Aanwijzing ex artikel 7 Wet marktordening gezondheidszorg (proeftuinen meerzorg 2.0)

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-07-2016 t/m heden

Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 april 2016, kenmerk 961626-149797-MC, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake proeftuinen meerzorg 2.0

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 21 maart 2016 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 2015-2016, 34 104, nr. 118 en Kamerstukken I, 2015-2016, 34 104, C) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

Artikel 3. Opdracht en looptijd

De zorgautoriteit voorziet, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015, in een experiment proeftuinen meerzorg 2.0 met een looptijd van maximaal drie jaar.

Artikel 4. Uitgangspunten experiment

De zorgautoriteit neemt bij de vaststelling van de regelgeving voor het experiment als bedoeld in artikel 3 de volgende uitgangspunten in acht:

  • a. doel van het experiment is dat Wlz-uitvoerders, zorgaanbieders en het Centrum voor Consultatie en Expertise in gezamenlijkheid en in overleg met cliëntenvertegenwoordigers, streven naar een andere werkwijze bij de meerzorg die per saldo leidt tot een bredere (en daarmee wellicht betere) inzet van de middelen die beschikbaar zijn voor de meerzorg.

  • b. personen aan wie zorg wordt verleend komen door het experiment niet in een nadeliger positie te verkeren, dan wanneer het experiment niet zou plaatsvinden;

  • c. een zorgaanbieder kan geen beroep doen op extra financiële middelen in verband met deelname aan het experiment.

Artikel 5. Informatie uitwisseling

Indien de zorgautoriteit het niet langer verantwoord vindt het experiment onveranderd voort te zetten, laat zij mij dat onmiddellijk weten.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.J. van Rijn

Naar boven