Algemene wet inzake rijksbelastingen, wijziging betaalverzuimboete Motorrijtuigenbelasting

[Regeling materieel uitgewerkt per 10-09-2018.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 10-09-2016 t/m heden

Algemene wet inzake rijksbelastingen, wijziging betaalverzuimboete Motorrijtuigenbelasting

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit betreft een wijziging van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (BBBB) door een tijdelijke verlaging van de verzuimboete bij niet, gedeeltelijk niet, of te laat betalen van de verschuldigde Motorrijtuigenbelasting (paragraaf 33 BBBB).

1. Inleiding

Paragraaf 33, tweede lid, van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (BBBB) bepaalde tot 1 januari 2014 dat in geval van een tweede betalingsverzuim bij de Motorrijtuigenbelasting (MRB) binnen één jaar de inspecteur een boete oplegt van 1 procent van het wettelijke maximum van artikel 67c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Sindsdien bedraagt de boete 3 procent van dit wettelijk maximum (thans € 158).

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op 7 juni 2016 dat in het voorliggende geval deze boete niet in een evenredige verhouding stond tot de ernst van de verwijtbare gedraging, zijnde het te laat betalen van een bedrag van € 29 aan MRB. Het Gerechtshof achtte een boete van € 60 passend en geboden. (Hof Arnhem-Leeuwarden 7 juni 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:4544).

Deze uitspraak, die inmiddels navolging heeft gevonden in een aantal andere gevallen, is aanleiding om het beleid voor het opleggen van betaalverzuimboeten voor de MRB opnieuw te bezien.

Mede gelet op de massaliteit van de opgelegde boeten wegens het niet (tijdig) betalen van de MRB, zie ik reden om, vooruitlopend op een definitieve regeling, het desbetreffende beleid tijdelijk aan te passen.

3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit werkt terug tot en met 1 september 2016, en heeft mede betrekking op reeds opgelegde boeten die op die datum nog niet onherroepelijk vaststonden.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 september 2016

De

Staatssecretaris

van Financiën,
namens deze,

J. de Blieck

Lid van het managementteam Belastingdienst

Naar boven