Besluit beleidsregels representativiteit

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-06-2016 t/m heden

Besluit van de Sociaal-Economische Raad van 20 mei 2016, houdende beleidsregels over de bepaling van de representativiteit van organisaties van ondernemers en van werknemers, ten behoeve van de advisering over de samenstelling van de Sociaal-Economische Raad (Besluit beleidsregels representativiteit)

De Sociaal-Economische Raad,

Gelet op de artikelen 2, 4 en 41 van de Wet op de Sociaal-Economische Raad;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

Deze beleidsregels zijn van toepassing bij het geven van advies over de aanwijzing van organisaties van ondernemers en van werknemers die gerechtigd zijn tot het benoemen van leden van de Sociaal-Economische Raad.

Artikel 2

  • 1 Voor aanwijzing als organisatie die gerechtigd is tot het benoemen van leden van de Sociaal-Economische Raad komen slechts in aanmerking organisaties die:

    • a. krachtens hun statutaire doelstelling hun werkzaamheid kunnen uitstrekken tot ten minste een belangrijk deel van het terrein waarop de Sociaal-Economische Raad zijn taken vervult; en

    • b. voldoen aan het bepaalde in de artikelen 4 en 5.

  • 2 Voor het benoemen van leden van de Sociaal-Economische Raad komen uitsluitend centrale organisaties van ondernemers of van werknemers in aanmerking.

  • 3 In afwijking van het tweede lid kunnen ook andere organisaties van ondernemers voor een benoemingsrecht in aanmerking komen, indien door de aanwijzing van centrale organisaties van ondernemers niet een voldoende, alsmede een voldoende gespreide, vertegenwoordiging kan worden verkregen over de ondernemers in het gehele bedrijfsleven. Als voorwaarde daarbij geldt dat deze andere organisaties van ondernemers mede zijn toegerust om zich een oordeel te vormen over sociaal-economische vraagstukken op nationaal niveau.

Artikel 3

Als centrale organisatie van ondernemers of van werknemers wordt beschouwd de organisatie die een bundeling beoogt van ondernemers, respectievelijk werknemers, of van organisaties van ondernemers, respectievelijk organisaties van werknemers, in nagenoeg het gehele bedrijfsleven.

Artikel 4

De criteria, waaraan organisaties moeten voldoen om te kunnen worden aangewezen als organisatie die gerechtigd is tot het benoemen van leden van de Sociaal-Economische Raad, zijn:

  • a. De organisatie dient gedurende ten minste twee jaren de rechtsvorm te hebben van een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, waarvan de organen bij directe of getrapte verkiezing door de leden worden gekozen. De periode gedurende welke een rechtsvoorganger in het bezit was van bedoelde rechtsbevoegdheid, wordt meegeteld;

  • b. De statutaire doelstelling van de organisatie moet behelzen de behartiging van sociale en economische belangen van de bij haar, of de bij haar aangesloten verenigingen, aangesloten ondernemers of werknemers;

  • c. De organisatie dient in haar beleidsbepaling onafhankelijk te zijn van enige andere organisatie, niet zijnde een vereniging van organisaties van ondernemers of werknemers;

  • d. De inrichting en de financiële draagkracht van de organisatie dient een geregelde voortzetting van de werkzaamheden te waarborgen; en

  • e. De individuele leden van de organisatie of van de daarbij aangesloten organisaties moeten voldoende gespreid zijn over het gehele land en over de bedrijfstakken van het bedrijfsleven.

Artikel 5

  • 1 Een organisatie van werknemers kan slechts representatief zijn voor een bepaalde groep van werknemers die zij beoogt te organiseren, indien zij een niet onbetekenend aantal leden heeft die tot die groep behoren.

  • 2 Een organisatie van ondernemers kan slechts representatief zijn voor een bepaalde groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, indien haar leden tezamen een niet onbetekenend sociaal-economisch gewicht binnen die groep hebben en derhalve de organisatie qua sociaal-economische grootte niet onbetekenend is.

Artikel 6

Ingeval alle representatieve organisaties van ondernemers of van werknemers, die voor het benoemen van leden van de Sociaal-Economische Raad in aanmerking komen, in onderling overleg volledige overeenstemming bereiken over de verdeling van de ondernemers-, respectievelijk werknemerszetels, geschiedt de toewijzing van zetels dienovereenkomstig.

Artikel 7

Indien de zetelverdeling niet overeenkomstig artikel 6 kan plaatsvinden, worden de voor ondernemers onderscheidenlijk werknemers beschikbare zetels tussen de daarvoor in aanmerking komende organisaties verdeeld:

  • a. bij de organisaties van werknemers overeenkomstig de verhouding tussen deze organisaties wat betreft hun ledental of dat van de aangesloten organisaties;

  • b. bij de organisaties van ondernemers overeenkomstig de verhouding tussen deze organisaties wat betreft hun sociaal-economische grootte als bedoeld in artikel 5, tweede lid.

Artikel 8

  • 1 Organisaties van ondernemers onderscheidenlijk van werknemers kunnen verzoeken gezamenlijk te worden aangewezen voor het benoemen van een of meer leden.

  • 2 Organisaties, als bedoeld in het eerste lid, worden voor de toepassing van artikel 7 behandeld als waren zij één organisatie, met dien verstande dat bij de bepaling van het ledental of de sociaal-economische grootte dubbeltellingen als gevolg van het feit dat bepaalde ondernemers of werknemers bij meer dan een van de organisaties zijn aangesloten, zoveel mogelijk worden voorkomen.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag van bekendmaking in de Staatscourant.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 mei 2016

M.I. Hamer

voorzitter

V.C.M. Timmerhuis

algemeen secretaris

Naar boven