De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
en meer in het bijzonder:
de artikelen 35, 50, eerste lid, onderdelen a en c, 52, aanhef en onder e, 53, aanhef en onder b, van de Wmg,
alsmede de beleidsregel:
en de nadere regel:
besloten:
dat rechtsgeldig
door zorgaanbieders van:
-
1. medisch specialistische zorg;
-
2. audiologische zorg;
-
3. trombosezorg;
-
4. zorg in het kader van erfelijkheidsadvisering;
-
5. geriatrische revalidatiezorg;
-
6. mondzorg zoals kaakchirurgen die bieden;
aan:
-
– zorgverzekeraars, en
-
– (niet-)verzekerden,
de volgende prestaties:
en de volgende tarieven:
-
– de kostenbedragen zoals genoemd in de ‘Tarieventabel dbc-zorgproducten en overige
zorgproducten per 1 januari 2017’;
-
– de tarieven behorende bij add-ongeneesmmiddelen en ozp-stollingsfactoren zoals genoemd
in de G-standaard.
in rekening mogen worden gebracht.
Overig
De in deze beschikking genoemde bijlagen en de tarieventabel zijn te raadplegen en
te downloaden via de website van de NZa.
Voor de bijlagen zie: www.nza.nl → zoekterm BR/REG-17156 of NR/REG-1732 → bijlage.
Voor de tarieventabel zie: www.nza.nl → Beleid en regels → Tarieven en prestaties
→ selecteer: ziekenhuiszorg → Dbc-tarieven en prestaties → Tarieventabel dbc-zorgproducten
en overige zorgproducten per 1 januari 2017.
Voorwaarden, voorschriften en beperkingen
Ten aanzien van het hierboven gestelde geldt/gelden de navolgende voorwaarden, voorschriften
en/of beperkingen:
-
1. De tarieven die op grond van deze beschikking in rekening mogen worden gebracht, zijn
integrale tarieven als bedoeld in artikel 3 sub t van de beleidsregel ‘Prestaties
en tarieven medisch specialistische zorg’ en de nadere regel ‘Regeling medisch specialistische
zorg’.
-
2. De zorgaanbieders, hierboven genoemd onder de nummers 1 tot en met 6, mogen de in
deze beschikking genoemde (integrale) tarieven slechts in rekening brengen, indien
en voor zover zij voldoen aan de definitie van ‘zorgverlener’ als bedoeld in de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg’
en de nadere regel ‘Regeling medisch specialistische zorg’.
-
3. Indien een zorgverlener, als bedoeld in voorschrift 2, een instelling is, dan mag die instelling de in deze beschikking genoemde (integrale) tarieven slechts
in rekening brengen, indien en voor zover hij over een toelating als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) beschikt.
-
4. Indien een zorgverlener, als bedoeld in voorschrift 2, een solist is, dan mag die solist de in deze beschikking genoemde (integrale) tarieven slechts
in rekening brengen, indien en voor zover hij in het bezit is van een door de NZa
afgegeven individuele beschikking als bedoeld in artikel 16 lid 2 van de beleidsregel
‘Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg’, respectievelijk artikel 31 lid 3 van de nadere regel ‘Regeling medisch specialistische zorg’.
-
5. In aanvulling op de voorschriften 2, 3 en 4 geldt dat de in die voorschriften bedoelde
zorgverleners tevens ‘eigen zorgverleners’ als bedoeld in artikel3 onderdeel m van
de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg’ en de nadere
regel ‘Regeling medisch specialistische zorg’, dienen te zijn om de in deze beschikking genoemde (integrale) tarieven rechtsgeldig
in rekening te kunnen brengen.
-
6. De (integrale) tarieven die op grond van deze beschikking in rekening worden gebracht,
zijn maximumtarieven, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder c, van de Wmg, voor zover betrekking hebbend op geleverde zorgprestaties in het gereguleerde segment
(A-segment), en zijn vrije tarieven, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder
a, van de Wmg, voor zover betrekking hebbend op geleverde zorgprestaties in het vrije
segment (B-segment).
-
7. De maximumtarieven die op grond van deze beschikking voor prestaties in het gereguleerde
segment in rekening mogen worden gebracht (met uitzondering van de add-on geneesmiddelen,
ozp-stollingsfactoren, en een beperkte set prestaties die op grond van de tarieven
in de eerste lijn van een tarief worden voorzien), kunnen ten hoogste met 10% worden verhoogd indien hieraan een schriftelijke overeenkomst
tussen de betreffende zorgaanbieder en zorgverzekeraar ten grondslag ligt. Een max-max
tarief kan alleen in rekening worden gebracht aan:
-
– de ziektekostenverzekeraar met wie het verhoogde maximumtarief is overeengekomen of;
-
– de verzekerde ten behoeve van wie een zorgverzekering is gesloten bij een zorgverzekeraar
met wie een zodanig maximumtarief schriftelijk is overeengekomen.
Een tarief dat niet hoger is dan de maximumtarieven in de onderhavige tariefbeschikking
kan aan een ieder in rekening worden gebracht.
-
8. Deze tariefbeschikking is niet van toepassing op zorgprestaties die in het kader van
onderlinge dienstverlening als bedoeld in artikel 3 onderdeel y van de beleidsregel
‘Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg’ en de nadere regel ‘Regeling medisch specialistische zorg’, door de ene zorgaanbieder aan de andere zorgaanbieder in rekening worden gebracht.
-
9. Op tarieven die betrekking hebben op dbc-zorgproducten en/of overige zorgproducten,
die vóór 1 januari 2017 zijn geopend, maar na 1 januari 2017 in rekening worden gebracht
(de zgn. overloop dbc’s 2016-2017), is de tariefbeschikking van 18 november 2015,
kenmerk TB/CU-2066-01, inclusief de daarin opgenomen voorwaarden, voorschriften en
beperkingen, van toepassing. Ook op honorariumbedragen die betrekking hebben op dbc-zorgproducten
en/of overige zorgproducten die vóór 1 januari 2017 zijn geopend, maar na 1 januari
2017 door (collectieven of rechtsopvolgers van collectieven van) vrijgevestigd medisch
specialisten AAN of VIA een instelling voor medisch specialistische zorg in rekening
worden gebracht, is de tariefbeschikking van18 november 2015, kenmerk TB/CU-2066-01,
inclusief de daarin opgenomen voorwaarden, voorschriften en beperkingen, van toepassing.
-
10. Dbc-Zorgproducten voor gespecialiseerde brandwondenzorg (dbc-Zorgproductcodes 979004001
t/m 979004017) mogen uitsluitend in rekening worden gebracht door instellingen die
een beschikbaarheidsbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wmg voor brandwondenzorg hebben ontvangen voor het beschikbaar hebben van deze specifieke
vorm van zorg. De klinische dbc-zorgproducten voor gespecialiseerde brandwondenzorg
(dbc-Zorgproductcodes 979004005, 979004006, 979004009 t/m 979004013 en 979004017)
mogen niet in combinatie met andere dbc-zorgproducten of overige zorgproducten in
rekening worden gebracht. Voor ambulante dbc-zorgproducten voor gespecialiseerde brandwondenzorg
geldt deze restrictie niet (deze mogen dus wel in combinatie met andere dbc-zorgproducten
of overige zorgproducten in rekening worden gebracht).
-
11. Dbc-zorgproducten voor complex chronisch longfalen (dbc-zorgproductcodes 990022034
t/m 9900220785) mogen uitsluitend in rekening worden gebracht door derdelijns longcentra
(categorale instellingen voor long-/astmazorg) die in 2012 werden gebudgetteerd.
-
12. De toeslag obstetrische high care (190219) kan uitsluitend in rekening worden gebracht
nadat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aan de NZa een aanwijzing
heeft afgegeven om deze prestatie met een maximumtarief vast te stellen. Zonder aanwijzing
van de Minister van VWS kan deze prestatie niet in rekening worden gebracht.
-
13. De declaratiebepalingen (voorschriften, voorwaarden of beperkingen) opgenomen in de
beleidsregel ‘Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg’, respectievelijk
de nadere regel ‘Regeling medisch specialistische zorg’, zijn – voor zover niet in deze beschikking genoemd – onverkort van toepassing op
zorgaanbieders die op grond van deze beschikking prestaties en -tarieven in rekening
wensen te brengen.
Inwerkingtreding
Deze beschikking treedt in werking op 1 januari 2017.
Met inachtneming van artikel 20, tweede lid, onderdeel d, van de Wmg, zal deze tariefbeschikking in de Staatscourant worden gepubliceerd.
Bezwaar en beroep
Ingevolge artikel 8:1 van deAlgemene wet bestuursrecht (Awb), juncto artiel 7:1, eerste lid, van de Awb kan een belanghebbende binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit
een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit, unit Juridische Zaken,
Postbus 3017, 3502 GA Utrecht. Het bezwaar kan per post, per fax of, indien in uw
geval van toepassing, via het webportaal Toegang (https://toegang.nza.nl) ingediend
worden (dus niet via e-mail). In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift.
Het bezwaar moet volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Awb schriftelijk en ondertekend worden ingediend en moet ten minste de volgende gegevens
bevatten: naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het
besluit waartegen het bezwaar zich richt en de gronden van het bezwaar. Wij verzoeken
u een kopie van het bestreden besluit bij te voegen.