Subsidieregeling tegemoetkoming vervangingskosten schoolleiders primair onderwijs

[Regeling vervallen per 01-01-2023.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 30-04-2021 t/m 31-12-2022

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 maart 2017, nr. PO/1141024, houdende regels voor subsidieverstrekking voor tegemoetkoming in vervangingskosten schoolleiders in het primair onderwijs voor het volgen van een masteropleiding (Subsidieregeling tegemoetkoming vervangingskosten schoolleiders primair onderwijs)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4, eerste en tweede lid, van de Wet overige OCW-subsidies en artikel 1.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Te subsidiëren activiteiten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De minister kan per schoolleider eenmalig subsidie verstrekken aan het bevoegd gezag van een school als tegemoetkoming in de vervangingskosten van een schoolleider in verband met het volgen van een masteropleiding.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid kan subsidie worden verstrekt voor het volgen van een deficiëntieopleiding. Subsidie voor een deficiëntieopleiding kan uitsluitend worden aangevraagd in combinatie met een subsidieaanvraag voor vervangingskosten in verband met het volgen van de masteropleiding.

  • 3 Subsidie wordt verstrekt over een periode van ten hoogste 2 jaar als tegemoetkoming in de vervangingskosten voor het volgen van een masteropleiding en wordt verstrekt over een periode van ten hoogste 3 jaar indien de masteropleiding wordt vooraf gegaan door een deficiëntieopleiding. Bij beschikking kan hiervan worden afgeweken.

  • 4 Voor vervangingskosten in verband met opleidingen die vóór 8 oktober 2016 zijn gestart, wordt geen subsidie verstrekt, noch voor het resterende deel van de opleiding.

Artikel 3. Subsidiebedrag voor vervangingskosten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De subsidie wordt bepaald op een bedrag per studieverlofuur.

  • 2 Voor subsidiëring voor de vervangingskosten voor het volgen van een masteropleiding komt, bij een voltijdsbenoeming, ten hoogste 640 uur als tegemoetkoming in aanmerking. Voor een deeltijdsbenoeming komt een evenredig deel in aanmerking.

  • 3 Voor subsidiëring voor vervangingskosten voor het volgen van een deficiëntieopleiding komt voor een voltijdsbenoeming ten hoogste 320 uur als tegemoetkoming in aanmerking. Voor een deeltijdsbenoeming komt een evenredig deel in aanmerking.

  • 4 Het subsidiebedrag voor een vervangingsuur voor studieverlof bedraagt € 49 per uur in het basisonderwijs en € 53 per uur in het speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 4. Subsidieplafond 2020

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2020 bedraagt € 1.576.286,87.

Artikel 4a. Subsidieplafond 2021

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2021 bedraagt € 2,5 miljoen.

Artikel 5. Criteria voor subsidieverstrekking

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De aanvraag wordt door zowel de schoolleider als het bevoegd gezag ondertekend.

  • 2 De aanvraag voor de subsidie omvat informatie waaruit de omvang van het dienstverband van de schoolleider blijkt.

  • 3 Uit de aanvraag blijkt welke masteropleiding de schoolleider gaat volgen.

Artikel 6. Indiening aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Een aanvraag kan jaarlijks worden ingediend van 1 april tot en met 15 september.

  • 2 Indien de aanvraag wordt gedaan na aanvang van de opleiding, wordt subsidie voor het aantal uren vervangingskosten verstrekt, evenredig aan het nog te volgen deel van de opleiding.

  • 3 Subsidie kan uiterlijk tot en met 15 september 2021 worden aangevraagd.

  • 4 De aanvraag voor subsidie geschiedt overeenkomstig het digitale aanvraagformulier dat via de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen beschikbaar wordt gesteld.

  • 5 Bij de aanvraag wordt een inschrijvingsbewijs gevoegd. Indien de inschrijving nog niet heeft plaatsgevonden, wordt het inschrijvingsbewijs onverwijld na verstrekking overgelegd.

Artikel 7. Criteria verdeling subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De minister verdeelt het ingevolge het subsidieplafond beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 8. Weigeringsgronden

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigert de minister subsidieverlening aan een bevoegd gezag, indien voor de betreffende schoolleider:

  • a. reeds eerder op grond van deze regeling subsidie is verleend; of

  • b. het bevoegd gezag uit andere hoofde van de minister reeds een tegemoetkoming in de vervangingskosten heeft ontvangen voor de opleiding waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 9. Termijn beslissing

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De minister besluit binnen 8 weken op de subsidieaanvraag.

  • 2 Indien een aanvraag betrekking heeft op een masteropleiding die nog niet geaccrediteerd is, besluit de minister, in afwijking van het eerste lid, niet eerder op de aanvraag dan nadat de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie een besluit heeft genomen over de accreditatie van die opleiding. De minister besluit uiterlijk binnen 10 maanden op de aanvraag.

Artikel 10. Vaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De subsidie wordt direct vastgesteld.

  • 2 Indien voldaan is aan de subsidieverplichtingen, kan de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Artikel 11. Subsidieverplichting bevoegd gezag

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Het bevoegd gezag verleent studieverlof aan de schoolleider.

Artikel 12. Betaling subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Het subsidiebedrag wordt aan het bevoegd gezag betaald. De minister bepaalt in de beschikking het betaalritme.

  • 2 Betaling van het subsidiebedrag vindt plaats nadat het inschrijvingsbewijs, bedoeld in artikel 6, vijfde lid, is overgelegd.

Artikel 13. Uitvoering activiteiten

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De opleiding waar de subsidie betrekking op heeft, vangt uiterlijk 12 maanden na het verstrekken van subsidie aan.

Artikel 14. Terugvordering

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De minister kan subsidie in ieder geval terugvorderen voor zover:

    • a. de schoolleider niet start met het volgen van de opleiding;

    • b. de schoolleider voortijdig stopt met het volgen van de opleiding; of

    • c. het bevoegd gezag niet voldoet aan artikel 11.

  • 2 Het bevoegd gezag doet in ieder geval melding van de gevallen, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 15. Verantwoording subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De verantwoording geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs of de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES, met model G, onderdeel 1.

Artikel 16. Steekproef

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Op verzoek van de minister toont het bevoegd gezag tot maximaal 1 jaar nadat de subsidieperiode is verstreken aan dat hij voldoet aan de subsidiecriteria en de subsidieverplichtingen door het overleggen van een bewijsstuk waaruit blijkt dat er studieverlof is verleend aan de schoolleider.

Artikel 17. Inwerkingtreding en vervaldatum

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2017.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2023.

Artikel 18. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling tegemoetkoming vervangingskosten schoolleiders primair onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. Dekker

Naar boven