Besluit vaststelling subsidieplafonds ex artikel 2.6 Subsidieregeling gender- en LHBTI-gelijkheid 2017–2022

[Regeling vervallen per 01-01-2022.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 06-05-2017 t/m 31-12-2017

Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 april 2017, nr. DE/1166850, houdende de vaststelling van de subsidieplafonds als bedoeld in artikel 2.6 van de Subsidieregeling gender- en LHBTI-gelijkheid 2017–2022

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2.6 van de Subsidieregeling gender- en LHBTI-gelijkheid 2017–2022;

Besluit:

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Het subsidieplafond ten behoeve van subsidieverlening op grond van hoofdstuk 2 van de Subsidieregeling gender- en LHBTI-gelijkheid 2017–2022 bedraagt voor de kalenderjaren 2018 tot en met 2022 maximaal:

  • a. voor de alliantie ‘Iedere patiënt is anders’ waarbinnen organisaties Stichting Women Inc., Federatie van Nederlandse Verenigingen tot Integratie van Homoseksualiteit COC, en Stichting Rutgers WPF, samenwerken en Stichting Women Inc., gevestigd te Amsterdam, penvoerder is:

    € 800.000,00 per kalenderjaar;

  • b. voor de alliantie ‘Samen werkt het’ waarbinnen organisaties Stichting Women Inc., Stichting Movisie, WO=MEN Dutch Gender Platform, Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichman en de Nederlandse Vrouwen Raad samenwerken en Stichting Women Inc., gevestigd te Amsterdam, penvoerder is:

    € 800.000,00 per kalenderjaar;

  • c. voor de alliantie ‘Act4Respect’ waarbinnen organisaties Stichting Rutgers WPF en Atria, Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis samenwerken en Stichting Rutgers WPF, gevestigd te Utrecht, penvoerder is:

    € 600.000,00 per kalenderjaar;

  • d. voor de alliantie ‘Nieuwe wegen, naar een werkende toekomst’ waarbinnen organisaties Atria, Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis, VHTO landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek, Stichting eMANcipator en de Nederlandse Vrouwen Raad samenwerken en Atria, Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis, gevestigd te Amsterdam, penvoerder is:

    € 1.000.000,00 per kalenderjaar;

  • e. voor de alliantie ‘Gedeelde trots, gedeeld geluk’ waarbinnen organisaties Federatie van Nederlandse Verenigingen tot Integratie van Homoseksualiteit COC, Stichting Transgender Netwerk Nederland en Stichting Nederlands Netwerk Intersekse/DSD samenwerken en Federatie van Nederlandse Verenigingen tot Integratie van Homoseksualiteit COC, gevestigd te Amsterdam, penvoerder is:

    € 2.000.000,00 per kalenderjaar;

  • f. voor de alliantie ‘Verandering van binnenuit’ waarbinnen organisaties Stichting Movisie, Stichting Inspraakorganen Turken in Nederland en Stichting Peer samenwerken en Stichting Movisie, gevestigd te Utrecht, penvoerder is:

    € 500.000,00 per kalenderjaar;

  • g. voor Atria, Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis gevestigd te Amsterdam ‘Bronnen van verandering’:

    € 1.700.000,00 per kalenderjaar;

  • h. voor Stichting Internationaal Homo/Lesbisch Informatiecentrum en archief (IHLIA) gevestigd te Amsterdam ‘LBGT heritage’:

    € 600.000,00 per kalenderjaar.

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Bussemaker

Naar boven