Tijdelijke subsidieregels Aangepast Lezen

[Regeling vervallen per 01-01-2019.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 09-02-2018 t/m 31-12-2018

Tijdelijke subsidieregels Aangepast Lezen

Het Algemeen Bestuurscollege van de Koninklijke Bibliotheek,

gelet op de artikelen 1.2, eerste lid aanhef en onder c en derde lid, 1.4 eerste tot en met vierde lid van het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015;

besluit:

vast te stellen de navolgende Tijdelijke subsidieregels Aangepast Lezen

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

In deze regels wordt verstaan onder:

  • 1. doelgroep: personen als bedoeld in artikel 3 van het Marrakesh Verdrag, te weten personen die:

    • a. blind zijn;

    • b. een visuele beperking hebben of een zintuiglijke handicap of een leeshandicap die niet kan worden verbeterd tot de visuele functie die wezenlijk gelijk is aan die van personen die niet een dergelijke beperking of handicap hebben en die derhalve niet in staat zijn gedrukte werken te lezen in wezenlijk dezelfde mate als personen die niet een dergelijke beperking of handicap hebben;

    • c. anderszins, door een lichamelijk handicap, niet in staat zijn een boek vast te houden of te hanteren, te focussen of in die mate de ogen te bewegen die gewoonlijk acceptabel zou zijn om te lezen.

  • 2. KB: Koninklijke Bibliotheek

  • 3. SCOB: Stichting Certificering Openbare Bibliotheken

  • 4. aangepaste leesvormen: leesvormen genoemd in onderdeel 2 onder c van de Regeling toegankelijke lectuur voor leesgehandicapten, vastgesteld d.d. 1 augustus 2015.

Artikel 2. Verhouding Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Voor zover in deze regeling niet iets anders is bepaald, is het bepaalde in het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015 van toepassing.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 In het kader van de activiteit het verzorgen van een bibliotheekvoorziening van noodzakelijk omgezette werken voor personen met een handicap als bedoeld in artikel 1 onder c van het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015 subsidieert het Algemeen Bestuurscollege de volgende activiteiten:

    • a. de verzorging van de eerstelijnsvoorziening voor het publiek in de vorm van het klantencontact, de selectie van titels voor de collectie en de toegankelijkheid van deze collectie via een website en catalogi en de backoffice voor andere partijen. De backoffice-functie betreft in het bijzonder het voorlichten van en samenwerken met de openbare bibliotheken.

    • b. de productie van boeken, kranten en tijdschriften en in beperkte mate van andere media in aangepaste leesvormen en de rechtstreekse levering hiervan aan de klant, in opdracht van de eerstelijnsvoorziening;

    • c. de uitvoer van projecten voor de doorontwikkeling van Aangepast Lezen gericht op:

      • de integratie van Aangepast Lezen in de openbare bibliotheek, waarbij de resultaten toepasbaar moeten zijn op landelijk niveau binnen het netwerk van openbare bibliotheek-voorzieningen en op digitaal vlak moeten aansluiten op de nationale digitale bibliotheek zoals die wordt ontwikkeld door de KB;

      • de innovatie en verbetering van de dienstverlening aan de klant.

  • 2 De uitvoering van de activiteiten vindt plaats binnen het beleidsplan 2015–2018 van de KB ‘De kracht van het netwerk’ en de in artikel 3 genoemde doelstellingen.

Artikel 4. Doelstellingen

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Met het verstrekken van subsidies voor het verzorgen van een bibliotheekvoorziening van noodzakelijk omgezette werken voor personen met een handicap als bedoeld in artikel 2 streeft de KB de volgende doelen na:

  • a. een stabiele dienstverlening aan de doelgroep waarbij optimale toegang en toegankelijkheid worden nagestreefd;

  • b. het vergroten van het bereik, gebruik en de collectie met aandacht voor specifieke doelgroepen als jeugd en slechtziende ouderen en focus op alle leesvormen;

  • c. de verankering in lokale bibliotheek en de nationale digitale bibliotheek;

  • d. innovatie en verbetering van diensten en producten.

Artikel 5. Subsidieplafonds

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 De subsidieplafonds die op grond van deze regels worden vastgesteld, zijn voor zover van toepassing inclusief BTW.

  • 2 De subsidieplafonds zijn vastgesteld onder het voorbehoud dat het rijk voldoende financiële middelen voor de bibliotheekvoorziening voor de doelgroep beschikbaar stelt aan de KB. Indien het rijk onvoldoende financiële middelen ter beschikking stelt, wordt het subsidieplafond verlaagd en wordt de vaststelling van het nieuwe subsidieplafond bekend gemaakt in de Staatscourant.

  • 3 De bekendmaking van een verlaging van een subsidieplafond na aanvang van het tijdvak waarvoor het subsidieplafond is vastgesteld, heeft geen gevolgen voor voordien ingediende aanvragen.

Artikel 6. Bijdrage vrijwilligers

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 Voor de berekening van de hoogte van de subsidie die als bijdrage in de kosten van vrijwilligers wordt verstrekt, hanteert de KB een vast bedrag per vrijwilliger.

  • 2 Het subsidieplafond voor de kosten van vrijwilligers bedraagt € 80.000,– per jaar.

  • 3 Het subsidieplafond wordt naar evenredigheid verdeeld.

Artikel 7. Verzorging eerstelijnsvoorziening voor het publiek

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 Voor de verzorging van de eerstelijnsvoorziening voor het publiek wordt uitsluitend subsidie verleend wanneer de activiteit voldoet aan de volgende criteria:

    • a. de dienstverlening en het aanbod zijn specifiek bedoeld voor de doelgroep, hetgeen goed herkenbaar is in de communicatie;

    • b. de dienstverlening en het aanbod zijn afgestemd op de vraag van de doelgroep;

    • c. het verhogen van het bereik en gebruik hebben continue aandacht;

    • d. er is afstemming met de producerende partijen over vraag en aanbod.

  • 2 Voor het uitvoeren van activiteiten als bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks maximaal aan één instelling een subsidie verleend.

  • 3 Het subsidieplafond per jaar is vastgesteld op € 1.650.250,–.

  • 4 Het subsidieplafond heeft geen betrekking op subsidie die als bijdrage in de kosten van vrijwilligers wordt verleend.

  • 5 Bij de verdeling van het beschikbare budget wordt voorrang gegeven aan instellingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regels deze bibliotheekvoorziening (gezamenlijk) uitvoeren.

  • 6 De subsidieontvanger:

    • a. heeft aantoonbare kennis en kunde op het gebied van een bibliotheekvoorziening voor noodzakelijk omgezette werken voor de doelgroep;

    • b. is gecertificeerd door de SCOB of kan aantonen aan de SCOB-eisen te voldoen en is bereid om certificering aan te vragen.

  • 7 Indien een instelling voor de eerste maal een aanvraag om subsidie indient, worden daarbij de statuten overgelegd. De subsidieontvanger stelt de KB op de hoogte van een wijziging van de statuten.

  • 8 Het activiteitenplan dat bij de aanvraag wordt ingediend, is voor indiening voorgelegd aan de Lezersraad.

  • 9 De bij de aanvraag overgelegde begroting is sluitend.

  • 10 Subsidie wordt verstrekt voor de rechtstreeks aan de activiteiten toe te rekenen kosten, voor zover deze naar het oordeel van de KB noodzakelijk zijn en sober en doelmatig zijn.

Artikel 8. Productie

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 Voor de productie van boeken, kranten en tijdschriften en in beperkte mate van andere media in aangepaste leesvormen en de rechtstreekse levering hiervan aan de klant, in opdracht van de eerstelijnsvoorziening, wordt uitsluitend subsidie verstrekt wanneer de activiteit voldoet aan de volgende criteria:

    • a. productie en levering sluit aan op de vraag van de gebruikers;

    • b. er is afstemming met de eerstelijnsvoorziening over vraag en aanbod;

    • c. er worden samen met de eerstelijnsvoorziening onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten uitgevoerd t.b.v. verbetering en innovatie van de dienstverlening.

  • 2 Voor het uitvoeren van de activiteit als bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks maximaal aan twee instellingen een subsidie verleend.

    • a. Eén instellingssubsidie betreft alleen de bovenbeschreven productie en levering waarbij het subsidieplafond per jaar is vastgesteld op € 1.383.750,–;

    • b. Eén instellingssubsidie betreft naast de bovenbeschreven productie en levering ook de veilige opslag en back-up van de bestanden voor de productie van aangepaste leesvormen en de uitvoer van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Hiervoor is het subsidieplafond per jaar vastgesteld op € 7.400.500,–.

  • 3 Bij de verdeling van het beschikbare budget wordt voorrang gegeven aan instellingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regels deze bibliotheekvoorziening (gezamenlijk) uitvoeren.

  • 4 De subsidieontvanger:

    • a. heeft aantoonbare kennis en kunde op gebied van de productie – en wanneer relevant- van de opslag en distributie van noodzakelijk omgezette werken voor de doelgroep;

    • b. is gecertificeerd door de SCOB of kan aantonen aan de SCOB- eisen te voldoen en is bereid om certificering aan te vragen.

  • 5 Indien een instelling voor de eerste maal een aanvraag om subsidie indient, worden daarbij de statuten overgelegd. De subsidieontvanger stelt de KB op de hoogte van een wijziging van de statuten.

  • 6 Het bij de aanvraag ingediende activiteitenplan gaat vergezeld van vooraf met de andere partijen afgestemde prestatieafspraken met daarin vermeld de technische product- of dienstspecificaties, productiefrequenties en -aantallen en distributiebeleid. (Re-)productieaantallen zijn gekwantificeerd door prijs x hoeveelheid. Voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten wordt tevens een projectplan ingediend, dat vooraf is afgestemd met de andere partijen en is voorgelegd aan de Lezersraad.

  • 7 De bij de aanvraag overgelegde begroting is sluitend.

  • 8 Subsidie wordt verstrekt voor de rechtstreeks aan de activiteiten toe te rekenen kosten, voor zover deze naar het oordeel van de KB noodzakelijk zijn en sober en doelmatig zijn.

  • 9 De subsidieplafonds hebben geen betrekking op subsidie die als bijdrage in de kosten van vrijwilligers wordt verleend.

Artikel 9. Doorontwikkeling Aangepast Lezen

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 Subsidie voor de uitvoer van projecten voor de doorontwikkeling van Aangepast Lezen wordt uitsluitend verstrekt wanneer deze gericht zijn op:

    • a. de integratie van Aangepast Lezen in de openbare bibliotheek, waarbij de resultaten toepas-baar moeten zijn op landelijk niveau binnen het netwerk van openbare bibliotheekvoorzienin-gen en op digitaal vlak moeten aansluiten op de nationale digitale bibliotheek zoals die wordt ontwikkeld door de KB; of

    • b. de innovatie en verbetering van de dienstverlening aan de klant.

  • 2 Er worden voor deze projecten drie soorten subsidies verstrekt.

    • a. Projectsubsidies met een indieningsdatum. Het tijdvak waarin deze subsidies kunnen worden aangevraagd is de maand mei van ieder jaar. Het subsidieplafond per jaar bedraagt € 300.000,–.

    • b. Projectsubsidies zonder indieningsdatum vooral gericht op verankering van Aangepast Lezen in de openbare bibliotheek en de nationale digitale bibliotheek.

      Het subsidieplafond per jaar is vastgesteld op € 120.000,–. Per project wordt een subsidie van maximaal € 4.000 verstrekt.

      De KB publiceert per subsidieronde op haar website dat aanvragen kunnen worden ingediend en attendeert directies van openbare bibliotheken schriftelijk.

    • c. Projectsubsidies voor incidentele activiteiten die niet vallen onder de projectsubsidies als bedoeld onder a en b, maar naar het oordeel van de KB zodanig bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van het Beleidskader Aangepast Lezen 2017-2018, dat daarvoor een subsidie kan worden verstrekt. Het subsidieplafond per jaar bedraagt € 250.000,–.

  • 3 Voor de projectsubsidie als bedoeld in het tweede lid onder a geldt als verdeelsleutel dat de ingekomen aanvragen worden beoordeeld en geprioriteerd op basis van het in artikel 3.1 van het Subsidiereglement Koninklijke Bibliotheek 2015 genoemde criterium kwaliteit en de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het realiseren van de in artikel 3 genoemde doelstellingen. Indien de aanvragen het subsidieplafond overschrijden beslist de KB op volgordes van de prioritering welke aanvragen worden toegekend. Niet toegekende aanvragen kunnen, indien goed beoordeeld en voor zover de aanvrager dit wenst, worden doorgeschoven naar het volgende subsidietijdvak.

  • 4 Voor de projectsubsidies als bedoeld in het tweede lid onder b en c, en c geldt als verdeelsleutel de volgorde van binnenkomst van de aanvragen. De datum waarop de aanvraag volledig is ontvangen geldt als ontvangstdatum.

Artikel 10. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 Deze regels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2016 en vervallen met ingang van 1 januari 2019.

  • 2 Op subsidies die op grond van deze regels zijn verstrekt, blijven deze regels van toepassing.

Artikel 11. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Deze regels worden aangehaald als: Tijdelijke subsidieregels Aangepast lezen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen bestuurscollege d.d. 16 december 2015

De

voorzitter van het Algemeen Bestuurscollege van de Koninklijke Bibliotheek,

T.H.J. Joustra

Naar boven