Subsidieregeling NIPT

[Regeling vervallen per 01-04-2023.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m 31-03-2023

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 februari 2017, kenmerk 1101954-161202-PG, houdende regels voor het verstrekken van subsidie voor het verrichten van de niet-invasieve prenatale test (Subsidieregeling NIPT)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. (definities)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b. NIPT: niet-invasieve prenatale test;

  • c. subsidiejaar: jaar ten behoeve waarvan de projectsubsidie wordt verstrekt;

  • d. TRIDENT-2: onderzoek naar de implementatie van NIPT als eerste test voor de detectie van foetaal trisomie 21, 18 en 13 in het kader van de prenatale screening op down-, edwards- en patausyndroom;

  • e. universitair medisch centrum: universitair medisch centrum dat een vergunning heeft op grond van de Wet op het bevolkingsonderzoek voor het uitvoeren van TRIDENT-2.

Artikel 3. (subsidiabele activiteiten)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

  • 1 De minister kan ten behoeve van de subsidiejaren 2020 tot en met 2022 en het eerste kwartaal van 2023 aan een universitair medisch centrum op aanvraag jaarlijks een projectsubsidie verstrekken voor het verrichten van de NIPT in het kader van TRIDENT-2 bij:

  • 2 Het verrichten van de NIPT komt niet voor subsidie in aanmerking indien de NIPT op grond van een verzekering of een wettelijk voorschrift bekostigd wordt.

Artikel 4. (subsidievoorwaarde: eigen betaling zwangere vrouw)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

Een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt indien een universitair medisch centrum aan de desbetreffende zwangere vrouw een bedrag van € 175 in rekening heeft gebracht.

Artikel 5. (subsidiebedrag)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

De subsidie bestaat uit een bedrag dat wordt berekend door de werkelijke kosten van het aantal NIPT’s, bedoeld in artikel 3, dat in het subsidiejaar is verricht, te verminderen met de totaal in rekening gebrachte eigen bijdrage van de zwangere vrouwen, bedoeld in artikel 4 en het verschil tussen de werkelijke opbrengsten en de kosten van de NIPT’s, bedoeld in artikel 6. Het verschil tussen de werkelijke opbrengsten en de kosten van de NIPT’s, bedoeld in artikel 6 bedraagt ten minste € 0.

Artikel 6. (bij NIPT in overige gevallen kostendekkend tarief)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

Een universitair medisch centrum dat een NIPT verricht anders dan bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, brengt daarvoor een vergoeding in rekening die ten minste kostendekkend is.

Artikel 7. (subsidieperiode en aanvraagtermijn 2017)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

  • 1 De subsidie wordt per kalenderjaar verstrekt.

  • 2 Een aanvraag tot verlening van een subsidie wordt uiterlijk dertien weken voor aanvang van het subsidiejaar ontvangen.

  • 3 In afwijking van het tweede lid, wordt een aanvraag ten behoeve van het subsidiejaar 2017 uiterlijk 1 april 2017 ontvangen.

  • 4 De minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van de regels gesteld in het tweede en derde lid.

Artikel 8. (aanvraag tot subsidieverlening)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

  • 1 Voor een aanvraag tot verlening van een subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

Artikel 9. (subsidieverlening en bevoorschotting)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

  • 1 De minister geeft binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag een beschikking tot verlening van de subsidie.

  • 2 De minister vermeldt in het besluit tot verlening van de subsidie het aantal NIPT’s per kwartaal waarvoor de subsidie wordt verleend alsmede het subsidiebedrag per NIPT.

  • 3 De minister verleent bij het besluit tot verlening van de subsidie ambtshalve voorschotten. De voorschotten worden gelijkmatig betaald over het subsidiejaar.

Artikel 10. (aanvraag tot subsidievaststelling)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

  • 1 Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt binnen 22 weken na afloop van het subsidiejaar ingediend.

  • 2 Voor een aanvraag tot vaststelling van een subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3 De subsidieontvanger legt rekening en verantwoording af aan de hand van een activiteitenverslag en een financieel verslag. In aanvulling op artikel 7.8, eerste lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS:

    • a. bevat het activiteitenverslag een opgave van het aantal in het subsidiejaar verrichte NIPT’s en

    • b. overlegt de subsidieontvanger tevens een assurancerapport over de opgave van het aantal in het subsidiejaar verrichte NIPT’s.

  • 4 De in het derde lid, onder b, bedoelde rapport en de controleverklaring, die blijkens artikel 1.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, onderdeel is van het financieel verslag, zijn opgesteld door een accountant overeenkomstig een door de minister vastgesteld model met inachtneming van een door de minister vastgesteld accountantsprotocol, bekend gemaakt op de website www.rijksoverheid.nl/kaderregeling-subsidies-ocw-szw-vws.

  • 5 Indien het aantal NIPT’s, bedoeld in het derde lid, onder a, is verricht en volledig is voldaan aan de voorwaarden en de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de totale gerealiseerde kosten van het verrichten van de NIPT, verminderd met de totale in rekening gebrachte bedragen aan de zwangere vrouwen, bedoeld in artikel 4, en met de overige ontvangsten, bedoeld in artikel 6.

  • 6 In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag tot vaststelling van de subsidie ten behoeve van het eerste kwartaal van 2023 ingediend binnen 22 weken na afloop van het eerste kwartaal van 2023.

Artikel 11. (DAEB vestigen)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

  • 1 Het verrichten van de NIPT bij zwangere vrouwen als bedoeld in deze regeling wordt aangewezen als een dienst van algemeen economisch belang in de zin van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.

  • 2 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de subsidieaanvrager met de Staat een overeenkomst sluit waarbij de Staat hem belast met en hij zich verplicht tot het verrichten van de dienst van algemeen economisch belang, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 12. (inwerkingtreding)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2017 en vervalt met ingang van 1 april 2023.

Artikel 13. (citeertitel)

[Regeling vervallen per 01-04-2023]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling NIPT.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers

Naar boven