Artikel 1. Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Dit beoordelingskader dient om de aanvragen voor instellingssubsidie, eerste fase,
op grond van de Subsidieregeling gender- en LHBTI-gelijkheid 2017–2022 (hierna: regeling) te kunnen beoordelen en om de wegingsfactoren vast te stellen
op basis waarvan de verzoeken om een strategisch partnerschap aan te gaan worden gerangschikt.
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Een aanvraag wordt ten eerste getoetst aan de drempelcriteria. Alleen wanneer de maatschappelijke
organisaties, al dan niet verenigd in een alliantie, aan de drempelcriteria voldoen,
worden het track record en de theory of change, gevoegd bij de aanvraag, beoordeeld.
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Bij het aangaan van strategisch partnerschappen streeft de Minister naar een evenwichtige
spreiding van maatschappelijke organisaties dan wel allianties over:
-
a. de doelstellingen van deze regeling;
-
b. de functies van de maatschappelijke organisaties; en
-
c. gendergelijkheid of LHBTI-gelijkheid.
Een evenwichtige spreiding betekent een gelijkmatige verdeling over de doelstellingen,
de functies en de onderdelen gendergelijkheid en LHBTI-gelijkheid.
De doelstellingen zijn:
Langetermijn:
-
– Het realiseren van gendergelijkheid en LHBTI-gelijkheid in de Nederlandse samenleving.
Dit dient te geschieden op in ieder geval de terreinen: onderwijs, veiligheid, gezondheid,
arbeidsmarkt, media, politiek, recht en leefvormen.
Middellangetermijn:
-
– Het doorbreken van stereotype beeldvorming over mannelijkheid, vrouwelijkheid en relaties.
-
– Het bevorderen van de sociale acceptatie van gendergelijkheid en diversiteit aan seksuele
oriëntatie, genderidentiteit of geslachtskenmerken.
-
– Het bevorderen van de (sociale) veiligheid van vrouwen en LHBTI’s.
-
– Het bevorderen van een machtsbalans en maatschappelijke representatie op basis van
gendergelijkheid en diversiteit aan seksuele oriëntatie, genderidentiteit of geslachtskenmerken.
-
– Het bevorderen van een gelijke positie van vrouwen en mannen en transgender personen
op de arbeidsmarkt, op het gebied van inkomen en op het gebied van onbetaalde zorgtaken.
-
– Het bevorderen van gelijkheid en veiligheid in het onderwijs, waaronder het doorbreken
van stereotype richtingkeuze.
-
– Het bevorderen van gendersensitieve en LHBTI-sensitieve zorg.
-
– Het bevorderen van vrije keuze op het gebied van leefvormen.
De functies zijn:
-
– Onderzoek, kennis en beleidsadvies
-
– Bibliotheek, archief en informatiecentrum
-
– Interventieontwikkeling
-
– Agenderen en vertegenwoordigen
-
– Platform en netwerk
-
– Ondersteunen en begeleiden
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Het track record van een maatschappelijke organisatie omvat een beschrijving van de
ervaring en de bereikte resultaten van de maatschappelijke organisatie op het terrein
van het landelijk bevorderen van gendergelijkheid of LHBTI-gelijkheid. Het track record
bevat ten minste drie en ten hoogste vijf voorbeelden van de ervaring en de bereikte
resultaten van de maatschappelijke organisatie(s) op het terrein van het landelijk
bevorderen van gendergelijkheid of LHBTI-gelijkheid aan uit de laatste drie jaar voorafgaand
aan 1 januari 2017. In het geval een alliantie uit meer dan vijf maatschappelijke
organisaties mocht bestaan dan levert de aanvrager niet meer dan één voorbeeld per
maatschappelijke organisatie.
Het track record wordt getoetst aan de criteria:
-
a. expertise en effectiviteit;
-
b. flexibiliteit en lerend vermogen;
-
c. innovatiekracht;
-
d. transparantie en verantwoording;
-
e. inclusiviteit; en
-
f. duurzaamheid van de gekozen aanpak.
De criteria zijn onderling nevengeschikt en worden op een schaal van 1 tot 10 gewaardeerd.
Ad. a. expertise en effectiviteit
Naarmate het track record meer blijk geeft van expertise en capaciteit op het gebied
van gender- en LHBTI-gelijkheid in de Nederlandse samenleving en van een effectieve
strategie om verandering te bewerkstelligen, wordt de aanvraag op dit criterium hoger
gewaardeerd.
Ad b. flexibiliteit en lerend vermogen
Naarmate het track record meer blijk geeft van het vermogen om flexibel te werken
en geleerde lessen te gebruiken om processen bij te stellen of keuzes aan te passen,
wordt de aanvraag op dit criterium hoger gewaardeerd.
Ad c. innovatiekracht
Naarmate het track record meer blijk geeft van de ontwikkeling van nieuwe ideeën of
interventies, wordt de aanvraag op dit criterium hoger gewaardeerd.
Ad d. transparantie en verantwoording
Naarmate het track record meer blijk geeft van betrokkenheid van externe actoren bij
de voorbereiding, planning en uitvoering van de interventies en externe verantwoording
over de werkwijze, wordt de aanvraag op dit criterium hoger gewaardeerd.
Ad e. inclusiviteit
Naarmate het track record meer inzicht geeft in de inzet op gender mainstreaming en
meer blijk geeft van (beleid dat inzet op de) inclusiviteit van de eigen organisatie
op in ieder geval gender, seksuele oriëntatie, genderidentiteit, geslachtskenmerken,
etniciteit, leeftijd, handicap, religie of levensovertuiging, wordt de aanvraag op
dit criterium hoger gewaardeerd.
Ad f. duurzaamheid van de gekozen aanpak.
Naarmate de inbedding van de resultaten meer duurzaam is, wordt de aanvraag op dit
criterium hoger gewaardeerd.
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Een theory of change beschrijft hoe de maatschappelijke organisatie of de alliantie
de doelen op lange termijn behaalt. Elke theory of change wordt getoetst aan de criteria:
-
a. een strategische doelstelling en de tussenliggende stappen om die te bereiken;
-
b. de onderliggende analyse en aannames;
-
c. een beschrijving van de relevante actoren;
-
d. een beschrijving van de functie of functies van de maatschappelijke organisatie of
maatschappelijke organisaties in de alliantie;
-
e. meetbare indicatoren;
-
f. een risicoanalyse; en
-
g. een indicatieve begroting met een globale verdeling van kosten per doel of functie.
De criteria zijn onderling nevengeschikt en worden op een schaal van 1 tot 10 gewaardeerd.
Ad. a. een strategische doelstelling en de tussenliggende stappen om die te bereiken
Naarmate de theory of change meer blijk geeft van heldere strategische doelstelling(en)
op langetermijn en middellangetermijn, alsmede de tussenliggende stappen om die te
bereiken, wordt de aanvraag op dit criterium hoger gewaardeerd.
Ad. b. de onderliggende analyse en aannames
Naarmate de theory of change meer blijk geeft van een heldere probleemanalyse, meer
expliciete verbanden legt tussen de doelen en de tussenliggende stappen en gestoeld
is op aannames, die zo mogelijk evidence based zijn, wordt de aanvraag hoger gewaardeerd.
Ad. c. een beschrijving van de relevante actoren
Naarmate de theory of change beter inzicht geeft in welke diverse actoren relevant
zijn voor het bereiken van de beoogde verandering en hoe men zich tot die actoren
(groot en klein) verhoudt, wordt de aanvraag hoger gewaardeerd.
Ad. d. een beschrijving van de functie of functies van de maatschappelijke organisatie
of maatschappelijke organisaties in de alliantie
Naarmate de theory of change beter beschrijft welke functie of functies, zoals omschreven
in de regeling, vervuld zullen worden, wordt de aanvraag hoger gewaardeerd.
Ad. e. meetbare indicatoren
Naarmate de theory of change meer blijk geeft van heldere meetbare indicatoren waarop
output en outcome kunnen worden gemonitord of inzicht geeft in waarom dat niet zou
kunnen (volgens het principe pas toe of leg uit), wordt de aanvraag op dit criterium
hoger gewaardeerd.
Ad. f. een risicoanalyse
Naarmate de theory of change meer blijk geeft van een goede afweging van de risico’s
en de manier waarop hiermee wordt omgegaan, wordt de aanvraag op dit criterium hoger
gewaardeerd.
Ad. g. een indicatieve begroting met een globale verdeling van kosten per doel of
functie.
Naarmate binnen de indicatieve begroting de verwachte kosten naar doel of functie
redelijker zijn, wordt de aanvraag op dit criterium hoger gewaardeerd.
Artikel 6. Rangschikking
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
De totaalscore van de aanvraag wordt verkregen door de beoordelingscijfers op de verschillende
criteria van het track record en de theory of change bij elkaar op te tellen.
De Minister rangschikt de aanvragen, die aan de drempelcriteria voldoen, op basis
van de totaalscore van hoog van naar laag. De totaalscore per aanvraag kan variëren
van 13 tot en met 130 punten.
De selectie van de aanvragen voor het strategisch partnerschap geschiedt op basis
van een eerste rangschikking op grond van de totaalscore, waarna de evenwichtige spreiding
over de doelstellingen, functies en onderdelen gender- en LHBTI-gelijkheid bezien
wordt. Dit kan de definitieve rangschikking wijzigen.
Artikel 7. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017 en vervalt met ingang
van 1 januari 2022.
Artikel 8. Citeertitel
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Dit besluit wordt aangehaald als: Beoordelingskader Subsidieregeling gender- en LHBTI-gelijkheid
2017–2022.