Wet van 13 juli 2016 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep
en cassatie
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te wijzigen in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht
in hoger beroep en cassatie;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: