1. Reikwijdte
[Regeling vervallen per 23-05-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]
Deze regeling is van toepassing op deelnemende Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 3.2 van deze regeling en op deelnemende zorgaanbieders die deelnemen als bedoeld in artikel 3.3 van deze regeling.
2. Doel van de regeling
[Regeling vervallen per 23-05-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]
Deze regeling heeft tot doel het stellen van regels over de informatie die deelnemende
Wlz-uitvoerders en deelnemende zorgaanbieders als genoemd moeten aanleveren ten behoeve
van het monitoren en evalueren van het experiment persoonsvolgende inkoop. Deze regels
hebben betrekking op de inhoud van de informatie, de manier waarop deze moet worden
aangeleverd en de termijnen waarbinnen dat moet.
Deze gegevens worden gebruikt om te bepalen of de beschikbare ruimte voor het experiment
toereikend is om de zorg aan de cliënten te bekostigen, om te bepalen of het experiment
correct wordt uitgevoerd en voor overige monitoring en evaluatie.
3. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 23-05-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]
-
3.1
Experiment persoonsvolgende inkoop
Het experiment zoals beschreven in de brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS) met datum 10 juni 2016 en kenmerk 978644-151771-LZ.
-
3.2
Deelnemende Wlz-uitvoerders
Deelnemende Wlz-uitvoerders zijn CZ in de regio Zuid-Limburg voor de sector verpleging
en verzorging en Zilveren Kruis in de regio Rotterdam voor de sector gehandicaptenzorg.
Het experiment persoonsvolgende inkoop kan ook zien op de bekostigingsprestaties voor
cliënten die zijn geïndiceerd met een zorgprofiel uit een andere sector dan hiervoor
genoemd, indien deze cliënten zorg geleverd krijgen van een deelnemende zorgaanbieder
als bedoeld in artikel 3.3, voor zover dit met het oog op de beperking van de administratieve
lasten wenselijk is.
-
3.3
Deelnemende zorgaanbieders
Alle zorgaanbieders in de zin van de Wlz die voor het experiment persoonsvolgende inkoop worden gecontracteerd door één van
de deelnemende Wlz-uitvoerders, als bedoeld in artikel 3.2.
Een deelnemende zorgaanbieder heeft een uniek NZa-nummer ten behoeve van het experiment.
-
3.4
Beschikbare kader experiment persoonsvolgende inkoop
De staatssecretaris van VWS stelt in de definitieve kaderbrief de deelkaders voor
het experiment vast.
Voor overige begrippen die in deze beleidsregel voorkomen en die niet hierboven worden
vermeld, wordt verwezen naar de Beleidsregel definities Wlz.
4. Te verstrekken informatie
[Regeling vervallen per 23-05-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]
4.1
De deelnemende Wlz-uitvoerders leveren bij de NZa een overzicht aan van deelnemende
zorgaanbieders. Zorgaanbieders die gedurende het jaar toetreden tot het experiment
persoonsvolgende inkoop worden eveneens door de deelnemende Wlz-uitvoerder aan de
NZa gemeld.
4.2
De deelnemende Wlz-uitvoerders zijn voor het budgetjaar 2017 verplicht maandelijks
een opgave te verstrekken van de gedeclareerde zorg in het kader van het experiment
persoonsvolgende inkoop. De gedeclareerde declaraties worden per deelnemende zorgaanbieder
op prestatieniveau aangeleverd.
4.3
De deelnemende Wlz-uitvoerders zijn verplicht een totaalopgave over het budgetjaar
2017 te verstrekken van de gedeclareerde zorg in het kader van het experiment persoonsvolgende
inkoop
4.4
Het staat de NZa vrij om aanvullende of andere informatie uit te vragen in het kader
van het experiment.
5. Indieningstermijnen en compleetheid van de te verstrekken informatie
[Regeling vervallen per 23-05-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]
5.1
Het overzicht van deelnemende zorgaanbieders zoals bedoeld in artikel 4.1 dient vóór 1 november 2016 bij de NZa te worden aangeleverd. Daarna ontvangt de NZa
maandelijks op de 15e dag van de maand van de deelnemende Wlz-uitvoerders een aangepaste lijst indien er
in de voorafgaande maand nieuwe zorgaanbieders tot het experiment zijn toegetreden.
De opgave is compleet indien deze de volgende onderdelen bevat:
-
– namen van de deelnemende zorgaanbieders;
-
– contactgegevens van de deelnemende zorgaanbieders;
-
– NZa-nummers van de deelnemende zorgaanbieders.
5.2
De opgave zoals bedoeld in artikel 4.2 moet ingediend worden bij de NZa voor de 15e van de opvolgende maand en heeft als
peildatum de laatste dag van de maand. De eerste aanlevering geschiedt vóór 15 maart
2017.
De opgave is compleet indien deze de volgende gegevens bevat:
-
– per prestatie het aantal dat is gedeclareerd;
-
– per prestatie het totaal gedeclareerde bedrag;
-
– gespecificeerd per deelnemende zorgaanbieder;
-
– gepresenteerd per kalendermaand voor alle kalendermaanden die in dat jaar reeds zijn
verstreken;
-
– gecorrigeerd en aangevuld voor kalendermaanden waarvan de declaratiecijfers in een
vorige levering nog niet volledig waren.
5.3
De opgave als bedoeld in artikel 4.3 dient vóór 15 maart 2018 bij de NZa te worden ingediend. Deze aanlevering heeft als
peildatum de laatste dag van de maand februari. De opgave is compleet indien deze
de volgende gegevens bevat:
-
– totale aantallen per gedeclareerde prestatie over het jaar 2017;
-
– per prestatie het totale bedrag dat in 2017 is gedeclareerd;
-
– gespecificeerd per deelnemende zorgaanbieder.
6. Wijze van verstrekking
[Regeling vervallen per 23-05-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]
Voor het indienen van de in de artikelen 4 en 5 bedoelde informatie dient gebruik te worden gemaakt van het door de NZa voorgeschreven
format.
7. Gebrekkige aanlevering
[Regeling vervallen per 23-05-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]
7.1
Van een gebrekkige aanlevering is sprake indien de in de artikelen 4 en 5 bedoelde informatie onjuist, onvolledig, niet of niet tijdig wordt aangeleverd.
7.2
Van een onjuiste of onvolledige aanlevering is sprake, indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie weliswaar binnen de geldende indieningstermijnen is verstrekt,
maar niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig de eisen die hieraan in deze regeling
zijn gesteld. Bij een onjuiste of onvolledige aanlevering stelt de NZa de Wlz-uitvoerder
ten minste eenmaal in de gelegenheid – kosteloos en zonder verdere gevolgen – alsnog
binnen een nader te stellen termijn over te gaan tot aanlevering van de juiste en
volledige informatie.
Indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie na herhaaldelijk verzoek onjuist of onvolledig is aangeleverd,
kan de NZa gebruik maken van de haar toekomende handhavende bevoegdheden zoals genoemd
in hoofdstuk 6 van de Wmg. Voor deze gevallen wordt dan een separaat en nader in te vullen handhavingstraject
vastgesteld. Daarbij wordt ook bepaald in welk geval welk handhavingsinstrument (zoals
aanwijzing, boete, last onder dwangsom) wordt ingezet.
7.3
Van een niet tijdige aanlevering is sprake wanneer na het verstrijken van de geldende
indieningstermijnen alsnog een aanlevering van de in artikel 4 en 5 genoemde informatie is ontvangen. Bij de beoordeling of sprake is van een niet tijdige
aanlevering, is niet relevant of de informatie onjuist, onvolledig of compleet is.
Indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie niet of niet tijdig is ontvangen, kan de NZa gebruik maken van
de haar toekomende handhavende bevoegdheden zoals genoemd in hoofdstuk 6 van de Wmg.
8. Overschrijding beschikbare kader experiment persoonsvolgende inkoop
[Regeling vervallen per 23-05-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]
8.1
De staatssecretaris van VWS stelt in de definitieve kaderbrief de deelkaders voor
het experiment vast.
8.2
Indien het deelkader voor het experiment persoonsvolgende inkoop in een experimentregio
op basis van de declaraties en de prognoses ontoereikend lijkt te zijn, dan meldt
de desbetreffende Wlz-uitvoerder dit direct bij de NZa. Hierbij mag niet worden gewacht
tot de maandelijkse informatieverstrekking zoals beschreven in de artikelen 4.2 en 5.2 van deze regeling.
9. Inwerkingtreding en citeerregel
[Regeling vervallen per 23-05-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017 en vervalt met ingang
van 1 januari 2018. Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) zal deze regeling in de Staatscourant worden geplaatst.
Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Regeling Monitoring experiment persoonsvolgende
inkoop 2017.’