Call for proposals Take-off HBO – fase 1: haalbaarheidsstudies – Ronde 3 – Juni 2017 – Regieorgaan SIA

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 13-07-2017 t/m heden

Call for proposals Take-off HBO – fase 1: haalbaarheidsstudies – Ronde 3 – Juni 2017 – Regieorgaan SIA

1. Inleiding

1.1. Achtergrond

Hogescholen voeren praktijkgericht onderzoek uit, mede mogelijk gemaakt door onderzoeksfinanciering van Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (hierna Regieorgaan SIA). Waardevolle onderzoeksresultaten dreigen echter onbenut te blijven omdat kennis en innovaties lastig hun weg vinden naar de markt.

Voor het starten van innovatieve, nieuwe bedrijvigheid is financiering nodig om de kloof tussen het onderzoek en de markt te overbruggen. Deze zogenaamde vroegefase-financiering vormt een knelpunt: private investeerders en banken vinden het een te groot risico om te investeren in deze idee- en planfase. Het programma Take-off hbo overbrugt deze ‘funding gap’ in de vroege fase van een onderneming. Aan het einde van het traject zouden anderen – private of publieke investeerders – bereid moeten zijn de volgende fase te financieren. Het programma Take-off hbo richt zich op het faciliteren en stimuleren van innovatieve bedrijvigheid die voortkomt uit kennisontwikkeling door onderzoekers verbonden aan hogescholen.

Het programma Take-off hbo bestaat uit twee fases:

  • fase 1: haalbaarheidsstudies

  • fase 2: vroegefasetrajecten

Deze call for proposals heeft betrekking op fase 1, haalbaarheidsstudies.

Voor fase 2: vroegefasetrajecten, wordt doorverwezen naar NWO-domein TTW die dit deel van het programma uitvoert. Voor meer informatie zie: www.nwo.nl/takeoff.

2. Doel Take-off hbo – fase 1

Het programma Take-off hbo stelt middelen ter beschikking voor financiering van de vroege fase van innovatieve, nieuwe bedrijvigheid. Stimulering van maatschappelijk en economisch relevante innovaties en ondernemerschap past bij het karakter van de kennis- en ondernemerschapsontwikkeling in het hbo.

Take-off hbo – fase 1 betreft de financiering van een studie naar de praktische en commerciële haalbaarheid van bedrijfsmatige toepassing van specifieke innovatieve kennis vanuit de hogeschool. Het kan hier gaan om product-, proces- of diensteninnovatie in de breedste zin van het woord.

De haalbaarheidsstudie resulteert in een rapport waarin een goed onderbouwde inschatting wordt gegeven van het toekomstperpectief van een eventuele start-up. Het verkrijgen van gerichte feedback uit de markt (potentiële klanten, zakelijke partners en investeerders) is een belangrijke validatie stap om er achter te komen of het idee zo goed is dat het commercieel een succes kan worden.

3. Richtlijnen voor aanvragers

3.1. Wie kan subsidie aanvragen?

De hoofdaanvrager dient een door de overheid bekostigde hogeschool te zijn, zoals bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). De hoofdaanvrager treedt op als penvoerder van de Take-off hbo-subsidie, hierna te noemen de penvoerende hogeschool. Take-off hbo biedt ruimte aan aanvragen gebaseerd op kennis uit alle thema’s die het praktijkgericht onderzoek van hogescholen kent.

Het College van Bestuur (CvB) of een faculteitsdirecteur van de penvoerende hogeschool benoemt een projectleider die gemachtigd is om de aanvraag in te dienen. Deze projectleider is tevens het aanspreekpunt voor Regieorgaan SIA.

De aanvraag bevat een verklaring van het CvB of een faculteitsdirecteur van de penvoerende hogeschool waarin zij, bij honorering, akkoord gaan met de toekenning van de subsidiemiddelen en met de benoeming van de hoofdaanvrager tot projectleider van de dan gehonoreerde haalbaarheidsstudie, verder te noemen als project.

De projectleider draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het project en het projectmanagement, inclusief de inhoudelijke samenhang, de voortgang, de resultaten en de eindverantwoording van het project. De projectleider ontvangt alle correspondentie met betrekking tot het project en is verantwoordelijk voor de verspreiding van de relevante informatie onder de leden van het projectteam.

3.3. Hoe wordt de aanvraag opgesteld en ingediend

Een aanvraag omvat:

  • het volledig ingevulde en door alle partijen ondertekende aanvraagformulier dat bestaat uit 1) gegevens omtrent het projectvoorstel en 2) het projectvoorstel zelf;

  • de begroting met kostenonderbouwing en aangevraagde subsidie (in separaat begrotingsformat);

  • een getekende versie van de begroting in pdf.

De handleiding, het aanvraagformulier inclusief model projectvoorstel, en het begrotingsformat worden minstens acht weken voor de deadline van indiening beschikbaar gesteld via ISAAC, het elektronisch aanvraag- en rapportagesysteem van NWO. De directe link naar deze call in ISAAC is: https://www.isaac.nwo.nl/subsidieaanvraag?extref=2017TOHBO3

Het is verplicht de via ISAAC beschikbare formulieren/formats te gebruiken.

Het indienen van een aanvraag bij NWO kan alleen via ISAAC. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen ISAAC-account in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient deze dat minimaal een dag voor het indienen aan te maken. Dit is om eventuele aanmeldproblemen nog op tijd te kunnen verhelpen. Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC helpdesk (zie § 6.1).

Het inlogscherm ISAAC is bereikbaar via: www.isaac.nwo.nl

De handleiding ISAAC is bereikbaar via: www.isaac.nwo.nl/help

De ISAAC helpdesk is bereikbaar via: isaac.helpdesk@nwo.nl

U wordt verzocht de subsidieaanvraag en -registratie volledig in te vullen. Ook dient u het aanvraagformulier inclusief projectvoorstel en de begroting, voorzien van alle benodigde handtekeningen, digitaal toe te voegen bij de aanvraag.

3.4. Algemene subsidievoorwaarden

Voor alle aanvragen geldt de ‘NWO Regeling Subsidies 2017’.

De aan te vragen subsidieomvang is minimaal € 20.000,– en maximaal € 25.000,–.

Het project dient te starten tussen 1 januari 2018 en 31 maart 2018. De looptijd van het project bedraagt maximaal 9 maanden. Bij eventueel voortijdig afbreken bepaalt Regieorgaan SIA of de subsidie – geheel of ten dele – moet worden gerestitueerd.

De penvoerende hogeschool is verantwoordelijk voor het maken van afspraken met de eventueel betrokken externe partijen over onder andere de rechten op producten of zaken die binnen het project worden ontwikkeld (bijvoorbeeld intellectueel eigendom).

De subsidiegelden zijn uitsluitend bestemd voor het uitvoeren van het projectplan dat onderdeel uitmaakt van de gesubsidieerde projectaanvraag.

Subsidiëring van (deel)projectactiviteiten die reeds zijn gesubsidieerd vanuit andere bronnen, is niet mogelijk.

Ethische aspecten

Voor bepaalde aanvragen is een goedkeurende verklaring van een erkende Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) of een Dier Experimenten Commissie (DEC) nodig. Daarnaast is voor bepaalde aanvragen een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Meer informatie over de METC is beschikbaar bij de Centrale Commissie Mensgebonden onderzoek (CCMO). Bij de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies is informatie over DEC te vinden en bij o.a. de Gezondheidsraad is informatie over de WBO beschikbaar.

Let op: Is voor uw aanvraag goedkeuring van een ethische toetsings-commissie of anderszins noodzakelijk? In dat geval wordt uw aanvraag bij toekenning voorwaardelijk toegekend. Pas wanneer Regieorgaan SIA een kopie van de goedkeuring heeft ontvangen, wordt de toekenning definitief. Mocht de goedkeuring van toepassing zijn op een deel van het project dat later van start gaat, dan dient de aanvrager aan te geven wanneer hij/zij de ethische goedkeuring verwacht op te vragen. In het subsidieverleningsbesluit wordt deze voorwaarde expliciet aangegeven.

3.5. Financiële- en administratieve subsidievoorwaarden

De kosten die met deze subsidie gefinancierd kunnen worden, betreffen de noodzakelijke, rechtstreeks aan de uitvoering van het project toe te rekenen gemaakte en/of betaalde kosten gebaseerd op kostprijs, inclusief eventuele niet-verrekenbare btw.

De volgende kostenposten worden onderscheiden:

Loonkosten hogeschool

  • Een berekening van de uurtarieven van de hogeschool gebaseerd op de door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geaccordeerde Integrale KostPrijs-methodiek, zie voor informatie de website van RVO:

    http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/subsidiespelregels/subsidiabele-kosten-algemeen/integrale-kostensystematiek. Indien u van deze methodiek gebruik maakt, dient u de eigen verklaring integrale kostensystematiek en het tarievenoverzicht, zoals berekend op basis van de eigen verklaring integrale kostensystematiek, bij te voegen bij de begroting.

    of

  • Het uurtarief van de hogeschool wordt berekend op basis van het brutoloon van de betreffende medewerker(s) verhoogd met sociale lasten en eventuele overhead (maximaal 25% van het loon inclusief sociale lasten). Dit bedrag dient te worden gedeeld door 1.650 uur (bij een fulltime dienstverband) om het uurtarief te bepalen. Let op: De Handleiding Overheidstarieven wordt met ingang van 2017 gehanteerd voor toepassing bij subsidies vanuit Regieorgaan SIA, teneinde de administratieve lasten bij hogescholen te verminderen. Het berekende uurtarief op basis van brutoloon van betreffende medewerker mag niet hoger zijn dan het kostendekkend tarief per uur bij de salarisschaal van de medewerker, zoals dat in tabel 2 in de Handleiding Overheidstarieven is weergegeven. De Handleiding Overheidstarieven wordt door het Ministerie van Financiën opgesteld en jaarlijks geactualiseerd en is te downloaden op onze website.

Kosten studenten

Het is toegestaan studenten, verbonden aan de hogeschool, in te zetten voor het project en de kosten hiervan binnen het project op te voeren.

Per subsidiejaar kan het volgende worden opgevoerd:

  • Inzet van uren van studenten waarbij geldt dat deze geschiedt als onderdeel van de opleiding (de studenten dienen in dat geval ook studiepunten te krijgen voor de activiteiten). Alleen de stagevergoeding zoals gebruikelijk binnen de instelling is declarabel met een maximum van € 25,– per uur. Het aantal in te zetten uren per student is maximaal 1.650.

  • Inzet van uren van studenten die extra-curriculair worden ingezet in het project. Per student kan maximaal 250 uur per subsidiejaar ten laste van het project worden gebracht, waarbij geldt dat maximaal € 25,– per uur opgevoerd kan worden als subsidiabele kosten.

In beide situaties geldt dat uitsluitend de werkelijke aan de student uitbetaalde bedragen met een maximaal uurtarief van € 25,– als kosten kunnen worden opgevoerd. Uren en uur-tarieven boven de genoemde maxima kunnen niet als kosten worden opgevoerd. Aan het aantal in te zetten studenten in het project is geen maximum verbonden.

Loonkosten derden (kennistoeleveranciers waaronder start-ups)

Bepaling uurtarief is in principe vrij. De beoordelingscommissie zal de opgevoerde tarieven kritisch bekijken en in haar oordeel meenemen.

Materiële kosten

De aan de uitvoering van het project verbonden kosten als verbruik van materialen, hulpmiddelen, prototypes, test-opstellingen en overige kosten zoals reis- en verblijfkosten en publicaties.

Bij aanschaffingen van machines en apparatuur kunnen slechts de aan het project toe te rekenen afschrijvingskosten of leasetermijnen worden opgevoerd. Afschrijvingstermijnen dienen te worden berekend op basis van de historische aanschafprijs exclusief financieringskosten, een lineaire afschrijvingsmethode en een levensduur van vijf jaar. Opvoering van kosten voor gebruik van apparatuur ouder dan vijf jaar is dus niet mogelijk.

4. Beoordelingsprocedure

4.1. Toets op ontvankelijkheid

De subsidieaanvraag wordt na ontvangst gecontroleerd op de juistheid ten aanzien van volledigheid en vormvereisten. Indien de subsidieaanvraag hieraan voldoet, wordt deze ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen. De penvoerende hogeschool krijgt daarvan bericht. Voldoet de aanvraag niet aan de volledigheid en vormvereisten, dan wordt de penvoerder de mogelijkheid geboden de ontbrekende gegevens te verstrekken. Indien de gegevens binnen de gestelde termijn worden aangeleverd en akkoord bevonden, wordt de aanvraag alsnog ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen. De penvoerende hogeschool krijgt daarvan bericht. Indien deze gegevens niet binnen de gestelde termijn zijn verstrekt, wordt de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard. De penvoerende hogeschool krijgt daarvan bericht.

Per subsidieaanvraag wordt een dossiernummer toegekend. Het dossiernummer geldt als vast kenmerk voor alle verdere correspondentie.

4.2. Schriftelijke beoordeling

Wanneer een aanvraag in behandeling is genomen, wordt de gehele aanvraag voorgelegd aan de beoordelingscommissie. Deze bestaat uit ondernemende onderzoekers uit diverse onderzoeksgebieden, ondernemers, externe deskundigen en private financiers.

De bevindingen van de beoordelingscommissie worden per aanvraag vastgelegd. Deze worden aan de aanvragers verzonden, ter voorbereiding op het interview.

4.3. Interviews en rangschikking

In de interviewronde krijgen de aanvragers de gelegenheid om hun aanvraag te presenteren aan de beoordelingscommissie die daarna de gelegenheid heeft tot het stellen van vragen.

De beoordelingscommissie beoordeelt de projecten op basis van de beoordelingscriteria die zijn beschreven in paragraaf 4.6. De aanvragen krijgen per criterium een score in gehele getallen, oplopend van 1 tot en met 5, waarbij 1 de hoogste score vertegenwoordigt.

De beoordelingscommissie stelt na afloop van alle interviews de definitieve beoordeling en finale rangorde vast.

De beoordelingscommissie doet verslag van de door haar gevolgde werkwijze en brengt een advies uit aan de directeur van Regieorgaan SIA.

4.4. Besluitvorming

De beoordelingscommissie brengt advies uit aan de directeur van Regieorgaan SIA. De directeur toetst of de gevolgde procedure op de juiste wijze is doorlopen en besluit, onder mandaat van het bestuur van Regieorgaan SIA, op basis van het advies van de beoordelingscommissie.

De beschikbaarheid van middelen is bepalend voor het aantal subsidie-aanvragen dat voor subsidie in aanmerking komt.

Het besluit wordt schriftelijk meegedeeld, in geval van honorering inhoudende een subsidievaststellingsbesluit en in geval van niet-honorering inhoudende een afwijzingsbesluit.

Regieorgaan SIA streeft er naar het definitieve besluit uiterlijk vier maanden na de deadline van datum voor indiening bekend te maken.

De NWO-code Belangenverstrengeling is van toepassing voor alle bij de beoordeling en/of besluitvorming betrokken personen en medewerkers.

In een bezwaarprocedure is voorzien. Informatie hierover vindt u op de website van NWO.

4.5. Tijdpad

3 oktober 2017, 14.00 uur

Deadline voor het indiening aanvragen

November – december 2017

Interviews met de indieners

Januari 2018

Besluit directeur Regieorgaan SIA

Februari 2018

Bekendmaking uitslag aan indieners

4.6. Beoordelingscriteria

Alle voorstellen worden door een beoordelingscommissie beoordeeld aan de hand van vier beoordelingscriteria:

  • 1. Kennisbasis en innovativiteit

    • voortbouwend op resultaten van praktijkgericht onderzoek van de hogeschool

    • vernieuwende elementen

    • state-of-the-art kennis

  • 2. Commercieel potentieel

    • toepassingsmogelijkheden en toegevoegde waarde

    • markt- en commerciële perspectieven

  • 3. Kwaliteit van het team

    • ondernemers- en commerciële vaardigheden

    • overige expertise

  • 4. Kwaliteit van het projectplan

    • beoogde activiteiten

    • wijze waarop activiteiten worden uitgevoerd

    • projectbegroting

De wegingsfactor van de criteria is 1:1:1:1.

5. Uitvoering

Na toekenning van de gelden is de projectuitvoering de verantwoordelijkheid van de door het CvB gemachtigde projectleider.

De gehele subsidie wordt in één keer aan de penvoerende hogeschool beschikbaar gesteld binnen vier weken na datum van het subsidievaststellingsbesluit.

5.1. Wijzigingsverzoeken

Tijdens de uitvoering van het haalbaarsheidsonderzoek kunnen door verschillende factoren wijzigingen ontstaan ten opzichte van het oorspronkelijke plan van aanpak.Voor iedere substantiële inhoudelijke wijziging van het gesubsidieerde projectvoorstel is schriftelijke toestemming van Regieorgaan SIA vereist. Onder substantiële wijzigingen worden in ieder geval, maar niet uitsluitend, verstaan:

  • 1. iedere wijziging in de looptijd van het project;

  • 2. wijziging van projectleider;

  • 3. significante wijzigingen in de teamsamenstelling;

  • 4. significante inhoudelijke en/of financiële wijzigingen van het project.

De penvoerder is gehouden Regieorgaan SIA, via ISAAC, zo spoedig en volledig mogelijk te informeren ten aanzien van bovenbedoelde wijzigingen. Indien Regieorgaan SIA niet kan instemmen met een voorgelegde wijziging, dan zal het met de penvoerder in overleg treden.

Wijziging van de contactpersoon of diens gegevens dienen direct te worden doorgegeven. Eventuele wijzigingen/afwijkingen van het bovengestelde dienen in overleg met Regieorgaan SIA te worden overeengekomen.

5.2. Afronding

Het project wordt afgerond met de oplevering van een eindrapportage. Deze eindrapportage bestaat uit

  • 1. een inhoudelijke eindrapportage, inclusief een overzicht van prestatie-indicatoren;

  • 2. een financiële rapportage van het project conform format projectbegroting.

De penvoerder levert de twee onderdelen van de eindrapportage binnen acht weken na de einddatum van het project bij het Regieorgaan SIA aan.

Voor zowel eindrapportage als eventuele wijzigingsverzoeken dient gebruik te worden gemaakt van de formats die via ISAAC beschikbaar worden gesteld.

6. Contact en overige informatie

6.1. Contact

Inhoudelijke vragen

Voor inhoudelijke vragen over deze call for proposals, aanvullende informatie over de indieningsprocedure en -voorwaarden en/of eventuele overige inhoudelijke vragen kan contact worden opgenomen met:

Wouter Segeth Programmamanager Take-off hbo Tel: 06 – 29 07 28 17

E-mail: wouter.segeth@regieorgaan-sia.nl

Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC

Bij technische vragen betreffende het gebruik van ISAAC neemt u contact op met de ISAAC helpdesk. Leest u alstublieft eerst de handleiding voordat u de helpdesk om raad vraagt.

Bereikbaarheid ISAAC helpdesk: van maandag t/m vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur, telefoonnummer 0900-696 47 47. Helaas ondersteunen niet alle buitenlandse providers het bellen naar 0900-nummers. U kunt ook uw vraag per e-mail sturen aan isaac.helpdesk@nwo.nl.

Bezoekadres:

Van Vollenhovenlaan 661

3527 JP UTRECHT

Tel. 030 – 600 13 80

6.2. Overige informatie

Op www.regieorgaan-sia.nl/content/Overige+regelingen/Take-off is de meest recente informatie over Take-off hbo te vinden. U wordt geadviseerd deze website nauwlettend in de gaten te houden.

Vastgesteld door het bestuur van Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA op 24 mei 2017.

Naar boven