Directe belastingen, Internationale inlichtingenuitwisseling; Spanje

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 10-03-2017 t/m heden

Directe belastingen, Internationale inlichtingenuitwisseling; Spanje

De Staatssecretaris van Financiën maakt het volgende bekend.

Dit besluit bevat een bekendmaking van het in maart 2017 tussen de bevoegde autoriteiten van Nederland en Spanje gesloten Memorandum van Overeenstemming inzake wederzijdse bijstand in belastingzaken. Het Memorandum vervangt het Memorandum van Overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van Nederland en Spanje inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand in belastingzaken van 11 april 2006 (Staatscourant 2006, 167), dat met het nieuwe Memorandum wordt ingetrokken.

Het Memorandum geeft categorieën weer voor de automatische uitwisseling van fiscale inlichtingen, zoals over onroerende zaken, dividenden, royalty’s, inkomsten uit zelfstandige arbeid, salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen, directeursbeloningen, inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars, pensioenen en andere soortgelijke beloningen, alsmede overige inkomsten. Verder bevat het Memorandum bepalingen over gelijktijdige belastingcontroles en de aanwezigheid van belastingambtenaren op elkaars grondgebied.

Het Memorandum is op 10 maart 2017 in werking getreden.

Memorandum van overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk Spanje en Nederland inzake wederzijdse bijstand in belastingzaken

Het Hoofd van de ‘Agencia Estatal de Administración Tributaria’ van het Koninkrijk Spanje en de Directeur-generaal van de Belastingdienst van Nederland,

In aansluiting op de bepalingen van de Richtlijn van de Raad nr. 2011/16/EU van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (hierna genoemd ‘Richtlijn 2011/16/EU’),

En Artikel 28 van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Spaanse Staat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen van 16 juni 1971 (hierna genoemd “de Overeenkomst”),

En gelet op de wens van beide bevoegde autoriteiten om de wederzijdse bijstand tussen Nederland en Spanje te verbeteren en te intensiveren,

Zijn het volgende overeengekomen:

Hoofdstuk I. Toepassing van het memorandum

Voor de toepassing van dit Memorandum van Overeenstemming zijn de vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten:

In Spanje:

Agencia Estatal de Administración Tributaria

Oficina Nacional de Investigación del Fraude: Equipo Central de Información

Paseo de la Castellana n. 147

28046 Madrid

Spanje

In Nederland

Belastingdienst / Central Liaison Office,

Postbus 378

7600 AJ Almelo

Nederland

Hoofdstuk III. De automatische uitwisseling van inlichtingen

Algemene bepalingen

Paragraaf III.1

De bevoegde autoriteiten verstrekken elkaar automatisch de beschikbare inlichtingen als genoemd in Paragraaf III.2, op grond van Hoofdstuk II, Afdeling II van Richtlijn 2011/16/EU en Artikel 28 van de Overeenkomst.

A. Automatische uitwisseling van inlichtingen

Paragraaf III.2

De bevoegde autoriteiten verstrekken elkaar automatisch de beschikbare inlichtingen met betrekking tot de volgende inkomsten en/of gegevens:

  • a. inkomsten uit onroerende zaken als bedoeld in Artikel 6 van de Overeenkomst;

  • b. dividenden als bedoeld in Artikel 10 van de Overeenkomst;

  • c. interest als bedoeld in Artikel 11 van de Overeenkomst;

  • d. royalty’s als bedoeld in Artikel 12 van de Overeenkomst;

  • e. inkomsten uit zelfstandige arbeid of andere werkzaamheden van zelfstandige aard als omschreven in Artikel 15 van de Overeenkomst;

  • f. inkomsten bestaande uit salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen als bedoeld in de Artikelen 16 en 20 van de Overeenkomst;

  • g. directeursbeloningen en soortgelijke beloningen als bedoeld in Artikel 17 van de Overeenkomst;

  • h. inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars als bedoeld in Artikel 18 van de Overeenkomst;

  • i. pensioenen en andere soortgelijke beloningen als bedoeld in de Artikelen 19 and 20 van de Overeenkomst; en

  • j. overige inkomsten als bedoeld in Artikel 23 van de Overeenkomst.

B. Voorwaarden voor de uitwisseling van inlichtingen

Paragraaf III.3

Indien mocht blijken dat de verstrekte inlichtingen onjuist of onvolledig zijn, dient de bevoegde autoriteit dit zo spoedig mogelijk kenbaar te maken aan de andere Staat. Hetzelfde geldt voor technische problemen of fouten bij het converteren van de verstrekte inlichtingen.

Paragraaf III.4

De inlichtingen als bedoeld in Paragraaf III.2 worden zo spoedig mogelijk periodiek verstrekt en bij voorkeur aan het einde van elk kalenderjaar volgend op het jaar waarin de inkomsten ontstonden.

Paragraaf III.5

De inlichtingen als bedoeld in Paragraaf III.2 worden elektronisch verstrekt in het OECD Standard Magnetic Format of OECD Standard Transmission Format. Onverminderd de reeds lang bestaande formats en verzendingskanalen op basis van Richtlijn 2011/16/EU.

Paragraaf III.6

Voor natuurlijke personen bevatten de te verstrekken inlichtingen de naam en het adres, het fiscaal nummer van het woonland of het persoonlijk identificatienummer indien het fiscaal nummer niet beschikbaar is. De inlichtingen bevatten – indien beschikbaar – eveneens de geboortedatum en geboorteplaats. Overeenkomstige inlichtingen met betrekking tot rechtspersonen worden eveneens verstrekt.

Paragraaf III.7

Om tot een doelmatige behandeling van de verstrekte inlichtingen te komen, zal een limitatieve beperking worden toegepast voor situaties overeengekomen tussen de bevoegde autoriteiten.

Hoofdstuk IV. Gelijktijdige belastingcontroles

Paragraaf IV.1

Teneinde te komen tot een meer doelmatige uitwisseling van inlichtingen en het vermijden en ontgaan van belastingen doeltreffend te behandelen, kunnen de bevoegde autoriteiten gelijktijdige belastingcontroles uitvoeren van geselecteerde belastingplichtigen of groepen van belastingplichtigen.

Paragraaf IV.2

Onder ‘Gelijktijdige belastingcontrole’ wordt verstaan een regeling tussen de bevoegde autoriteiten van beide Staten om gelijktijdig en zelfstandig, ieder op het eigen grondgebied, de belastingzaken van een belastingplichtige of een groep belastingplichtigen te onderzoeken waarin zij een gezamenlijk en verbonden belang hebben, met het doel de daarmee verkregen van belang zijnde inlichtingen uit te wisselen.

Paragraaf IV.3

Gelijktijdige belastingcontroles worden uitgevoerd als onderdeel van de reguliere belastingcontroles van ieder van de Staten. Iedere Staat draagt de eigen kosten van deze werkzaamheden.

Paragraaf IV.4

De doelstellingen, de procedures voor de selectie van zaken en de onderzoeksprocedures die de bevoegde autoriteiten zijn overeengekomen, zijn beschreven in de EU MLC (‘multilateral control’) guide.

Hoofdstuk V. De aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene staat op het grondgebied van de andere staat

A: ALGEMENE BEPALINGEN

Paragraaf V.1

Dit hoofdstuk is gebaseerd op Hoofdstuk III, Afdeling I van Richtlijn 2011/16/EU en Artikel 28 van de Overeenkomst.

Paragraaf V.2

In bijzondere gevallen kan een verzoek worden gedaan om belastingambtenaren van de ene Staat bij een onderzoek op het grondgebied van de andere Staat aanwezig te laten zijn. Het gaat hierbij in het bijzonder om:

  • a. gevallen waarin aanwijzingen bestaan van grensoverschrijdende onregelmatigheden of belastingontwijking;

  • b. complexe gevallen die de aanwezigheid van belastingambtenaren wenselijk maken;

  • c. gevallen waarin termijnoverschrijding dreigt en waarin de aanwezigheid van de belastingambtenaren het onderzoek kan bespoedigen;

  • d. onderzoeken in het kader van een overeengekomen bilaterale of multilaterale onderzoek, met inbegrip van gelijktijdige belastingcontroles.

Paragraaf V.3

De bevoegde autoriteiten kunnen de aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene Staat op het grondgebied van de andere Staat toestaan in andere dan de in Paragraaf V.2 omschreven gevallen.

Paragraaf V.4

Indien een verzoek wordt ingewilligd, geschiedt dit met dien verstande dat de verzoekende Staat in soortgelijke omstandigheden ook belastingambtenaren van de aangezochte Staat zou toelaten.

B. Voorwaarden voor het indienen van een verzoek

Paragraaf V.5

Een verzoek om aanwezigheid van belastingambtenaren wordt schriftelijk ingediend door de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat en maakt deel uit van een verzoek om inlichtingen. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat neemt zo spoedig mogelijk een beslissing over het verzoek.

De aangezochte Staat kan het verzoek slechts afwijzen na overleg met de verzoekende Staat onder vermelding van de redenen voor deze beslissing.

Paragraaf V.6

Het verzoek vermeldt waarom de aanwezigheid van belastingambtenaren noodzakelijk is en geeft een korte omschrijving van de zaak.

C. Het onderzoek en de verstrekking van inlichtingen

Paragraaf V.7

Het verzoek vermeldt waarom de aanwezigheid van belastingambtenaren noodzakelijk is en geeft een korte omschrijving van de zaak.

Paragraaf V.8

Het onderzoek wordt uitsluitend verricht door belastingambtenaren van de aangezochte Staat. De bezoekende belastingambtenaren zijn bevoegd aanwezig te zijn bij een onderzoek dat wordt uitgevoerd in overeenstemming met het verzoek om inlichtingen zonder dat zij actief deelnemen aan het onderzoek. De bezoekende functionarissen houden zich aan de wetten en de administratieve praktijk van de aangezochte Staat.

Paragraaf V.9

De bezoekende belastingambtenaren mogen slechts aanwezig zijn bij die onderdelen van het onderzoek in de aangezochte Staat die voor het onderzoek in de verzoekende Staat van belang zijn of kunnen zijn.

Paragraaf V.10

De bezoekende belastingambtenaren nemen geen beslissingen over zaken aangaande het onderzoek in de aangezochte Staat, maar zij mogen met betrekking tot dergelijke zaken voorstellen doen aan de autoriteit of functionarissen die zijn aangewezen voor de uitvoering van het onderzoek. Een beslissing over deze voorstellen wordt genomen door de autoriteit of functionarissen van de aangezochte Staat.

Paragraaf V.11

De tijdens het onderzoek verkregen inlichtingen dienen te worden uitgewisseld door de bevoegde autoriteiten in overeenstemming met de bepalingen inzake de uitwisseling van inlichtingen van Artikel 28 van de Overeenkomst en Richtlijn 2011/16/EU.

Hoofdstuk VI. Termijnen en voorwaarden

Paragraaf VI.1

De bepalingen van Richtlijn 2011/16/EU en de Overeenkomst zijn van toepassing op de geheimhouding en de beperkingen die worden gesteld aan de uitwisseling van inlichtingen.

Paragraaf VI.2

De verzoeken om bijstand en de uit te wisselen inlichtingen worden door de bevoegde autoriteiten van de aangezochte Staat gezonden aan de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Staat.

Paragraaf VI.3

De verzoeken om bijstand worden waar mogelijk binnen drie maanden beantwoord door de aangezochte Staat. Indien een verzoek niet kan worden beantwoord of indien niet aan een verzoek kan worden voldaan binnen de genoemde termijn, wordt de verzoekende Staat hiervan in kennis gesteld voordat de termijn is verstreken.

Paragraaf VI.4

De verzoeken om bijstand worden opgesteld in het Engels. In spoedeisende gevallen mag een verzoek geheel of gedeeltelijk worden opgesteld in de taal van de verzoekende Staat na overleg tussen de bevoegde autoriteiten.

Hoofdstuk VII. Inwerkingtreding en citeertitel

Paragraaf VII.1

Dit Memorandum van Overeenstemming treedt in werking op de dag na de laatste der beide data waarop de Directeur-generaal Belastingdienst van Nederland en het Hoofd van de ‘Agencia Estatal de Administración Tributaria’ in Spanje hebben ondertekend.

Paragraaf VII.2

De ondertekenaars komen overeen bijeen te komen om dit Memorandum van Overeenstemming te evalueren na het verstrijken van een periode van vijf jaar na de datum van inwerkingtreding, tenzij zij elkaar schriftelijk meedelen dat een evaluatie niet noodzakelijk is. Vragen betreffende een herziening kunnen echter te allen tijde op verzoek van een van de onderkenaars in behandeling worden genomen.

Paragraaf VII.3

Dit Memorandum van Overeenstemming treedt in werking voor onbepaalde tijd. Het kan door elk van de ondertekenaars door middel van een schriftelijke kennisgeving worden beëindigd en houdt op van kracht te zijn zes maanden na ontvangst van een dergelijke kennisgeving. Dit Memorandum van Overeenstemming blijft in geen geval langer van kracht dan de Overeenkomst

Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit Memorandum van Overeenstemming, is het Memorandum van Overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van Nederland en Spanje inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand in belastingzaken van 11 april 2006, ingetrokken.

Paragraaf VII.4

Dit Memorandum van Overeenstemming kan worden aangehaald als ‘Memorandum van Overeenstemming tussen Nederland en Spanje inzake wederzijdse bijstand in belastingzaken’.

Dit Memorandum van Overeenstemming wordt in drievoud getekend in de Nederlandse, Spaanse en Engelse taal, de drie talen zijnde gelijkelijk authentiek. Ingeval de teksten verschillend kunnen worden uitgelegd, is de Engelse tekst doorslaggevend.

, Datum: 16 februari 2017

Voor het Koninkrijk Spanje

J.E.F. de Moya Romero,

Hoofd van de ‘Agencia Estatal de Administración Tributaria’

, Datum: 10 maart 2017

Voor Nederland

J. Uijlenbroek,

Directeur-generaal Belastingdienst

Naar boven