvesting, facilitaire dienstverlening, ICT, inkoopondersteuning, werkplekservices en diensten op het gebied van post en informatievoorziening. Het Dienstencentrum is tevens belast met contractmanagement binnen de bedrijfsvoering ten behoeve van het bestuursdepartement.

  • 2 Het Dienstencentrum bestaat uit:

    • a. de afdeling Klantadvies en ondersteuning;

    • b. de afdeling Portfoliomanagement;

    • c. de afdeling Bedrijfsvoering;

    • d. de afdeling Inkoop uitvoeringscentrum (IUC);

    • e. de afdeling Productie informatievoorziening (PIV).

Artikel 18

De directie Huisvesting en Facilities (DHF) is belast met het realiseren van beleid, kaders en richtlijnen op het terrein van huisvesting en daarmee verband houdende faciliteiten alsmede met de uitvoering van huisvestingsprojecten voor het ministerie en aan het ministerie gerelateerde internationale organisaties.

Artikel 18a

Het Project-, Programma- en Adviescentrum (PPAC) is belast met:

  • a. het stimuleren en ondersteunen van projectmatig en programmatisch werken;

  • b. het delen van kennis en ervaringen met projectmatig en programmatisch werken;

  • c. het vergroten van flexibiliteit van medewerkers;

  • d. het verbinden van ervaren project- en programmamanagers en projectsecretarissen.

Artikel 18b

  • 1 De directie Openbaarmaking is belast met de kerntaken:

    • a. Passieve openbaarmaking;

    • b. Actieve openbaarmaking;

    • c. (Onderzoeks-)commissies & parlementaire enquêtes.

  • 2 De directie Openbaarmaking bestaat uit:

    • a. de afdeling Passieve openbaarmaking;

    • b. het team Staf;

    • c. het team Verkenning, ontwikkeling en ondersteuning.

Hoofdstuk 4. Directoraat-generaal Straffen en Beschermen (DGSenB)

Artikel 19

  • 1 Het directoraat-generaal Straffen en Beschermen (DGSenB) is belast met het ontwikkelen, in opdracht geven dan wel uitvoeren en/of implementeren van het beleid met betrekking tot:

    • a. de bescherming en begeleiding van jeugdigen in onveilige opvoedsituaties en voor een persoonsgerichte en groepsgerichte aanpak van jeugdigen die in aanraking komen of dreigen te komen met politie en justitiële organisaties;

    • b. slachtoffers van geweld en criminaliteit;

    • c. de bescherming van personen en instellingen tegen criminaliteit, recidive en onveiligheid;

    • d. een effectieve en persoonsgerichte tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen inclusief de regie op dit deel van de strafrechtketen.

  • 2 Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende dienstonderdelen:

    • a. de directie Sanctie- en Slachtofferbeleid (DSenS);

    • b. de directie Jeugd, Familie en aanpak Criminaliteitsfenomenen (DJFC);

    • c. de directie Advies, Regie en Centrale autoriteit (DARC);

    • d. de directie Artificiële Intelligentie (AI).

Artikel 20

De directeur-generaal wordt secretarieel, organisatorisch en administratief ondersteund door het team Managementondersteuning en Staf.

Artikel 21

  • 1 De directie Sanctie- en Slachtofferbeleid (DSenS) is belast met de coördinatie, ontwikkeling en evaluatie van beleid dat is gericht op:

    • a. het voorkomen van slachtofferschap en daderschap alsmede de bescherming van kwetsbare groepen die vanwege de kwetsbare positie waarin zij verkeren bedreigd of verleid worden door (herhaalde) criminaliteit;

    • b. het terrein van de intramurale, extramurale en financiële sanctietoepassing bij minderjarigen en volwassenen;

    • c. forensische zorg alsmede de aanpak van personen met verward gedrag en een hoog veiligheidsrisico.

    • d. innovatie en onderzoekscoördinatie voor het gehele directoraat-generaal (DG-lab);

    • e. het kansspelbeleid en het integriteitsbeleid, waaronder in ieder geval de verklaring omtrent het gedrag.

  • 2 De directie voert de regie en coördineert de inzet van alle betrokken dienstonderdelen en taakorganisaties bij de afdoening van incidenten tijdens de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften waaraan politiek-bestuurlijke aspecten zijn verbonden, onverlet de eigenstandige verantwoordelijkheid van de betrokken taakorganisaties voor de aan hen uit hoofde van dit besluit toebedeelde taken en verantwoordelijkheden. De directie ontwikkelt en onderhoudt daartoe de benodigde expertise en incidentenstrategie.

  • 3 De directie heeft een adviserende taak in de beleidsvoering van de het Centraal Justitieel Incassobureau, de Dienst JUSTIS en de Dienst Justitiële Inrichtingen, voor zover het haar beleidsterrein betreft.

  • 4 De directie is beleidsmatig en budgettair verantwoordelijk voor de door de directie gesubsidieerde organisaties en instellingen en stuurt deze aan.

  • 5 De directie bestaat uit:

    • a. het team Sancties Intramuraal (SI);

    • b. het team Sancties Extramuraal (SE);

    • c. het team Forensische Zorg (FZ);

    • d. het team Slachtofferbeleid (SB);

    • e. het team Integriteit en Kansspelen (IenK);

    • f. het secretariaat van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (secretariaat RSJ).

  • 6 Het secretariaat RSJ is belast met de bedrijfsvoering en ondersteuning van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming.

Artikel 22

  • 1 De directie Jeugd, Familie en aanpak Criminaliteitsfenomenen (DJFC) is belast met de coördinatie, ontwikkeling en evaluatie van beleid dat is gericht op:

    • a. de vereenvoudiging en het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdbescherming en het tegengaan van kindermishandeling en huiselijk geweld;

    • b. de aanpak van (jeugd)criminaliteit;

    • c. kinderrechten en aangaande het familierecht gericht op mensen, hun identiteit en hun levensgebeurtenissen, waaronder in ieder geval geboorte, naamgeving, afstamming, (gender)identiteit, adoptie, huwelijk en scheiding en de gevolgen daarvan;

    • d. de aanpak van criminaliteitsfenomenen met een grote impact op de slachtoffers en omgeving, langs de lijnen van voorkomen daderschap en slachtofferschap, versterken opsporing en vervolging en voorkomen recidive.

  • 2 De directie heeft een adviserende taak in de beleidsvoering van de raad voor de kinderbescherming en de Dienst Justitiële Inrichtingen, voor zover het haar beleidsterrein betreft.

  • 3 De directie is beleidsmatig en budgettair verantwoordelijk voor de door de directie gesubsidieerde organisaties en instellingen en stuurt deze aan. De directie is tevens beleidsmatig verantwoordelijk voor het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen en de aansturing daarvan.

  • 6 De directie bestaat uit:

    • a. het team Jeugdbescherming (JB);

    • b. het team Jeugdcriminaliteit (JC);

    • c. het team Familie (F);

    • d. het team Aanpak Criminaliteitsfenomenen (ACF).

Artikel 23

  • 1 De directie Advies, Regie en Centrale autoriteit (DARC) is belast met financiële advisering aan de directeur-generaal en de directeuren van de andere onderdelen als bedoeld in artikel 19, tweede lid. Deze advisering heeft in ieder geval betrekking op uitvoeringsdiensten, zelfstandige bestuursorganen, rechtspersonen met een wettelijke taak en gesubsidieerde organisaties op het terrein van het directoraat-generaal, voor zover het geen taak van DFEZ of DEA betreft.

  • 2 Daarnaast is de directie belast met:

    • a. het gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over bedrijfsvoerings-, informatiemanagement-, juridische en ketenregievraagstukken, samenwerking in de strafrecht- en jeugdbeschermingsketens en data-analyses;

    • b. het ondersteunen bij juridische procedures;

    • c. het afhandelen van informatieverzoeken op het terrein van het directoraat-generaal;

    • d. de verzorging van de interne bedrijfsvoering;

    • e. het adviseren over het functioneren van de tenuitvoerleggingsketen van strafrechtelijke beslissingen en de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, de jeugdketen en de slachtofferketen en het verbeteren van de prestaties van deze ketens;

    • f. de ondersteuning van het management binnen het directoraat-generaal in de vorm van een staf en secretariaat.

  • 3 De directie is budgettair verantwoordelijk voor:

    • a. het Centrum Internationale Kinderontvoering;

    • b. de International Social Services;

  • 4 De Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden van het team, genoemd in het zevende lid, onder b, verricht de werkzaamheden van de Centrale autoriteit interlandelijke adoptie, de Centrale autoriteit internationale kinderbescherming en de Centrale autoriteit internationale kinderontvoering. De Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden is verantwoordelijk voor het uitvoeringsbeleid ten aanzien van voornoemde werkzaamheden.

  • 5 Het team Subsidieportaal, genoemd in het zevende lid, onder d, is belast met:

    • a. het voor de hoofden van de clusters, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a tot en met i, voorbereiden en uitvoeren van beslissingen met betrekking tot subsidies en financiële bijdragen aan medeoverheden met uitzondering van subsidies en bijdragen aan zelfstandige bestuursorganen en rechtspersonen met een wettelijke taak, alsmede met uitzondering van EU-subsidies;

    • b. de feitelijke uitvoering van betaalopdrachten ter uitvoering van beslissingen als bedoeld in onderdeel a, voor zover de beslissingsbevoegde daartoe machtiging heeft verleend;

    • c. het gevraagd en ongevraagd adviseren over de niet-beleidsmatige onderdelen van subsidieprocessen en de niet-beleidsmatige onderdelen van het verstrekken van bijdragen aan medeoverheden.

  • 6 Het team Managementondersteuning en Staf (MOS), genoemd in het zevende lid, onder e, is belast met:

    • a. de managementondersteuning voor de MT-leden van DGSenB;

    • b. het organiseren en coördineren van de parlementaire processen, het ondersteunen van de inhoudelijke MT’s van DGSenB;

    • c. het hebben van de secretarisrol voor de SenB-staf met de bewindslieden.

  • 7 De directie bestaat uit:

    • a. het team Financieel Advies en Bedrijfsvoering (FAB);

    • b. het team Juridische en Internationale Zaken (JIZ);

    • c. het team Ketenregie (KR);

    • d. het team Subsidieportaal;

    • e. het team Managementondersteuning en Staf (MOS).

Artikel 24

De directie Artificiële Intelligentie is belast met de coördinatie, ontwikkeling en realisatie van beleid inzake kunstmatige intelligentie en de toepassing daarvan in het justitie- en veiligheidsdomein in samenwerking dan wel in opdracht van andere onderdelen of takenorganisaties van het ministerie.

Hoofdstuk 5. Directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s (DGPenV)

Artikel 28

  • 1 Het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s (DGPenV) is belast met:

    • a. de verantwoordelijkheid voor het functioneren van de politieorganisatie en het leveren van politiezorg;

    • b. het ontwikkelen van een visie op de kwaliteit, de inrichting en de ontwikkeling van de politieorganisatie;

    • c. het in samenspraak met de NCTV verhogen van de weerbaarheid op decentraal niveau ter voorkoming van maatschappelijke ontwrichting, door het preventief afwenden van gevaar, het voorkomen en beperken van de gevolgen van een ramp of crisis, en het bijdragen aan het herstellen van de daardoor veroorzaakte schade.

  • 2 Ter uitvoering van de taken, bedoeld in het eerste lid, is het directoraat-generaal in het bijzonder belast met:

    • a. de doorontwikkeling van het stelsel van de nationale politie;

    • b. beleidsontwikkeling op het terrein van de politie;

    • c. het vaststellen van beleidskaders voor de politieorganisatie en de uitvoering van politietaken, gericht op het realiseren van de beleidsprioriteiten van de bewindspersoon en de gezagsdragers;

    • d. het creëren van condities voor een goed en slagvaardig functionerend politieapparaat;

    • e. het in samenspraak met de NCTV ontwikkelen van beleid gericht op risico- en crisisbeheersing op decentraal niveau, in het bijzonder het onderhouden van het stelsel van decentrale crisisbeheersing, en het zorgdragen voor de aansluiting daarvan op het stelsel van nationale crisisbeheersing en op de afspraken met betrekking tot de internationale samenwerking.

  • 3 Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende portefeuilles en dienstonderdelen:

    • a. de portefeuille Politieorganisatie en -middelen en Staf;

    • b. de portefeuille Politieel Beleid en Taakuitvoering;

    • c. de portefeuille Veiligheidsregio’s, Crisisbeheersing en Meldkamer;

    • d. het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC);

    • e. het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

    • f. het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 29

  • 1 De portefeuille Politieorganisatie en -middelen en Staf is belast met:

    • a. het invullen van het eigenaarschap ten opzichte van politie;

    • b. het invullen van het werkgeverschap voor het politiepersoneel;

    • c. het centraal beleggen van bestuurlijke informatie;

    • d. het toezicht op de inrichting, de toerusting en het functioneren van de politieorganisatie alsmede haar effectiviteit;

    • e. het beheer en de interne bedrijfsvoering, de coördinatie van parlementaire aangelegenheden, de coördinatie en afhandeling van burgerbrieven, bestuurlijke, juridische, operationele aangelegenheden en het management van incidenten.

  • 2 De portefeuille Politieorganisatie en -middelen en Staf bestaat uit:

    • a. het programma Eigenaarsondersteuning, Bedrijfsvoering en Financiën;

    • b. het programma Politiepersoneel;

    • c. het programma Bestuurlijke Informatie, Toezichtstelsel en Effectiviteit en Informatieanalyse;

    • d. het programma Staf en Bedrijfsvoering.

Artikel 30

  • 1 De portefeuille Politieel Beleid en Taakuitvoering is belast met:

    • a. het beleid inzake de primaire processen, taakuitvoering en bevoegdheden van de politie;

    • b. internationale politiesamenwerking;

    • c. het beheer van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 2 De portefeuille Politieel Beleid en Taakuitvoering bestaat uit:

    • a. het programma Politiële Beleidsontwikkeling;

    • b. het programma Politiebestel, Bevoegdheden en Informatiefunctie;

    • c. het programma Internationale en Caribische aangelegenheden.

Artikel 31a

  • 1 De portefeuille Veiligheidsregio’s, Crisisbeheersing en Meldkamer is belast met het in samenspraak met de NCTV:

    • a. onderhouden van het stelsel van decentrale crisisbeheersing (waaronder het stelsel van veiligheidsregio’s) en de aansluiting daarvan op het stelsel van nationale crisisbeheersing en op de afspraken met betrekking tot de internationale samenwerking;

    • b. ontwikkelen van beleid gericht op risico- en crisisbeheersing op decentraal niveau;

    • c. het beleid inzake de organisatie van de meldkamer;

    • d. het beleid inzake het communicatiesysteem van de hulpdiensten.

  • 2 De portefeuille Veiligheidsregio’s, Crisisbeheersing en Meldkamer bestaat uit:

    • a. het programma Veiligheidsregio’s en Crisisbeheersing;

    • b. het programma Meldkamers, crisiscommunicatie en alerteren.

Artikel 31b

  • 1 Het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC) maakt deel uit van de nationale crisisbesluitvormingsstructuur en draagt hierbij zorg voor het aanleveren van het multidisciplinair Landelijk Operationeel Beeld en het operationeel advies bij nationale en internationale incidenten, crises, rampen en grootschalige evenementen.

  • 3 Het LOCC draagt tevens, als zijnde de National Training Coördinator, zorg voor de coördinatie, opleiding en inzet van de Nederlandse experts in het kader van EU Civil Protection Mechanism.

  • 4 Het LOCC ondersteunt op verzoek van betrokken crisispartners bij regionale en bovenregionale incidenten, crises, rampen en grootschalige evenementen.

Hoofdstuk 6. Directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving (DGRR)

Artikel 34

  • 1 Het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving (DGRR) is belast met het ontwikkelen, in opdracht geven dan wel uitvoeren en/of implementeren van het beleid voor:

    • a. het tegengaan van onveiligheid en criminaliteit;

    • b. het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerend rechtsbestel en een slagvaardige rechtspleging;

    • c. het bewerkstelligen van een effectieve en professionele rechtshandhaving.

  • 2 Voorts is het directoraat-generaal belast met de behandeling van uitvoeringsvraagstukken in de strafrechtketen waar een specifieke verantwoordelijkheid van de bewindspersoon aan de orde is.

  • 3 Het directoraat-generaal bestaat uit een stafondersteuning en de volgende dienstonderdelen:

    • a. de directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding (DRC);

    • b. de directie Rechtsbestel (DRb);

    • c. de directie Financiën, Bedrijfsvoering en Control (FBC);

    • d. de directie Juridische en Operationele Aangelegenheden (DJOA);

    • e. de directie Veiligheid en Bestuur (DVB);

    • f. de directie Strafrechtketen (DSK).

Artikel 35

  • 1 De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving is beheersverantwoordelijk voor het openbaar ministerie.

  • 2 De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving wordt secretarieel, organisatorisch en administratief ondersteund door de stafondersteuning.

Artikel 36

  • 1 De directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding (DRC) is belast met het ontwikkelen van visie, beleid en samenwerkingsvormen op het terrein van de rechtshandhaving, de criminaliteitsbestrijding en het waarborgen van de veiligheid.

  • 2 de directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Georganiseerde misdaad;

    • b. de afdeling Fraude en Ordening;

    • c. de afdeling Criminaliteit en Veiligheid.

Artikel 37

  • 1 De directie Rechtsbestel (DRb) is belast met de instandhouding en ontwikkeling van het rechtsbestel, in het bijzonder met betrekking tot de toegang tot het recht, de organisatie en de kwaliteit van het rechtsbestel. Hieronder wordt in ieder geval begrepen het stelsel van de rechterlijke organisatie, alsmede de volgende beleidsterreinen: rechtsbijstand, juridische vrije beroepen, alternatieve geschillenbeslechting (ADR), schuldsanering natuurlijke personen en tolken en vertalers.

  • 2 De directie is voorts belast met het beheer van de Hoge Raad der Nederlanden.

  • 3 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Strafrechtelijk Bestel & Arbeidsvoorwaarden;

    • b. de afdeling Rechtspraak & Geschiloplossing;

    • c. de afdeling Toegang Rechtsbestel.

Artikel 38

  • 1 De directie Financiën, Bedrijfsvoering en Control (FBC) is belast met financiële en juridische advisering aan en ondersteuning van de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving en de overige directies. Het adviseren omvat in ieder geval de financiële advisering ten aanzien van de taakorganisaties, genoemd in artikel 2, derde lid, tweede lid, rechtspersonen met een wettelijke taak, zelfstandige bestuursorganen en, organisaties en instellingen op het terrein van het directoraat-generaal.

  • 2 De directie is tevens belast met het uitvoeren van impactanalyses en het voeren van de interne bedrijfsvoering.

  • 3 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Financiën en Control;

    • b. de afdeling Bedrijfsvoering.

Artikel 39

  • 1 De directie Juridische en Operationele Aangelegenheden (DJOA) is belast met de voorbereiding van beslissingen in individuele gevallen op het terrein van rechtspleging en rechtshandhaving met toepassing van bestaande regels en beleidskaders. De beslissingen hebben betrekking op bestuurlijk-juridische zaken, operationele zaken, rechtshulpverzoeken, benoemingen of incidenten. De directie levert op deze terreinen ook bijdragen aan beleidsvoorstellen.

  • 2 De directie voert de regie en coördineert de inzet van alle betrokken dienstonderdelen en taakorganisaties bij de afdoening van incidenten waaraan politiek-bestuurlijke aspecten zijn verbonden. De directie ontwikkelt en onderhoudt daartoe de benodigde expertise en incidentenstrategie en organiseert de voorbereiding van het ministerie van crisisbeheersing in het kader van het nationaal handboek crisisbeheersing.

  • 3 De directie fungeert als het juridisch expertisecentrum van het directoraat-generaal. De directie bewaakt de juridische kwaliteit van de diverse producten van het directoraat-generaal en beperkt de juridische risico’s en in voorkomende gevallen voor dienstonderdelen en organisaties, werkzaam op het terrein van het directoraat-generaal.

  • 5 De directie is voorts belast met de beantwoording van brieven van burgers alsmede parlementaire zaken op het terrein van het directoraat-generaal.

  • 6 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Juridische, Bestuurlijke en Operationele Zaken;

    • b. de afdeling Internationale Aangelegenheden en Rechtshulp in Strafzaken;

    • c. de afdeling Benoemingen, Burgercorrespondentie, Ondersteuning en Parlementaire zaken.

Artikel 40

  • 1 De directie Veiligheid en Bestuur (DVB) is belast met:

    • a. het faciliteren van het lokale bestuur om ten aanzien van maatschappelijke veiligheidsvraagstukken zijn eigen taken uit te voeren, relevante partners bijeen te brengen en waar nodig regie te voeren;

    • b. het bijdragen aan een effectieve rechtspleging en rechtshandhaving door het realiseren van een goede informatievoorziening in de daarvoor relevante ketens.

  • 2 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Integrale veiligheid;

    • b. de afdeling Bestuurlijke aanpak;

    • c. de afdeling Keteninformatievoorziening (KIV);

    • d. het Landelijk Expertise Centrum (LIEC).

Artikel 41

  • 1 De directie Strafrechtketen (DSK) is belast met:

    • a. de bestuurlijke informatievoorziening over de strafrechtketen en het bevorderen van de ketensamenwerking binnen de strafrechtketen;

    • b. de administratieve en secretariële ondersteuning ten behoeve van het landelijk en bestuurlijk Strafrechtketenberaad.

  • 2 De directie Strafrechtketen is voorts belast met het uitvoeren van ontwikkelopgaven die moeten bijdragen aan een effectieve coördinatie op de keteninformatievoorziening, het optimaliseren van de bestuurlijke informatievoorziening en het verbeteren van de samenwerking binnen de strafrechtketen.

Hoofdstuk 7. Directoraat-generaal Migratie (DGM)

Artikel 44

  • 1 Het directoraat-generaal Migratie (DGM) is belast met het ontwikkelen, in opdracht geven dan wel uitvoeren en/of implementeren van het beleid voor:

    • a. het uitvoeren van de vreemdelingenwetgeving en van de Rijkswet op het Nederlanderschap;

    • b. een gereglementeerde en beheerste toelating van vreemdelingen tot Nederland, een gereglementeerd en beheerst verblijf in en vertrek uit Nederland en een gereglementeerde en beheerste terugkeer van vreemdelingen;

    • c. het voeren van de regie op de keten van toegang, toelating, toezicht en terugkeer van vreemdelingen;

    • d. het adviseren van de regering over het vreemdelingenrecht en het -beleid en over het naturalisatie- en nationaliteitsrecht.

  • 2 Het directoraat-generaal is voorts belast met:

    • a. het voeren van regie op de keten van toegang, toelating, toezicht en terugkeer van vreemdelingen;

    • b. het adviseren van de regering over het vreemdelingenrecht en het -beleid, en over het naturalisatie- en nationaliteitsrecht.

  • 3 Het directoraat-generaal Migratie bestaat uit de volgende dienstonderdelen:

    • a. de directie Migratiebeleid (DMB);

    • b. de directie Regie Migratieketen (DRM);

    • c. het bureau Internationaal Migratiebeleid (BIM);

    • d. de programmadirectie Oekraïense Ontheemden;

    • e. het secretariaat van de Adviesraad Migratie.

Artikel 45

  • 1 De directie Migratiebeleid (DMB) is belast met het ontwikkelen en implementeren van het beleid voor de zorg voor een gereglementeerde en beheerste toelating tot verblijf in en vertrek uit Nederland of terugkeer van vreemdelingen op een in nationaal en internationaal opzicht maatschappelijk verantwoorde wijze.

  • 2 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Toezicht, Regulier en Nationaliteit;

    • b. de afdeling Asiel, Opvang en Terugkeer;

    • c. de afdeling Juridische en Algemene Zaken.

Artikel 46

  • 1 De directie Regie Migratieketen (DRM) heeft tot taak de migratieketen in staat te stellen de Vreemdelingenwet 2000 en het migratiebeleid snel en zorgvuldig uit te voeren en daarover verantwoording af te leggen door het als ketenregisseur ondersteunen van de bij de migratieketen aangesloten organisaties. De directie heeft binnen het cluster tevens een aantal ondersteunende taken, waaronder staf en bedrijfsvoering, en beheert als de Verantwoordelijke Autoriteit de Europese Migratie- en Veiligheidsfondsen van meerdere beleidsonderwerpen.

  • 2 De directie bestaat uit:

    • a. de afdeling Ketensturing;

    • b. de afdeling Ketenvoorzieningen;

    • c. de afdeling Analyse Proeftuin Migratieketen (APM);

    • d. het bureau Bedrijfsvoering en Staf;

    • e. het bureau Verantwoordelijke Autoriteit.

Artikel 46a

Het Bureau Internationaal Migratiebeleid (BIM) ontwikkelt en bewaakt het internationaal migratiebeleid, zorgt in dat kader voor overzicht, legt dwarsverbanden tussen de verschillende dossiers en coördineert de departementale, interdepartementale en internationale afstemming.

Artikel 47

  • 1 De programmadirectie Oekraïense Ontheemden is belast met de interdepartementale coördinerende en integrale beleidsfunctie met betrekking tot de opvang van Oekraïense ontheemden, met als doel goede invulling te geven aan de rechten van Oekraïense ontheemden, die voortkomen uit de EU-Richtlijn Tijdelijke Bescherming (verblijf, onderwijs, zorg en werk). Deze Richtlijn loopt tot 4 maart 2025.

  • 2 De programmadirectie Oekraïense Ontheemden is voorts belast met:

    • a) het zorgdragen voor de coördinatie van de bijzondere crisisbesluitvorming inzake ontheemden als bedoeld in artikel 47, eerste lid;

    • b) het voeren van regie op de keten van registratie, plaatsing, opvang en repatriëring of bestendigd verblijf van ontheemden als bedoeld in artikel 47, eerste lid;

    • c) het monitoren van en rapporteren over de ontheemdenstromen uit Oekraïne en het maatschappelijk sentiment in Nederland om te komen tot bijdragen aan het creëren van maatschappelijk draagvlak en een behoeftestelling richting uitvoerende organisaties en beleidsverantwoordelijke ministeries;

    • d) het voorbereiden en coördineren van de afbouw van activiteiten wanneer dat aan de orde is.

  • 3 De programmadirectie Oekraïense Ontheemden bestaat uit:

    • a. de afdeling Beleid;

    • b. de afdeling Staf en Bedrijfsvoering;

    • c. de afdeling Externe Betrekkingen;

    • d. de afdeling Opdrachtgeverschap, Financiën en Informatievoorziening.

Artikel 49

  • 1 Het secretariaat van de Adviesraad Migratie is belast met de ambtelijke ondersteuning van die commissie.

  • 2 Het secretariaat bestaat uit:

    • a. het procescluster Advisering;

    • b. het procescluster Informatie en Documentatie;

    • c. het procescluster Bedrijfsvoering.

Hoofdstuk 7a. Programmadirecteur-generaal Ondermijning (DGO)

Artikel 49a

  • 1 De programmadirecteur-generaal Ondermijning (DGO) zet zich samen met een brede maatschappelijke coalitie in voor de aanpak van ondermijning en is daartoe belast met de volgende hoofdtaken:

    • a. het coördineren, aanjagen, versterken, ontwikkelen van beleid, zorgen voor benodigde wetgeving van de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit en voert daarbij de regie op de afpakketen en het afpakken van crimineel vermogen.

    • b. het adviseren van de regering over integraal ondermijningsbeleid.

    • c. samen met partners inzetten voor het bestendigen van de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit op de langere termijn.

  • 2 De programmadirecteur-generaal Ondermijning wordt bij de uitvoering van de hoofdtaken ondersteund door:

    • a. de programmadirecteur Criminele Geldstromen, tevens plaatsvervangend programmadirecteur-generaal;

    • b. de programmadirecteur Ondermijning.

  • 3 De DGO wordt hierbij secretarieel, organisatorisch en administratief ondersteund door de stafondersteuning.

Hoofdstuk 7b. Programmadirectoraat-generaal Samenleving en COVID-19 (DGSC-19)

Artikel 49b

  • 1 Het programmadirectoraat-generaal Samenleving en COVID-19 is belast met de navolgende taken en daarmee samenhangende activiteiten:

    • a. Monitoren van (middel)lange termijn trajecten met COVID-19 karakter bij departementen;

    • b. Monitoren ontwikkelingen in de samenleving als gevolg van de crisis, zowel maatschappelijk als sociaaleconomisch van aard (dashboard);

    • c. Verkennen samenleving tijdens en na Corona aan de hand van lange termijn (interdepartementale) beleidsthema’s;

    • d. Zorgen voor handelingsperspectief middellange termijn aanpak COVID-19-crisis;

    • e. Evaluatie en verantwoording (interdepartementale coördinatie en regie met betrekking tot het afhandelen van verzoeken als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, Wet open overheid, evaluatie en onderzoek, parlementaire verantwoording en archivering);

  • 2 Het programmadirectoraat-generaal Samenleving en COVID-19 bestaat uit een programmadirecteur-generaal Samenleving en COVID-19, een stafbureau en de volgende programmadirecties:

    • a. de programmadirectie Strategie en Kennis COVID-19(SKC-19);

    • b. de programmadirectie Evaluatie en Verantwoording (DEV);

  • 3 De programmadirecteur-generaal Samenleving en COVID-19 is het hoofd van het programmadirectoraat-generaal en kan de in het tweede lid genoemde programmadirecties en het stafbureau nader onderverdelen.

Artikel 49c

De programmadirectie Strategie en Kennis COVID-19 is belast met het verkennen van de samenleving tijdens en na Corona aan de hand van lange termijn (interdepartementale) beleidsthema’s en het zorgen voor handelingsperspectief middellange termijn aanpak COVID-19-crisis.

Artikel 49d

De programmadirectie Evaluatie en Verantwoording is belast met de voorbereiding en interdepartementale coördinatie van (externe) onderzoeken en verantwoording.

Artikel 49e

Het stafbureau is belast met het monitoren van (middel)lange termijn trajecten met COVID-19 karakter bij departementen en met het monitoren van ontwikkelingen in de samenleving als gevolg van de crisis, zowel maatschappelijk als sociaaleconomisch van aard (dashboard). Daarnaast zorgt het stafbureau voor de ondersteuning van de programmadirecteur-generaal, de directeuren en het Managementteam en voor de inbreng van stukken vanuit het DGSC-19 in DOC-19, ACC-19, MCC-19, voor zover dit de taken betreft van het DG.

Hoofdstuk 8. Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)

Artikel 50

  • 1 De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) heeft tot taak het versterken van de nationale veiligheid en het voorkomen van maatschappelijke ontwrichting door dreigingen voor de vitale belangen van de samenleving te identificeren en de weerbaarheid en bescherming van die vitale belangen te versterken. Hiertoe verricht de NCTV in het bijzonder activiteiten die zijn gericht op:

    • a. het bevorderen van de identificatie en de analyse van dreigingen en risico's op het gebied van terrorisme en nationale veiligheid;

    • b. het reduceren van kansen of effecten van de genoemde dreigingen en risico’s door:

      • i. het verhogen van weerbaarheid van vitale belangen;

      • ii. het zorgdragen voor een samenhangend crisisbeheersingsbeleid op nationaal niveau en voor een adequaat functioneren van het stelsel van nationale crisisbeheersing inclusief de aansluiting daarvan op het beleid en het stelsel van decentrale crisisbeheersing en op de afspraken met betrekking tot de internationale samenwerking;

    • c. het zorgdragen voor de coördinatie van de bescherming van de vitale infrastructuur en voor een integrale aanpak van dreigingen voor de nationale veiligheid;

    • d. het nemen van beschermingsmaatregelen ten aanzien van daartoe aangewezen bijzondere personen, objecten en diensten;

    • e. het adequaat functioneren van het stelsel van bewaken en beveiligen;

    • f. het zorgdragen voor de coördinatie van de nationale crisisbesluitvorming;

    • g. de strategieontwikkeling rond cyber security en het bevorderen van de publiek-private samenwerking op het gebied van cyber security en het voorzien in het secretariaat van de Cyber Security Raad.

  • 2 De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid bestaat uit de volgende dienstonderdelen:

    • a. de portefeuille Contraterrorisme en Beveiliging Burgerluchtvaart;

    • b. de portefeuille Cybersecurity, Weerbaarheid Statelijke Dreigingen en Economische Veiligheid;

    • c. de portefeuille Nationale Crisisbeheersing en Bewaken en Beveiligen;

    • d. de portefeuille Strategie, Analyse Nationale Veiligheid en Bedrijfsvoering;

    • e. het secretariaat van de Cyber Security Raad.

Artikel 51

  • 1 De NCTV legt inhoudelijk direct verantwoording af aan de bewindspersoon.

  • 2 De NCTV wordt hierbij secretarieel, organisatorisch en administratief ondersteund door de stafondersteuning.

Artikel 52

  • 1 De portefeuille Contraterrorisme en Beveiliging Burgerluchtvaart heeft de volgende taken:

    • a. het ontwikkelen, implementeren, uitvoeren, coördineren, evalueren van en communiceren over het beleid en de maatregelen inzake het contraterrorisme en het tegengaan van extremisme;

    • b. het versterken van de samenwerking en verbinden van nationale en internationale partners in de integrale aanpak van terrorisme en extremisme;

    • c. het coördineren, evalueren en adviseren inzake de lokale aanpak van terrorisme, extremisme en andere veiligheidsdreigingen, alsmede het met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid uitvoeren van en adviseren over de uitvoering van wettelijke regelingen ten behoeve van maatregelen ter voorkoming of aanpak van terrorisme en extremisme;

    • d. het ontwikkelen, implementeren, coördineren, evalueren van en communiceren over het beleid inzake de beveiliging van de burgerluchtvaart en het signaleren en detecteren van reisbewegingen in relatie tot terrorisme en ernstige criminaliteit, waaronder de beleids- en financieringsverantwoordelijkheid en het opdrachtgeverschap van de Passagiersinformatie-eenheid Nederland (Pi-NL) en de sturing alsmede ontwikkeling van de (verdere) inrichting van de technische voorziening Travel Information Portal (TRIP);

    • e. het coördineren, implementeren en evalueren van en communiceren over het beleid en, de maatregelen op het terrein van de beveiliging van de burgerluchtvaart, waaronder het geven van aanwijzingen aan de Koninklijke marechaussee en de luchtvaartsector op basis van de Luchtvaartwet.

  • 2 De portefeuille bestaat uit:

    • a. de Afdeling Contraterrorisme 1;

    • b. de Afdeling Contraterrorisme 2;

    • c. de Afdeling Beveiliging Burgerluchtvaart.

Artikel 53

  • 1 De portefeuille Cybersecurity, Weerbaarheid Statelijke Dreigingen en Economische Veiligheid heeft de volgende taken:

    • a. het coördineren, ontwikkelen, implementeren, uitvoeren, evalueren van en communiceren over het beleid en de maatregelen inzake dreigingen van statelijke actoren;

    • b. het zorgdragen voor de coördinatie van de bescherming van de vitale infrastructuur;

    • c. het zorgdragen voor een integrale aanpak van dreigingen voor de nationale veiligheid alsmede het invulling geven aan de strategie ter borging van de nationale veiligheid;

    • d. het coördineren, ontwikkelen en evalueren van het beleid en de maatregelen inzake cyber security, waaronder de uitvoering van de Nederlandse Cyber Security Agenda.

  • 2 De portefeuille bestaat uit:

    • a. de Afdeling Weerbaarheid Statelijke Dreigingen en Economische Veiligheid;

    • b. de Afdeling Cybersecurity.

Artikel 54

  • 1 De portefeuille Nationale Crisisbeheersing en Bewaken en Beveiligen heeft de volgende taken:

    • a. het opstellen, onderhouden en uitvoeren van het nationaal stelsel van bewaken en beveiligen, het stelsel van speciale eenheden, de procedure Renegade en het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding;

    • b. het ontwikkelen van crisisbeheersingsbeleid op nationaal niveau, waaronder het onderhouden van het stelsel van nationale crisisbeheersing en het, in samenspraak met het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s, zorgdragen voor de aansluiting daarvan op het beleid en het stelsel van decentrale crisisbeheersing en op de afspraken met betrekking tot de internationale samenwerking;

    • c. het zorg dragen voor rijksbrede crisiscoördinatie en het faciliteren, adviseren en coördineren bij grote evenementen met een potentieel veiligheidsrisico;

    • d. het zorg dragen voor de ondersteunende communicatie ten behoeve van de taakuitoefening van de NCTV en voor het ontwikkelen en uitvoeren van de rijksbrede crisiscommunicatie.

  • 2 De portefeuille bestaat uit:

    • a. de Afdeling Coördinatie Bewaken en Beveiligen;

    • b. het Nationaal Crisiscentrum;

    • c. de Afdeling Communicatie.

Artikel 55

  • 1 De portefeuille Strategie, Analyse Nationale Veiligheid en Bedrijfsvoering heeft de volgende taken:

    • a. de strategische advisering over alle aangelegenheden die het werkterrein van de NCTV betreffen, de coördinatie en procesbewaking van algemene parlementaire aangelegenheden, de voorbereiding van interdepartementale en politiek-bestuurlijke besluitvorming alsmede van bestuurlijke besluitvorming, en de uitvoering van de decentrale juridische functie ten behoeve van de NCTV;

    • b. de voorbereiding van de internationale en Europese beleidsvorming op het gebied van de NCTV;

    • c. het in samenwerking en in overleg met andere partijen binnen en buiten de NCTV verrichten en aanleveren van analyses van dreigingen en risico’s ten behoeve van de werkzaamheden van de NCTV en de werkzaamheden van veiligheidspartners, alsmede het opstellen van het actuele dreigings- en incidentenbeeld en de omgevingsanalyse ten behoeve van de nationale crisisbesluitvorming;

    • d. de ondersteuning van de NCTV op het gebied van de bedrijfsvoering en facilitaire zaken, in het bijzonder betreffende personeelsaangelegenheden, ICT en informatiemanagement, huisvesting, beveiliging en financiële advisering;

    • e. het organiseren, faciliteren en stimuleren van de opleiding en de persoonlijke ontwikkeling van NCTV-medewerkers alsmede het organiseren, faciliteren en stimuleren van het ontwikkelen, benutten en borgen van kennis die relevant is voor de taakuitoefening van de NCTV.

  • 2 De portefeuille bestaat uit:

    • a. de Afdeling Strategie, Staf en Juridische zaken;

    • b. de Afdeling Analyse Nationale Veiligheid;

    • c. de Afdeling Bedrijfsvoering;

    • d. de NCTV Academie.

Artikel 56

Het secretariaat van de Cyber Security Raad is belast met het verzorgen van de secretariële taken ten behoeve van de Cyber Security Raad, genoemd in artikel 2 van het Instellingsbesluit Cyber Security Raad.

Hoofdstuk 9. De Inspectie Justitie en Veiligheid

Artikel 60

  • 1 De Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) is belast met:

    • a. toezichtstaken op het terrein van het ministerie en heeft daartoe de volgende hoofdtaken:

      • i. het houden van toezicht op de uitvoering en de naleving van de wet- en regelgeving op het terrein van het ministerie en van wet- en regelgeving op andere daartoe bij of krachtens de wet aangewezen beleidsterreinen;

      • ii. het gevraagd en ongevraagd verstrekken van inlichtingen en adviezen aan de bewindspersoon over onderwerpen die hem aangaan;

      • iii. het vervullen van andere door de bewindspersoon aan de Inspectie opgedragen toezichtstaken.

    • b. de handhavingstaken bedoeld in hoofdstuk 9 van de Jeugdwet met uitzondering van het geven en handhaven van een schriftelijke aanwijzing, als bedoeld in artikel 9.3, eerste lid, en artikel 9.5 van de Jeugdwet.

  • 2 De IJenV bestaat uit:

    • a. De directie Strategie, Kwaliteit en Bedrijfsvoering (SKenB);

    • b. De directie Beschermen, Straffen en Handhaving (BSH);

    • c. De directie Politie, Security en Crisisbeheersing (PSenC).

  • 3 De inspecteur-generaal is het hoofd van de IJenV.

Artikel 61

  • 1 De directie Strategie, Kwaliteit en Bedrijfsvoering (SKenB) is belast met de strategische en juridische advisering, communicatie, kwaliteitsmanagement, bedrijfsvoering en ondersteuning van de toezichtdirecties en de eigen directie.

  • 2 De directie bestaat uit:

    • a. De afdeling Strategie en Communicatie;

    • b. De afdeling Kennis en Kwaliteitscentrum;

    • c. De afdeling Bedrijfsvoering.

Artikel 62

  • 1 De directies Beschermen, Straffen en Handhaving (BSH) en Politie, Security en Crisisbeheersing (PSenC) zijn belast met de uitvoering van de toezichtstaken conform het meerjarenperspectief, het werkprogramma en andere voorkomende toezichtstaken.

  • 2 Een hoofdinspecteur-directeur is het hoofd van de betreffende directie.

  • 3 De directie Beschermen, Straffen en Handhaving (BSH) is tevens belast met de uitvoering van handhavingstaken ingevolge de Wet experiment gesloten coffeeshopketen en de daarop gebaseerde regelgeving.

  • 4 De directie Beschermen, Straffen en Handhaving (BSH) bestaat uit:

    • a. De afdeling Beschermen;

    • b. De afdeling Straffen;

    • c. De afdeling Handhaving.

  • 5 De directie Politie, Security en Crisisbeheersing (PSenC) bestaat uit:

    • a. De afdeling Politie en Security;

    • b. De afdeling Crisisbeheersing en Cyber.

Hoofdstuk 9a. Diensten en baten-lastenagentschappen

Artikel 63a

  • 1 De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) is als taakorganisatie belast met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving ten aanzien van vertrek en uitzetting.

  • 2 De dienst bestaat uit:

    • a. de directie Internationale aangelegenheden;

    • b. de directie Ondersteuning en Voorbereiden Terugkeer;

    • c. de directie Toezicht en Maatregelen;

    • d. de directie Strategisch Advies en Juridische Zaken;

    • e. de directie Bedrijfsvoering.

Artikel 63b

  • 2 Justid is de Matching Autoriteit bij het vaststellen van het integer en integraal persoonsbeeld van justitiabelen en is aangewezen als Centrale Autoriteit voor Nederland ten behoeve van de uitwisseling van strafregistergegevens met de lidstaten van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk.

  • 4 Bij het oplossen van informatievraagstukken binnen het justitiële en veiligheidsdomein, treedt Justid op als kennis- en innovatiecentrum en ontwikkelt Justid nieuwe producten en diensten.

Artikel 63c

  • 1 De raad voor de kinderbescherming (RvdK) is belast met de bij of krachtens wet opgedragen taken. Deze taken omvatten onder meer dat de raad onderzoek doet naar het belang en de positie van het kind in beschermingszaken, strafzaken en gezag- en omgangszaken.

  • 2 De raad adviseert in juridische procedures en kan om kinderbeschermingsmaatregelen verzoeken bij een rechtbank.

  • 3 De raad coördineert de tenuitvoerlegging van taakstraffen na ontvangst van de last daartoe, voert casusregie in strafzaken en de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen van jeugdigen, en doet onderzoeken ten behoeve van het verkrijgen van een beginseltoestemming voor interlandelijke adoptie.

Artikel 63d

  • 1 Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) is belast met:

    • a. de tenuitvoerlegging van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, waaronder in ieder geval wordt verstaan de inning, de gerechtelijke incasso en de toepassing van wettelijke dwangmiddelen en het beheer en verwerking van dienaangaande gegevens;

    • b. de coördinatie van de persoonsgerichte tenuitvoerlegging van alle strafrechtelijke beslissingen als operationeel ketenregisseur, alsmede het beheer en de verwerking van dienaangaande gegevens. Het CJIB voorziet de gerechten als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de rechterlijke organisatie, het openbaar ministerie en de met de tenuitvoerlegging belaste organisaties van informatie over de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen;

    • c. het inwinnen van informatie bij slachtoffers, nabestaanden en andere relevante personen ten behoeve van organisaties die de belangen van die personen betrekken bij de beslissingen die zij nemen in het kader van de tenuitvoerlegging van tijdelijke gevangenisstraffen, alsmede het doen van mededelingen aan andere relevante personen over de uitkomst van deze beslissingen;

    • d. de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen inhoudende geldelijke sancties, waaronder in ieder geval wordt verstaan de inning, de gerechtelijke incasso en de toepassing van wettelijke dwangmiddelen, vervangende hechtenis en het beheer en de verwerking van dienaangaande gegevens;

    • e. de ondersteuning van het openbaar ministerie bij strafrechtelijke en administratiefrechtelijke beslissingen en voor zover dit door het openbaar ministerie van het CJIB wordt verlangd;

    • f. het verrichten van incassowerkzaamheden voor de door de bewindspersoon aangewezen onderdelen van het Rijk;

    • g. het verrichten van inning- en of incassowerkzaamheden ter ondersteuning van het Rijk;

    • h. het verrichten van door de bewindspersoon aangewezen andere werkzaamheden ter ondersteuning van het Rijk;

    • i. het voorzien van informatie aan de ter zake bevoegde autoriteiten belast met de overname en overdracht van strafrechtelijke beslissingen van en aan het buitenland ten behoeve van de tenuitvoerlegging. Tevens ondersteunt het CJIB de officier van justitie als bedoeld in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie;

    • j. het verzoeken om weigering of vervallenverklaring van reisdocumenten als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de Paspoortwet.

  • 2 Een nadere uitwerking van de taken van het CJIB is opgenomen in een takenbesluit van het CJIB.

Artikel 63e

De Dienst JUSTIS is belast met nemen van besluiten en verwerken van informatie ter bevordering van een betrouwbare, veilige en rechtvaardige samenleving in sectoren met kwetsbare belangen.

Artikel 63f

  • 1 De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is belast met het tenuitvoerleggen van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en met het voorbereiden van de aan de zorg van de bewindspersoon toevertrouwde personen op hun succesvolle terugkeer naar de maatschappij, binnen of buiten Nederland.

Artikel 63g

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is belast met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving en van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

Artikel 63h

  • 1 Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is met het oog op de waarheidsvinding in strafzaken belast met de volgende kerntaken:

    • a. het verrichten van onafhankelijk forensisch zaakonderzoek op overwegend technisch, medisch-biologisch en natuurwetenschappelijk gebied en het ter zake daarvan uitbrengen van verslag;

    • b. het ontwikkelen en implementeren van nieuwe onderzoeksmethoden en technieken ter bevordering van kennis op het gebied van forensisch onderzoek;

    • c. het zijn van een nationaal en internationaal kennis- en expertisecentrum op het gebied van forensisch onderzoek.

Artikel 63h1

  • 1 Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) is, met het oog op het voorkomen en beperken van maatschappelijke ontwrichting door cyberdreigingen en -incidenten en het versterken van de digitale weerbaarheid van de samenleving, belast met:

    • a. het informeren, adviseren en bijstaan van de rijksoverheid en vitale aanbieders in geval van dreigingen en incidenten met betrekking tot hun netwerk- en informatiesystemen;

    • b. het informeren van anderen over de in onderdeel a bedoelde dreigingen en incidenten;

    • c. het ten behoeve van de in de onderdelen a en b genoemde taken verrichten van analyses en technisch onderzoek naar aanleiding van cyberdreigingen en -incidenten;

    • d. het aan anderen verstrekken van bij de in onderdeel c genoemde analyses verkregen informatie over dreigingen en incidenten betreffende andere netwerk- en informatiesystemen;

    • e. de taken van het centraal contactpunt, bedoeld in de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen;

    • f. het bevorderen en voeren van het secretariaat van de publiek-private samenwerking op het gebied van cyber security.

  • 2 Het NCSC bestaat uit:

    • a. de unit Operatie;

    • b. de unit Samenwerking en Kennisuitwisseling;

    • c. de unit Informatievoorziening en Techniek;

    • d. de afdeling Staf.

Artikel 63h2

  • 1 Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) is belast met:

    • a. het verrichten van onderzoek en het doen verrichten van onderzoek, waaronder het evalueren van beleid en beleidsprogramma’s;

    • b. het adviseren over voorgenomen beleid en beleidsprogramma’s;

    • c. het ontwikkelen, onderhouden en toegankelijk maken van data;

    • d. het verspreiden van binnen het WODC aanwezige kennis;

    • e. de documentatie van (sociaal-)wetenschappelijke publicaties op het terrein van Justitie en Veiligheid.

  • 2 Het WODC bestaat uit:

    • a. De afdeling Intern Wetenschappelijk beleidsonderzoek (IWB);

    • b. De afdeling Extern Wetenschappelijk Beleidsonderzoek (EWB);

    • c. De afdeling Communicatie en Informatie (C&I);

    • d. De afdeling Informatievoorziening en Datamanagement (I&D);

    • e. De afdeling Bedrijfsvoering en Directieondersteuning (B&D).

Artikel 63h3

  • 1 De Justitiële ICT Organisatie is belast met het beheer en de (door)ontwikkeling van specifieke en gemeenschappelijke ICT-diensten gericht op de ondersteuning van onderdelen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Artikel 63h4

  • 1 De Nationale Opvang Organisatie (NOO) is belast met de taak om in het kader van de opvang van Oekraïense ontheemden bij te dragen aan:

    • a. het realiseren van voldoende opvanglocaties van voldoende kwaliteit, en;

    • b. het voldoende beschikbaar en toegankelijk zijn van benodigde basisvoorzieningen en -functies, zoals onderwijs, zorg, maatschappelijke hulp.

  • 2 De NOO is meer specifiek belast met:

    • a. Het ondersteunen en monitoren van het realiseren van voldoende opvanglocaties van voldoende kwaliteit door gemeenten in Nederland.

    • b. Het ondersteunen en monitoren van de uitvoering van de feitelijke opvang, door gemeenten. Daarbij gaat het erom dat gemeenten moeten kunnen voorzien in voldoende beschikbaarheid en toegankelijkheid van benodigde basisvoorzieningen en -functies, zoals onderwijs, zorg, maatschappelijk hulp.

    • c. Het waar nodig ondersteunen en monitoren van de veilige terugkeer dan wel het bestendigd verblijf van ontheemden en van de afbouw van locaties en voorzieningen door gemeenten.

    • d. Het waar nodig uitvoeren van een regierol op voornoemde gebieden, bijvoorbeeld bij de organisatie van crisisnoodopvang bij plotselinge grootschalige instroom.

  • 3 De NOO bestaat uit:

    • a. de afdeling Ontwikkeling Opvanglocaties

    • b. de afdeling Planning & Control

    • c. de afdeling Ondersteuning Opvang

Hoofdstuk 9b. Secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Artikel 63i

Het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven (secretariaat SGM) is belast met de bedrijfsvoering en ondersteuning van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

Hoofdstuk 9c. Bureau van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen

Artikel 63j

Hoofdstuk 10. Slotbepalingen

Artikel 64

Bij de hoofden van de in artikel 2 genoemde dienstonderdelen en daaronder ressorterende dienstonderdelen liggen voor het daarbij werkzame personeel ter inzage:

  • a. een exemplaar van dit besluit;

  • b. het organisatie- en formatierapport van het betreffende dienstonderdeel.

Artikel 65

  • 1 Een voornemen tot aanpassing van de organisatie zoals deze is weergegeven in dit besluit, wordt genomen door de secretaris-generaal, gehoord de bestuursraad.

  • 2 De directeur Personeel en Organisatie adviseert de secretaris-generaal alvorens een beslissing omtrent instemming wordt genomen.

Artikel 66

  • 1 Elk onderdeel dat ressorteert onder de in artikel 2 genoemde dienstonderdelen ontwerpt en onderhoudt een organisatierapport en een formatierapport en, voor zover van toepassing, een taakbesluit en een baten-lastenagentschapsregeling.

  • 2 Voor zover een document als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een dienstonderdeel, genoemd in artikel 2, tweede lid, onder a, b, j of k, artikel 2, derde lid, of het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven, is de secretaris-generaal bevoegd het document namens de bewindspersoon vast te stellen.

  • 3 Voor zover een document als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een dienstonderdeel, genoemd in artikel 2, tweede lid, onder c, d, e, f, g, h en i, is de directeur-generaal onder wie het onderdeel ressorteert, bevoegd het document namens de bewindspersoon vast te stellen.

  • 4 De secretaris-generaal respectievelijk de directeur-generaal van de clusters als bedoeld in artikel 2, tweede lid onderdelen d tot en met j kan de in het tweede respectievelijk derde lid bedoelde bevoegdheid mandateren aan een onder hem ressorterende ambtenaar.

  • 5 Alvorens een document als bedoeld in het eerste lid, kan worden vastgesteld, behoeft dit de instemming van de bestuursraad, indien er sprake is van financiële meeruitgaven of een uitbreiding van de personele formatie. De directeur Financieel Economische Zaken en de directeur Personeel en Organisatie adviseren de bestuursraad alvorens een beslissing omtrent instemming wordt genomen.

Artikel 67

  • 1 De directeur Personeel en Organisatie is belast met het beheer van dit besluit.

  • 2 De hoofden van de clusters zijn verantwoordelijk voor een juiste, volledige en tijdige aanlevering aan de directeur Personeel en Organisatie van de gegevens die een goed beheer van dit besluit mogelijk maken.

Artikel 68

  • 2 Besluiten of handelingen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit namens de bewindspersoon zijn genomen of verricht door een functionaris van een dienstonderdeel zoals dat dienstonderdeel vóór 26 oktober 2017 werd aangeduid, behouden hun rechtskracht.

  • 3 Besluiten of handelingen die in de periode vanaf 15 augustus 2018 en vóór de inwerkingtreding van artikel 19, derde lid en artikel 28, vierde lid van dit besluit namens de bewindspersoon door de directeur-generaal Politie dan wel de directeur-generaal Straffen en Beschermen zijn genomen of verricht, behouden hun rechtskracht.

  • 4 Ondermandaten, volmachten en machtigingen verleend door of namens de directeur-generaal Politie dan wel de directeur-generaal Straffen en beschermen blijven van kracht.

Artikel 71

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven