Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 22-12-2015 t/m 24-06-2022

Regeling van de Nederlandsche Bank N.V. van 8 december 2015 ter uitvoering van artikel 26b van het Besluit prudentiële regels Wft (Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Na raadpleging van betrokken organisaties;

Gelet op artikel 26b van het Besluit prudentiële regels Wft;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Betalingsverkeer: het geheel van betaalinstrumenten, betaaldiensten, betalingstransacties, procedures en betaalsystemen ter facilitering van de geldcirculatie.

  • b. Hogevraagtijdvak: het deel van een dag voor 00:30 uur en na 06:00 uur.

  • c. Instelling: bank, betaalinstelling of elektronischgeldinstelling als bedoeld in artikel 1:1 Wft met zetel in Nederland.

  • d. Tijdkritische betaalopdracht: een betaalopdracht waarbij de goedkeuring van de aangeboden betaalopdracht onmiddellijk op het moment van initiatie van de betaalopdracht door de betaler en begunstigde wordt verwacht.

Artikel 2

  • 1 Deze regeling ziet op betalingsverkeer binnen Nederland en voor zover instellingen via giraal betalingsverkeer betaalinstrumenten als bedoeld in artikel 1:1 Wft aan hun klanten aanbieden.

  • 2 Deze regeling is van toepassing op banken, betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen die 60 miljoen of meer girale betalingstransacties per kalenderjaar verrichten.

Hoofdstuk 2. De goede werking van het betalingsverkeer

Artikel 3

Onverminderd het bepaalde in artikel 23 Besluit prudentiële regels Wft dient een instelling:

  • 1. Te beschikken over een deugdelijke, duidelijke en afdwingbare juridische grondslag voor haar activiteiten in alle rechtsgebieden die voor haar activiteiten relevant zijn.

  • 2. De naleving van de in het vorige lid bedoelde grondslag te waarborgen.

  • 3. Te waarborgen dat overeenkomsten die zij aangaat éénduidig zijn binnen bovengenoemd kader.

Artikel 4

  • 1 Een instelling beschikt over een duidelijke, evenwichtige en adequate bestuurlijke organisatie die rekening houdt met het maatschappelijke belang van een goed functionerend betalingsverkeer en de belangen van alle relevante belanghebbenden.

  • 2 De taken en verantwoordelijkheden voor het betalingsverkeer en de hierbij gehanteerde normen, waaronder in ieder geval voor beschikbaarheid en beveiliging, zijn binnen een instelling op eenduidige wijze en voldoende hoog niveau belegd.

Artikel 5

Een instelling beschikt over een deugdelijk kader van regels en procedures voor de beheersing van risico’s in relatie tot het betalingsverkeer. Hierbij wordt op adequate wijze invulling gegeven aan hetgeen in artikel 6 gesteld is inzake operationele risico’s.

Artikel 6

  • 1 Een instelling identificeert, bewaakt en beheerst haar operationele risico’s inzake het betalingsverkeer adequaat. Een instelling maakt daarbij gebruik van systemen, beleid en beheersmaatregelen die risico’s signaleren en de impact van risico’s beperken. Een instelling stuurt aan op het tijdig voortzetten van haar bedrijfsvoering en dienstverlening en op tijdig herstel indien sprake is van onderbreking daarin. De systemen zijn zo ingericht dat deze een hoog niveau van beschikbaarheid en veiligheid waarborgen.

  • 2 Voor tijdkritische betaalopdrachten geldt dat deze ten minste voldoen aan een beschikbaarheidsnorm van 99,88 % tijdens het hogevraagtijdvak gemeten op kwartaalbasis en 98,5 % daarbuiten. Voor niet-tijdkritische betaalopdrachten dient sprake te zijn van tijdig herstel van de dienstverlening. Van een tijdig herstel is sprake indien de herstelperiode voor het kunnen indienen van een betaalopdracht niet langer duurt dan twee uur. Voor de beschikbaarheidsnorm van 99,88% is een groeipad opgesteld: vanaf eind 2016 geldt een beschikbaarheidsnorm voor tijdkritische betaalopdrachten tijdens het hogevraagtijdvak van 99,64%, vanaf eind 2017 is dit 99,76% en vanaf eind 2018 99,88%.

  • 3 Over de beschikbaarheid van de tijdkritische betaalopdrachten wordt door de instelling ten minste maandelijks publiekelijk gerapporteerd.

  • 4 Voor onderdelen van de transactieprocessen die door derden (dienstverleners) worden uitgevoerd zijn de beschikbaarheidsnormen in contractafspraken vastgelegd.

  • 5 Voor de beveiliging van het betalingsverkeer heeft de instelling adequate procedures en neemt maatregelen om zich te kunnen houden aan nationale en internationale regelgeving.

  • 6 De instelling ziet er op systematische wijze op toe dat de procedures en maatregelen ten aanzien van de beveiliging en beschikbaarheid worden nageleefd.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 8 december 2015

De Nederlandsche Bank N.V

J. Swank,

directeur

Naar boven