Subsidieregeling bedrijfsbeëindiging melkveehouderij

[Regeling vervallen per 01-01-2018.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 27-04-2017 t/m 31-12-2017

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 februari 2017, nr. WJZ/16191070, houdende een subsidieregeling ter ondersteuning van melkveehouders die hun bedrijf beëindigen (Subsidieregeling bedrijfsbeëindiging melkveehouderij)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 19, eerste lid, van de Landbouwwet en de Gedelegeerde Verordening 2016/1613/EU van de Europese Commissie van 8 september 2016 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren (PbEU 2016, L242);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 De minister verleent op aanvraag subsidie aan de houder die de melklevering op zijn naam aan een zuivelonderneming beëindigt en van wie elke melkkoe:

    • a) sterft;

    • b) geslacht wordt; of

    • c) geëxporteerd wordt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 Subsidie wordt verleend voor melkkoeien, kalveren en pinken die worden geslacht of geëxporteerd of komen te sterven.

  • 3 De minister verleent slechts subsidie voor:

    • a. het aantal melkkoeien dat de houder op de dag van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit, waarin de desbetreffende openstellingsperiode bekend wordt gemaakt, wordt geplaatst had of het aantal melkkoeien dat hij op 1 oktober 2016 had indien dit laatste aantal lager is;

    • b. ten hoogste 0,44 kalveren en 0,36 pinken per melkkoe waarvoor subsidie wordt verleend, met dien verstande dat de aantallen kalveren en pinken die overeenkomstig dit lid voor subsidie in aanmerking komen steeds op gehele getallen rekenkundig worden afgerond.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 Een subsidieaanvraag wordt ingediend in een door de minister vastgestelde openstellingsperiode.

  • 2 De eerste openstellingsperiode loopt van 20 februari 2017 tot en met 3 maart 2017 en de tweede openstellingsperiode van 8 mei 2017 tot en met 14 mei 2017.

  • 3 De minister maakt de volgende openstellingsperiode of openstellingsperiodes ten minste twee weken voor de betreffende openstellingsperiode bekend.

  • 4 Een subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een middel, dat hiervoor door de minister beschikbaar wordt gesteld.

  • 5 Een aanvraag bevat in ieder geval een opgave van:

    • a. naam- en adresgegevens en het relatienummer van de houder;

    • b. het aantal melkkoeien, kalveren en pinken dat de houder op de eerste dag van de relevante openstellingsperiode en op 1 oktober 2016 had;

    • c. het aantal door de aanvrager gehouden kalveren en pinken waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • d. de naam van de zuivelonderneming of zuivelondernemingen waaraan de aanvrager melk levert.

  • 6 De houder machtigt de minister bij de aanvraag tot het verwerken van diens persoonsgegevens en tot het controleren van gegevens bij de zuivelonderneming.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 De hoogte van de subsidie wordt berekend door het aantal melkkoeien, kalveren en pinken dat is gestorven, geslacht of geëxporteerd en waarvoor subsidie wordt verleend, te vermenigvuldigen met de vergoeding per melkkoe dan wel per kalf of pink.

  • 2 De vergoeding per melkkoe is in de eerste openstellingsperiode € 1.200,00 en in de tweede openstellingsperiode € 730,00.

  • 3 De minister stelt de vergoeding per melkkoe voor de volgende openstellingsperiode of openstellingsperiodes tegelijk met de vaststelling van de desbetreffende openstellingsperiode vast.

  • 4 De vergoeding is voor:

    • a. een kalf 23% van de vergoeding voor een melkkoe;

    • b. een pink 53% van de vergoeding voor een melkkoe.

  • 5 De minister stelt het aantal melkkoeien, kalveren en pinken waarvoor subsidie wordt verleend vast op grond van het I&R-systeem.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 Het subsidieplafond van de eerste openstellingsperiode is € 38.000.000,00 en van de tweede openstellingsperiode € 5.000.000,00.

  • 2 De minister stelt voorafgaande aan de volgende openstellingsperiode of openstellingsperiodes een subsidieplafond voor deze periode of periodes vast tegelijk met de vaststelling van de desbetreffende openstellingsperiode.

  • 3 De minister verdeelt het subsidieplafond in volgorde van binnenkomst waarbij de aanvraag die het eerst is binnengekomen, het eerst voor subsidie in aanmerking komt.

  • 4 Aanvragen die op dezelfde dag worden ontvangen, worden behandeld als zijnde ingediend op hetzelfde moment.

  • 5 Indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt met betrekking tot de verdeling de dag of het tijdstip waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften als datum of tijdstip van binnenkomst.

  • 6 Het subsidieplafond wordt verdeeld tot de dag waarop niet aan alle aanvragers van die dag subsidie verleend kan worden uit het resterende beschikbare bedrag van de openstellingsperiode. Aanvragen die zijn binnengekomen op een dag waarop het resterende bedrag van het subsidieplafond niet meer toereikend is om alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen te honoreren, worden afgewezen.

  • 7 Indien op de eerste dag waarop aanvragen worden ontvangen het subsidieplafond wordt bereikt dan wordt de rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Wanneer het subsidieplafond bereikt is, kan de minister de mogelijkheid om aanvragen in te dienen beëindigen met ingang van het moment waarop het plafond bereikt is.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 De subsidieontvanger voldoet binnen zes weken na de dag waarop de beschikking tot subsidie verlening aan hem is bekendgemaakt aan de voorwaarden van artikel 2.

  • 2 In afwijking van het eerste lid worden pinken of melkkoeien die op de dag na die waarop de beschikking tot subsidieverlening is bekendgemaakt langer dan 5,5 maanden drachtig zijn, niet geslacht dan een week nadat zij gekalfd hebben maar niet later dan 20 weken na het moment van het bekendmaken van de beschikking tot subsidieverlening.

  • 3 Melkkoeien of pinken, indien hiervoor ook subsidie is aangevraagd, die op de dag na die waarop de beschikking tot subsidieverlening is bekendgemaakt minder dan 5,5 maanden drachtig zijn, worden geslacht of geëxporteerd voordat zij zes maanden drachtig zijn.

  • 4 De subsidieontvanger, of, indien deze een rechtspersoon is, de bestuurders of de aandeelhouders van deze rechtspersoon, houdt zes weken na verzending van de beschikking tot subsidieverlening en tot 1 januari 2018:

    • a. geen melkkoeien, met uitzondering van drachtige melkkoeien als bedoeld in het tweede lid;

    • b. niet meer kalveren en pinken dan het aantal kalveren en pinken dat de subsidieontvanger hield op de dag van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit, waarin de desbetreffende openstellingsperiode bekend wordt gemaakt, wordt geplaatst, of, wanneer de subsidieontvanger subsidie aanvraagt voor kalveren en pinken, niet meer dan het aantal dat resteert nadat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3, met uitzondering van drachtige pinken als bedoeld in het tweede lid;

    • c. niet meer mannelijke runderen dan het aantal mannelijke runderen dat de subsidieontvanger hield op de eerste dag van de openstellingsperiode.

  • 5 De subsidieontvanger behoudt zijn relatienummer tot de vervaldatum van deze regeling, bedoeld in artikel 13.

  • 6 Indien door geboorte de subsidieontvanger niet meer aan de verplichtingen van de subsidie voldoet, zorgt hij ervoor dat er binnen 21 dagen na de desbetreffende geboorte weer voldaan wordt aan deze verplichtingen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

De subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijk mededeling aan de minister van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surseance van betaling aan hem of tot faillietverklaring van hem.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 De subsidieontvanger doet een aanvraag tot vaststelling van de subsidie aan de minister voor alle dieren waarvoor een beschikking tot subsidieverlening is genomen, op het moment dat voldaan wordt aan de voorwaarde genoemd in artikel 8, eerste lid, en niet later dan acht weken na het bekendmaken van de beschikking tot subsidieverlening.

  • 2 De aanvraag tot subsidievaststelling bevat in ieder geval:

    • a. de gegevens over de subsidieontvanger, waaronder naam, adres, rekeningnummer en het door de minister toegekende referentienummer van de beschikking tot subsidieverlening;

    • b. een bewijs van beëindiging van levering aan een zuivelonderneming.

  • 3 De minister stelt de subsidie na ontvangst van het verzoek tot vaststelling van de subsidie binnen redelijke termijn vast.

  • 4 De minister betaalt de subsidie niet later dan 6 weken na het bekendmaken van de beschikking tot subsidievaststelling uit en in ieder geval niet later dan 30 september 2017.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 De minister verricht controles ten aanzien van de verplichtingen van de subsidieontvanger.

  • 2 Indien de minister vaststelt dat de subsidieontvanger niet voldoet aan de in het eerste lid genoemde verplichtingen, vordert de minister het uitbetaalde subsidiebedrag terug.

  • 3 Terug te vorderen bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente, bedoeld in artikel 6:120, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, die wordt berekend over de periode vanaf de datum van het verstrijken van de termijn waarbinnen betaling door de subsidieontvanger moet plaatsvinden en de datum van terugbetaling door de subsidieontvanger.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Houders van wie is komen vast te staan dat zij kunstmatig de voorwaarden hebben gecreëerd om voor subsidie in aanmerking te komen en dus een voordeel zouden genieten dat niet in overeenstemming is met de doelstellingen van deze regeling, verliezen elke aanspraak op subsidie op grond van deze regeling.

Artikel 12a

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Ten aanzien van aanvragen gedaan in de eerste openstellingsperiode worden de bepalingen van deze regeling toegepast zoals die golden op 11 maart 2017. Latere wijzigingen van deze regeling hebben geen gevolgen voor deze aanvragen.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2018.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling bedrijfsbeëindiging melkveehouderij.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 8 februari 2017

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

M.H.P. van Dam

Naar boven