Wijzigingswet Gerechtsdeurwaarderswet (evaluatie functioneren Koninklijke Beroepsorganisatie [...] alsmede regeling enkele andere onderwerpen)

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-07-2016 t/m 31-12-2016

Wet van 17 februari 2016 tot wijziging van de Gerechtsdeurwaarderswet in verband met de evaluatie van het functioneren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, alsmede de regeling van enkele andere onderwerpen in die wet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het naar aanleiding van de evaluatie van het functioneren van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders wenselijk is om de Gerechtsdeurwaarderswet te wijzigen en om enkele andere onderwerpen in verband met de Gerechtsdeurwaarderswet nader te regelen, alsmede de Wet op het notarisambt te wijzigen in verband met de harmonisatie van de vervaltermijn bij de gereglementeerde juridische beroepen voor het instellen van een klacht bij de tuchtrechter;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

  • 2 Bij de toepassing van onderdeel a van het vorige lid blijven in geval van door Onze Minister verleende toestemming voor toevoeging aan meer dan twee gerechtsdeurwaarders totaal, alleen de twee eerst genomen nog geldende besluiten daartoe van kracht.

  • 3 De eed die door een toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder is afgelegd op grond van artikel 28 Gerechtsdeurwaarderswet zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel T tot en met Z, geldt als eed op grond van artikel 25c (nieuw) Gerechtsdeurwaarderswet voor zover de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder op grond van het eerste lid, onderdeel b, van dit artikel kandidaat-gerechtsdeurwaarder is geworden en als eed op grond van artikel 28 (nieuw) Gerechtsdeurwaarderswet voor zover de toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder op grond van het eerste lid, onderdeel a, van dit artikel toegevoegd gerechtsdeurwaarder is geworden.

  • 5 Op een aanvraag tot benoeming als gerechtsdeurwaarder ingediend vóór de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E van deze wet, blijft, ook in de bezwaar- en beroepsprocedure, de Gerechtsdeurwaarderswet zoals deze luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, van toepassing.

  • 6 Een verzoek tot toestemming voor toevoeging aan een gerechtsdeurwaarder ingediend vóór inwerkingtreding van artikel I, onderdeel T tot en met Z, waarop nog niet onherroepelijk is beslist, wordt gelijkgesteld met een verzoek om toestemming voor toevoeging als kandidaat-gerechtsdeurwaarder indien niet aan de voorwaarden van artikel 27 (nieuw) Gerechtsdeurwaarderswet wordt voldaan, dan wel met een verzoek om toestemming voor toevoeging als toegevoegd gerechtsdeurwaarder.

Artikel V

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 17 februari 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

S.A. Blok

Uitgegeven de zevende maart 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven