Vennootschapsbelasting en dividendbelasting, omzetting fonds voor gemene rekening (fiscale beleggingsinstelling) in een nv

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 17-03-2017 t/m heden

Vennootschapsbelasting en dividendbelasting, omzetting fonds voor gemene rekening (fiscale beleggingsinstelling) in een nv

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit vervangt het besluit van 5 december 2005, nr. CPP2005/1783M. De belangrijkste wijziging is het vervallen van de voorwaarde inzake artikel 6 van het Besluit Beleggingsinstellingen in verband met de invoering van een afdrachtvermindering in artikel 11a van de Wet op de dividendbelasting 1965. Ook is het aantal voorwaarden sterk teruggebracht door de invoering van algemener geredigeerde voorwaarden. Zo geldt bijvoorbeeld voor de begeleiding van de vennootschapsbelasting nu de voorwaarde van volledige «indeplaatstreding». Hierdoor gaat de fiscale positie van het fonds nu als geheel over. De vroegere afzonderlijke doorschuif per deelaspect is komen te vervallen.

1. Inleiding

Dit besluit ziet op situatie waarin de activiteiten van een fonds voor gemene rekening ex artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met de status van beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: het fonds) worden voortgezet door een naamloze vennootschap met veranderlijk kapitaal (hierna de nv).

Dit besluit keurt goed dat de omwisseling van de participaties en de liquidatie van het fonds die zich bij de hier bedoelde voortzetting voordoet fiscaal geruisloos plaatsvinden. Zonder deze fiscale begeleiding zou voor de dividendbelasting sprake zijn van een belastbaar feit in de vorm van een liquidatie-uitkering. Ook de gewenste doorschuif van de vennootschapsbelastingpositie van het fonds naar de nv is niet mogelijk zonder goedkeurende begeleiding.

Hieronder beschrijf ik de fiscale begeleiding waartoe ik bereid ben, de voorwaarden die ik daaraan in het algemeen verbind en de wijze waarop verzoeken om een dergelijke begeleiding worden afgehandeld.

2. Vennootschapsbelasting

De liquidatie van het fonds en de overdracht van de activa en passiva kunnen op verzoek voor de vennootschapsbelasting buiten aanmerking blijven onder de navolgende voorwaarden:

  • de nv wordt voor de vennootschapsbelasting geacht volledig in de plaats te zijn getreden van het fonds;

  • het fonds en de nv verklaren zowel voor zich als voor elkaar, tegenover de inspecteur, binnen een door hem te bepalen tijdsbestek, dat zij bovenstaande voorwaarde aanvaarden en bij niet nakoming daarvan het hieruit voor de Belastingdienst voortvloeiende nadeel geheel zullen vergoeden.

3. Dividendbelasting

De omwisseling van participaties in het fonds in aandelen in de nv heeft, voor de heffing van de dividendbelasting onder de navolgende voorwaarden geen gevolgen:

  • De omwisseling vindt met gesloten beurzen plaats.

  • Als gestort kapitaal op de uitgegeven aandelen geldt ten aanzien van alle aandeelhouders slechts hetgeen op de omgewisselde participaties was ingebracht. Hierbij blijft artikel 3b van de Wet op de dividendbelasting 1965 onverkort van toepassing.

  • Een bij het fonds op het tijdstip van de omwisseling bestaand recht op een vermindering als bedoeld in artikel 11a van de Wet op de dividendbelasting 1965 wordt aangemerkt als een aan de nv toekomend recht.

  • De nv verklaart tegenover de Belastingdienst in voorkomende gevallen bij de inhouding en afdracht van dividendbelasting uit te zullen gaan van het hiervoor bedoelde gestort kapitaal.

4. Indiening verzoeken

Een verzoek om begeleiding dient vóór het einde van het jaar waarin de akte van oprichting van de nv is verleden gedaan te worden bij de inspecteur belast met de aanslagregeling vennootschapsbelasting van het fonds.

Ik merk op dat bij bijzondere omstandigheden in een concreet geval afwijkende voorwaarden kunnen worden gesteld.

5. Toestemming aan de inspecteur

Ik geef toestemming aan de inspecteur die belast is met de aanslagregeling voor het fonds verzoeken om toepassing van bovenvermelde faciliteiten namens mij af te doen.

De inspecteur die een dergelijk verzoek in behandeling neemt, beoordeelt:

  • of sprake is van een fonds voor gemene rekening met de status van fiscale beleggingsinstelling, en

  • of de participaties in het fonds worden omgewisseld in aandelen van een nv, en

  • of het fonds wordt geliquideerd, en

  • of er geen personen zijn die een aanmerkelijk belang in het fonds hebben.

Indien aan deze vereisten wordt voldaan, willigt de inspecteur het verzoek in onder het stellen van de voorwaarden zoals hierboven vermeld onder de punten 2. en 3.

Indien het verzoek niet voldoet aan de vereisten voor inwilliging door de inspecteur, zendt de inspecteur het verzoek ter beoordeling door naar Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen, Cluster Vpb-IBwinst, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 1 maart 2017

De

Staatssecretaris

van Financiën,
namens deze,

J. de Blieck

Lid van het managementteam Belastingdienst

Naar boven