Wijzigingsbesluit Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, enz. (formalisering [...] sector Rechterlijke Macht 2015–2016)

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-07-2017 t/m heden

Besluit van 15 november 2016 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere besluiten in verband met onder meer de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rechterlijke Macht 2015–2016

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 31 augustus 2016, 796089, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 86, achtste lid, 145, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie en de artikelen 7, derde lid, 9, tweede lid, 19a, 19b en 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 september 2016, W03.16.0265/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 3 november 2016, nr. 2000713, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel II

[Red: Wijzigt het Besluit rechtspositie leden met rechtspraak belast en gerechtsauditeurs CRvB en CBb.]

Artikel III

[Red: Wijzigt het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid van rechterlijke ambtenaren.]

Artikel IV

  • 1 Rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding die op 1 september 2015 als rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding waren benoemd, hebben in de maand september 2015 recht op een eenmalige uitkering van € 500.

  • 2 In afwijking van het eerste lid hebben rechterlijke ambtenaren of rechterlijke ambtenaren in opleiding die op 1 september 2015 geen bezoldiging ontvingen geen recht op de eenmalige uitkering, tenzij er sprake is van buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging van maximaal zes weken.

Artikel V

  • 1 Rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding die op 1 september 2015 en in juni 2014 als rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding waren benoemd en in de maand juni 2014 geen tegemoetkoming in de reiskosten voor hun woon-werkverkeer hebben ontvangen, hebben recht op een eenmalige uitkering van € 50.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt de uitkering niet verstrekt indien geen tegemoetkoming in de reiskosten voor woon-werkverkeer is ontvangen wegens het ter beschikking hebben van een dienstauto die is aangemerkt als vervoer van de werkgever.

Artikel VI

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 31 december 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 15 november 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Uitgegeven de vijfentwintigste november 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven