Algemeen [Vervallen per 01-06-2017]
In deze bijlage zijn de afspraken rond de structurele en incidentele bijdragen van deelnemers aan Erfgoedcentrum Nieuw Land nader gespecificeerd (art. 15, lid 1):
Er is afgesproken dat de beschikbare exploitatiebudgetten van de afzonderlijke instellingen waaruit de Erfgoedcentrum Nieuw Land ontstaat, zullen worden samengevoegd. Uit deze exploitatiebudgetten zullen de exploitatiekosten worden gefinancierd van het Erfgoedcentrum Nieuw Land, waarbij de behaalde efficiencyvoordelen zullen worden aangewend voor nieuw beleid ten behoeve van de publieksfunctie.
Structurele bijdragen* [Vervallen per 01-06-2017]
– Het Rijk (DCE/RAD)**
|
€ 390.000,–
|
– Provincie Flevoland
|
€ 158.824,–
|
– Stichting Nieuw Land
|
€ 708.900,– (exploitatie)
|
– Stichting Nieuw Land
|
€ 385.713,– (kapitaallasten lening)
|
– Stichting SHCF
|
€ 460.226,–
|
– Provincie Flevoland
|
€ 50.158,– (archeologisch depot)
|
– gemeente Lelystad***
|
€ 123.480,–
|
– gemeente Dronten***
|
€ 66.780,–
|
– gemeente Urk***
|
€ 30.240,–
|
– gemeente Zeewolde***
|
€ 35.100,–
|
– Waterschap Zuiderzeeland
|
€ 12.360,–
|
* Prijspeil 1 januari 2003. Afgesproken is dat de bijdragen jaarlijks worden aangepast aan de correctie voor loon- en prijsstijgingen (een uitzondering hierop is de subsidie voor Stichting Nieuw Land m.b.t. de kapitaallasten van de lening). Dit kan vanwege de formele bevoegdheden van de wetgever niet bindend aan het Rijk worden opgelegd. Daarom staat in de regeling dat de bijdrage van de Minister jaarlijks ‘kan’ worden aangepast. De afspraak is dat deze aanpassing als regel (voor zover de wetgever daarvoor de nodige middelen ter beschikking stelt) jaarlijks plaatsvindt.
Voor de bijdrage van provinciale staten geldt dat deze jaarlijks wordt aangepast met het door provinciale staten voor dit doel jaarlijks vastgestelde percentage voor loon- en prijsstijgingen.
In de bovengenoemde bijdragen is nog geen rekening gehouden met eventuele BTW-aspecten van het ENL.
** De bijdrage van het Rijk (DCE / RAD) kan in 2003 nog verhoogd, conform de methodiek beschreven in art. 15, lid 2.
*** De gemeentelijke bijdrage is het product van het aantal inwoners (per 1 januari van het voorafgaande jaar; bron centraal bureau voor de statistiek) x 1,80 (prijspeil 2002). Deze bedragen worden jaarlijks gecorrigeerd voor inwonertal en loon- en prijscorrectie (het percentage zoals dat wordt vastgesteld door de provincie Flevoland voor de eigen begroting). Over 2003 bedraagt de inflatiecorrectie 3%.
De bijdrage vangt aan op 1 januari 2004. Over de periode tussen het moment dat de Regeling Erfgoedcentrum Nieuw Land in werking treedt en 1 januari 2004, gelden voor Het Rijk (DCE/RAD), het archeologisch depot en de beide stichtingen de eigen begroting en eigen de exploitatie. De provincie, de gemeenten en het waterschap dragen over 2003 alleen bij voor de Digitale Catalogus Flevoland en de provincie ook voor de voorbereidingskosten van het Erfgoedcentrum Nieuw Land. De Digitale Catalogus Flevoland heeft en houdt eveneens een eigen exploitatie over 2003. Mocht onverhoopt de Regeling niet vóór of per 1 januari 2004 van start kunnen gaan, dan zullen de bijdragen van het Rijk, provincie (voor wat betreft het archeologisch depot) en de beide stichtingen naar evenredigheid worden toegerekend met ingang van de eerste dag van de maand, nadat de regeling in werking treedt. De gemeenten, het Waterschap en de provincie (voor wat betreft Digitale Catalogus Flevoland en Erfgoedcentrum Nieuw Land) worden in dit geval wel over het gehele boekjaar aangeslagen. Het Rijk, provincie de gemeenten en het waterschap zullen er voor zorgdragen dat de bovengenoemde bijdragen in hun respectievelijke eigen begrotingen worden opgenomen.
Het Rijk bepaalt met betrekking tot de bovengenoemde bijdrage het volgende:
– De bijdrage van het Rijk aan ENL bevat tevens de bijdrage van het Rijk aan de stichting Digitale Catalogus Flevoland (DCF) ingeval dat de stichting na 1 januari 2004 blijft voortbestaan.
– In verband met de te verwachten, noodzakelijke uitbreiding van de benodigde extra gebouwde depotcapaciteit voor de komende 30 jaar is de bijdrage van het Rijk (DCE/RAD) met een bedrag van € 20.000,– verhoogd.
– De rijksgebouwendienst huurt ten behoeve van het Rijksarchief ruimte in het provinciehuis. Het rijksarchief zal vertrekken uit de huidige huisvesting zodra de nieuwe huisvesting gerealiseerd is, waarbij rekening gehouden zal worden met het huidige huurcontract. Wanneer mogelijk sprake is van een te betalen egalisatievergoeding, zal de bekostiging hiervan in overleg tussen de partijen worden geregeld.
De provincie bepaalt met betrekking tot de bovengenoemde bijdrage het volgende:
De stichting Nieuw Land bepaalt met betrekking tot het bovengenoemde bijdrage het volgende:
De stichting voor het Bevolkingsonderzoek in de drooggelegde Zuiderzeepolders bepaalt met betrekking tot de bovengenoemde bijdrage het volgende:
– De subsidie van de provincie Flevoland aan stichting voor het Bevolkingsonderzoek in de drooggelegde Zuiderzeepolders is geheel gelijk aan de jaarlijkse bijdrage van de stichting aan het Erfgoedcentrum Nieuw Land, aangevuld met inkomsten uit (onderzoeks)projecten.
– De stichting voor het Bevolkingsonderzoek in de drooggelegde Zuiderzeepolders huurt een pand. Wanneer mogelijk sprake is van een te betalen egalisatievergoeding, zal de bekostiging hiervan in overleg tussen de partijen worden geregeld.
De stichting heeft een meerjaren contract met de gemeente Almere voor onderzoeksactiviteiten gericht op Almere ten bedrage van € 34.033,–per jaar. Dit gegeven is niet in de begroting verwerkt.
Incidentele bijdragen [Vervallen per 01-06-2017]
Investeringen in huisvesting en inrichting [Vervallen per 01-06-2017]
De investeringen in de uitbreiding van de huisvesting en de inrichting (in totaal € 9.707.560,–) worden gefinancierd door een aan te trekken lening door het ENL en door Rijkswaterstaat, te weten:
– Financiering ENL € 8.800.000,–
– Rijkswaterstaat € 907.560,–
De provincie Flevoland staat garant voor een lening van € 4.400.000,– en subsidieert de rente en aflossing van deze lening.
De genoemde investeringen zijn exclusief BTW en berekend op prijspeil 2003.
De financiering vanuit de provincie en Rijkswaterstaat betreffen nominale bedragen die niet worden geïndexeerd, waarbij geen sprake is van BTW-financiering.
Financiële risico's [Vervallen per 01-06-2017]
De deelnemende partijen in Erfgoedcentrum Nieuw land hebben uitgesproken dat als volgt met de financiële risico's voortvloeiende uit de nieuwbouw wordt omgegaan:
Voorop staat dat te allen tijde voorkomen moet worden dat meerkosten gaan ontstaan: meer – en minderkosten moeten binnen hetzelfde bouwbudget worden opgevangen.
Om nauwkeurig te monitoren hoe de kosten zich ontwikkelen in relatie tot het beschikbare budget zal door het bouwmanagement maandelijks een voortschrijdend kostenoverzicht aan het bestuur worden gezonden, waarin de tot die periode bestede kosten, de in die maand bestede kosten en de prognose van de verwachte kosten wordt beschreven. Voorts wordt totdat de bouw is gerealiseerd in de begroting van Erfgoedcentrum Nieuw Land een zekere ruimte aangehouden om onvoorziene tegenvallers binnen het eigen budget op te vangen. Indien er desalniettemin toch signalen uit de voortschrijdende kostenoverzichten zijn dat het onontkoombaar is dat er kostenoverschrijdingen in verband met de bouw gaan optreden die niet binnen de eigen begroting zijn op te vangen, zal een besluit van het dagelijks bestuur terzake noodzakelijk zijn. Het ligt dan ook voor de hand dat de leden van het bestuur op dit punt voorafgaand contact opnemen met de deelnemers. In dat geval is de verdeling van de kosten in beginsel de volgende:
De Provincie Flevoland 74%
Het Rijk (DCE/RAD) 16%
Gemeente Lelystad 4,5%
Gemeente Dronten 2,5%
Gemeente Urk 1%
Gemeente Zeewolde 1,5%
Waterschap Zuiderzeeland 0,5%
Dezelfde procedure en verdeling geldt in beginsel ook bij kosten van eventuele andere calamiteiten, die niet binnen de eigen begroting van Erfgoedcentrum Nieuw Land opgevangen kunnen worden.
Programmagelden [Vervallen per 01-06-2017]
Het Rijk (DCE/RAD) stelt voor de uitvoer van een behoudsplan behoudsgelden beschikbaar aan het ENL. Deze middelen ad € 4.000,–,zijn beschikbaar tot en met 2004. Voor de periode daarna worden in 2004 nieuwe afspraken gemaakt.
BTW-aspecten [Vervallen per 01-06-2017]
De instellingen waaruit het Erfgoedcentrum Nieuw Land is ontstaan kenden elk hun eigen BTW regime. Het ENL is in overleg met de belastinginspecteur ter verkrijging van een nieuwe BTW beschikking voor het hele instituut. Over de inhoud van die beschikking is op het moment van de totstandkoming van ENL nog geen 100% zekerheid.
Overdrachtsbelasting [Vervallen per 01-06-2017]
De intentie is dat het eigendom van het nieuwe pand in handen komt van ENL. Uit onderzoek komt naar voren dat ENL voor een aanvraag om vrijstelling van overdrachtsbelasting in aanmerking komt. De definitieve beslissing van de belastinginspecteur is op het moment van realisatie van ENL nog niet bekend. Mocht blijken dat de aanvraag om vrijstelling onverhoopt niet gehonoreerd wordt, dan zal de optie van overdracht van eigendom aan ENL heroverwogen worden in relatie tot andere opties.