Instellingsbesluit Monitorcomité AMIF en ISF

[Regeling vervalt per 01-01-2029.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 26-11-2016 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 7 november 2016, nr. 2008899, tot instelling van een Monitorcomité AMIF en ISF (Instellingsbesluit Monitorcomité AMIF en ISF)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 12, vierde lid, van Verordening (EU) 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit en crisisbeheersing (PbEU L 150/112);

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de gedelegeerde instantie: het Agentschap van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b. de minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;

  • c. de verantwoordelijke instantie: de directie Regie Vreemdelingenketen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

  • d. de Verordening: Verordening (EU) 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit en crisisbeheersing (PbEU L 150/112);

  • e. het comité: het Monitorcomité AMIF en ISF als bedoeld in artikel 2.

Artikel 3. Samenstelling

  • 1 Het comité bestaat uit de volgende leden:

    • a. de directeur van de directie Migratiebeleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

    • b. de directeur van de directie Europese en Internationale aangelegenheden van het Ministerie van Veiligheid en Justitie namens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, de directie Politie en de directie Rechtshandhaving en Rechtspleging.

    • c. de directeur van de directie Samenleving en Integratie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    • d. een vertegenwoordiger van de directie Financiële en Economische Zaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, en

    • e. een vertegenwoordiger van de Auditdienst Rijk.

  • 2 Op eigen initiatief of op verzoek van het comité neemt een vertegenwoordiger van de Europese Commissie met raadgevende stem zitting in het comité.

  • 3 De leden, genoemd in het eerste lid, onder d en e, nemen met raadgevende stem zitting in het comité.

  • 4 Het voorzitterschap van het comité rouleert jaarlijks tussen de directeuren, genoemd in het eerste lid, onder a, b en c.

  • 5 De leden van het comité kunnen zich ter vergadering laten bijstaan door een of meer adviseurs.

  • 6 Aan de bijeenkomsten van het comité nemen een vertegenwoordiger van de gedelegeerde instantie en een vertegenwoordiger van de verantwoordelijke instantie deel.

Artikel 5. Besluitvorming

Het comité besluit met meerderheid van ter vergadering aanwezige stemmen. Bij staking der stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

Artikel 6. Taken

Het comité heeft tot taak:

  • a. het zicht houden op de werking, voortgang en kosten van het beheer van de fondsen;

  • b. het reflecteren en adviseren over de kaders van de uitvoering aan de directeur-generaal Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie;

  • c. het monitoren van de uitvoering van het Nationaal Programma AMIF en het Nationaal Programma ISF en beoordeling van de implementatie en voortgang bij de verwezenlijking van de in het Nationaal Programma uitgezette doelen;

  • d. het initiëren, ondersteunen en adviseren ten behoeve van de voor de fondsen vereiste evaluaties en beslissen over de inhuur van expertise ten behoeve van evaluatie.

Artikel 7. Nadere regeling werkzaamheden

Het comité kan zijn werkzaamheden nader regelen, binnen het kader, gegeven door de Verordening en de ter uitvoering daarvan genomen ministeriële besluiten.

Artikel 9. Beheer van de bescheiden

Het beheer van de bescheiden van het comité geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 10. Archiefbescheiden

Het archief van het comité wordt na afloop van de werkzaamheden overgebracht naar het archief van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2029.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 7 november 2016

De

Staatssecretaris

van Veiligheid en Justitie,

K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven