Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 31 augustus 2016, 796178;
Gelet op artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 september 2016, W03.0264/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken van 29 november 2016, nr. 2001221;
Hebben goedgevonden en verstaan: