1.1. Geweld in de privésfeer – algemene probleemstelling
[Regeling vervallen per 01-03-2022]
Geweld in de privésfeer komt op grote schaal voor. Het gaat om één van de omvangrijkste
geweldsvormen in onze samenleving. Gemiddeld één op de drie geweldsmeldingen bij de
politie betreft huiselijk geweld of kindermishandeling. Naar schatting zijn jaarlijks
119.000 kinderen en 200.000 volwassenen slachtoffer van respectievelijk kindermishandeling
en huiselijk geweld. De slachtoffers zijn in de meeste gevallen vrouwen en kinderen.
Zo treft vrouwenbesnijdenis louter vrouwen en zijn vrouwen onevenredig vaak het slachtoffer
van ernstig geweld in de privésfeer, partnerdoding, stalking, huwelijksdwang en achterlating.
Maar ook mannen, ouders en ouderen worden getroffen door geweld in de privésfeer.
Er vallen circa 50 doden per jaar door geweld in de privésfeer. Van de mensen die
ten gevolge van partnergeweld sterven, is 4 op de 5 vrouw. Er wordt vermoed dat de cijfers zien op de ondergrens; in veel gevallen verhinderen
schaamte, angst en schuldgevoel alsmede de afhankelijke positie waarin het slachtoffer
zich bevindt dat de betrokkenen het geweld melden of aangifte doen.
Huiselijk geweld heeft vaak een stelselmatig karakter en het risico op herhaling is
groot doordat de verdachte van het geweld zich in de directe persoonlijke omgeving
van het slachtoffer bevindt. Het betreft bijvoorbeeld (ex)partners, gezins- en familieleden,
huisvrienden, verzorgenden, medewerkers van kinderdagverblijven, medewerkers van zorginstellingen,
trainers, coaches. De verdachte kan ook een minderjarige zijn.
Geweld in de privésfeer kan zowel binnenshuis, bijvoorbeeld in een instelling of woning,
als buitenshuis plaatsvinden. Er wordt met andere woorden met de term ‘huiselijk geweld’
niet verwezen naar de locatie van het geweld maar naar de relatie tussen pleger en
slachtoffer.
Een kenmerk van geweld in de privésfeer is de omstandigheid dat dader en slachtoffer
vaak ondanks het geweld deel blijven uitmaken van elkaars leefomgeving. Slachtoffers
kunnen zich lang niet altijd onttrekken aan het geweld. Denk bijvoorbeeld aan de positie
van kinderen ten opzichte van een ouder, verzorger, voogd of leerkracht, van ouderen
en personen met een (verstandelijke en/of lichamelijke) beperking ten opzichte van
(mantel)zorgers en van (ex)partners (met gezamenlijke kinderen) ten opzichte van elkaar.
Ook speelt een rol dat slachtoffers – vrouwen vaker dan mannen – niet altijd in staat
zijn financieel onafhankelijk hun bestaan op te bouwen. Daarnaast zijn er zowel autochtone
als migrantengroepen in onze samenleving waar met name vrouwen negatief beoordeeld
worden als zij hun echtgenoot en/of kinderen verlaten. Al deze factoren spelen een
rol bij het feit dat slachtoffers van geweld in de privésfeer, minder snel geneigd
zijn om melding of aangifte te doen danwel door te zetten.
Er zijn diverse vormen waarin geweld in de privésfeer tot uiting kan komen:
-
– moord, doodslag, dood door schuld;
-
– fysieke mishandeling (waaronder vrouwelijke genitale verminking);
-
– stalking/belaging;
-
– emotionele/psychische mishandeling en/of bedreiging met zware mishandeling en/of de
dood;
-
– fysieke verwaarlozing/benadeling van de gezondheid/onthouden van zorg;
-
– onttrekken aan het gezag, ontvoering, achterlating, huwelijksdwang;
-
– emotionele/psychische verwaarlozing;
-
– dwang om iets te doen (bijvoorbeeld te trouwen) of juist niet te doen;
-
– beschadiging, wegnemen of wegmaking van goederen;
-
– financiële uitbuiting.