Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz-uitvoerders Wlz 2017

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2023.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 18-05-2018 t/m heden

Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz-uitvoerders Wlz 2017

§ 1. Algemeen

Artikel 1

Dit besluit verstaat onder:

Artikel 2

Het Zorginstituut keert het voorlopig vastgestelde, het nader vastgestelde en het definitief vastgestelde beheerskostenbudget voor Wlz-uitvoerders over het jaar 2017 uit met inachtneming van de Regeling voorschotverlening op uitkeringen Wlz 2015.

§ 2. Voorlopige vaststelling beheerskostenbudget 2017

Artikel 3

Het Zorginstituut stelt in februari 2017 voor iedere Wlz-uitvoerder een voorlopig beheerskostenbudget vast ten laste van het Fonds langdurige zorg.

Artikel 4

Het Zorginstituut verdeelt het bedrag dat in artikel 2 van de Aanwijzing voor de taken op grond van artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz beschikbaar is gesteld als volgt over de Wlz-uitvoerders:

  • a. een bedrag van 1.422.667 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden op 1 juli 2016 dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz;

  • b. een bedrag van 2.845.333 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz, waarbij verzekerden, die op 1 juli 2016 vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen;

  • c. een bedrag van 0,400 miljoen euro verdeeld over de twee Wlz-uitvoerders die geen zorgkantoorfunctie uitvoeren en ook geen deel uitmaken van een groter concern;

  • d. een voorwaardelijk bedrag van ten hoogste 8,650 miljoen euro dat uitsluitend bestemd is voor onafhankelijke cliëntondersteuning. Dit bedrag wordt verdeeld op basis van de door de Wlz-uitvoerders opgegeven en door de NZa goedgekeurde kosten die zij voor de onafhankelijke cliëntondersteuning voor het kalenderjaar 2015 hebben opgegeven in hun financiële verantwoording;

  • e. een bedrag van 0,267 miljoen euro voor de Wlz-uitvoerder die de Staatssecretaris heeft aangewezen voor het uitvoeren van het project ‘Leven zoals je wilt’;

  • f. een bedrag van 0,029 miljoen euro voor twee regio’s die de Staatssecretaris heeft aangewezen voor het uitvoeren van de pilot Persoonsvolgende zorg;

  • g. een bedrag van 65,537 miljoen euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz, waarbij verzekerden, die op 1 juli 2016 vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen.

Artikel 5

Ter voorlopige vaststelling van de beheerskostenbudgetten per Wlz-uitvoerder sommeert het Zorginstituut per Wlz-uitvoerder de ingevolge artikel 4 berekende bedragen. Het Zorginstituut rondt de beheerskostenbudgetten af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

Artikel 6

Voor de bepaling van het aantal verzekerden, bedoeld in artikel 4, onderdeel a en b, gebruikt het Zorginstituut de opgaven van de verzekerdenaantallen per 1 juli 2016 van de Wlz-uitvoerder. Deze opgave heeft de Wlz-uitvoerder in de tweede kwartaalstaat Wlz voor de Wlz-uitvoerder 2016 vermeld en dient te zijn voorzien van een bestuursverklaring.

Artikel 7

Indien een Wlz-uitvoerder zijn overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv, geheel of gedeeltelijk uitbesteedt, betaalt hij aan het zorgkantoor waaraan hij deze taken uitbesteedt per verzekerde een bedrag van 3,2989963 euro als vergoeding in de beheerskosten.

Artikel 8

Voor een nieuwe Wlz-uitvoerder, die geen rechtsopvolger is van een of meer bestaande Wlz-uitvoerders, kan het Zorginstituut uitgaan van andere dan in dit besluit genoemde verzekerdenaantallen.

§ 3. Nadere vaststelling beheerskostenbudget 2017

Artikel 9

Uiterlijk op de eerste werkdag van mei 2018 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget over het jaar 2017 nader vast. Het Zorginstituut verdeelt daarbij het bedrag dat in de Aanwijzing, de Nadere aanwijzing en de Tweede nadere aanwijzing voor de besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2017 voor de overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv beschikbaar is gesteld als volgt over de Wlz-uitvoerders:

  • a. een bedrag van 1.422.667 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden op 1 juli 2017 dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz;

  • b. een bedrag van 2.845.333 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz, waarbij verzekerden, die op 1 juli 2017 vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen;

  • c. een bedrag van 0,400 miljoen euro verdeeld over de twee Wlz-uitvoerders die geen zorgkantoorfunctie uitvoeren en ook geen deel uitmaken van een groter concern;

  • d. een voorwaardelijk bedrag van ten hoogste 10.150.000 euro dat uitsluitend bestemd is voor onafhankelijke cliëntondersteuning. Dit bedrag wordt verdeeld op basis van de door de Wlz-uitvoerders opgegeven en door de NZa goedgekeurde kosten die zij voor de onafhankelijke cliëntondersteuning voor het kalenderjaar 2015 hebben opgegeven in hun financiële verantwoording;

  • e. een bedrag van 0,267 miljoen euro voor de Wlz-uitvoerder die de Staatssecretaris heeft aangewezen voor het uitvoeren van het project ‘Leven zoals je wilt’;

  • f. een bedrag van 0,140 miljoen euro voor twee regio’s die de Staatssecretaris heeft aangewezen voor het uitvoeren van de pilot Persoonsvolgende zorg;

  • g. een bedrag van 65,537 miljoen euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz, waarbij verzekerden, die op 1 juli 2017 vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen.

Artikel 10

  • 1 Ter nadere vaststelling van de beheerskostenbudgetten per Wlz-uitvoerder sommeert het Zorginstituut per Wlz-uitvoerder de ingevolge artikel 9 berekende bedragen. Het Zorginstituut rondt de beheerskostenbudgetten af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

  • 2 Het Zorginstituut betaalt het verschil tussen het bedrag van het nader vastgestelde en het voorlopig vastgestelde beheerskostenbudget in geval van een positief saldo voor de Wlz-uitvoerder uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor het zorgkantoor leidt, vordert het Zorginstituut het verschil in.

Artikel 11

Voor de bepaling van het aantal verzekerden, bedoeld in artikel 9, onderdeel a en b, gebruikt het Zorginstituut de opgaven van de verzekerdenaantallen per 1 juli 2017 van de Wlz-uitvoerder. Deze opgave heeft de Wlz-uitvoerder in de tweede kwartaalstaat Wlz voor de Wlz-uitvoerder 2017 vermeld en dient te zijn voorzien van een bestuursverklaring.

Artikel 12

Indien een Wlz-uitvoerder zijn overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv, geheel of gedeeltelijk uitbesteedt, betaalt hij aan het zorgkantoor waaraan hij deze taken uitbesteedt per verzekerde een bedrag van 3,2717596 euro als vergoeding in de beheerskosten.

§ 4. Definitieve vaststelling beheerskostenbudget 2017

Artikel 13

Uiterlijk in 2020 stelt het Zorginstituut het beheerskostenbudget over het jaar 2017 definitief vast. Het Zorginstituut verdeelt daarbij het bedrag dat in de Aanwijzing, de Nadere aanwijzing en de Tweede nadere aanwijzing voor de besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2017 voor de overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv beschikbaar is gesteld als volgt over de Wlz-uitvoerders:

  • a. een bedrag van 1.422.667 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden op 1 juli 2017 dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz;

  • b. een bedrag van 2.845.333 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz, waarbij verzekerden, die op 1 juli 2017 vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen;

  • c. een bedrag van 0,400 miljoen euro verdeeld over de twee Wlz-uitvoerders die geen zorgkantoorfunctie uitvoeren en ook geen deel uitmaken van een groter concern;

  • d. een voorwaardelijk bedrag van ten hoogste 10.150.000 euro dat uitsluitend bestemd is voor onafhankelijke cliëntondersteuning. Dit bedrag wordt verdeeld op basis van de kosten inzake onafhankelijke cliëntondersteuning die de Wlz-uitvoerders voor het kalenderjaar 2017 hebben opgegeven in hun financiële verantwoording en die zijn gecontroleerd door de NZa;

  • e. een bedrag van 0,267 miljoen euro voor de Wlz-uitvoerder die de Staatssecretaris heeft aangewezen voor het uitvoeren van het project ‘Leven zoals je wilt’;

  • f. een bedrag van 0,140 miljoen euro voor twee regio’s die de Staatssecretaris heeft aangewezen voor het uitvoeren van de pilot Persoonsvolgende zorg;

  • g. een bedrag van 65,637 miljoen euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz, waarbij verzekerden, die op 1 juli 2017 vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen.

Artikel 14

  • 1 Ter definitieve vaststelling van de beheerskostenbudgetten per Wlz-uitvoerder sommeert het Zorginstituut per Wlz-uitvoerder de ingevolge artikel 13 berekende bedragen. Het Zorginstituut rondt de beheerskostenbudgetten af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

  • 2 Het Zorginstituut betaalt het verschil tussen het bedrag van het definitief vastgestelde en het nader vastgestelde beheerskostenbudget in geval van een positief saldo voor de Wlz-uitvoerder uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor het zorgkantoor leidt, vordert het Zorginstituut het verschil in.

Artikel 15

Voor de bepaling van het aantal verzekerden, bedoeld in artikel 3, onderdeel a en b, gebruikt het Zorginstituut de opgaven van de verzekerdenaantallen per 1 juli 2017 van de Wlz-uitvoerder. Deze opgave heeft de Wlz-uitvoerder in de tweede kwartaalstaat Wlz voor de Wlz-uitvoerder 2017 vermeld en dient te zijn voorzien van een bestuursverklaring.

Artikel 16

Indien een Wlz-uitvoerder zijn overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv, geheel of gedeeltelijk uitbesteedt, betaalt hij aan het zorgkantoor waaraan hij deze taken uitbesteedt per verzekerde een bedrag van 3,2717596 euro als vergoeding in de beheerskosten.

§ 5. Slot

Artikel 17

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze worden geplaatst, en werken terug tot en met 1 januari 2017.

Artikel 18

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz-uitvoerders Wlz 2017.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur

A. Moerkamp

Naar boven