Besluit mandaatverlening aan korpschef KPBES en algemeen commandant brandweer BES 2012

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 07-07-2012 t/m 22-02-2023

Regeling van de directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 25 juni 2012, nr. 2012-193551 houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan de korpschef van het politiekorps van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en aan de algemeen commandant van het brandweerkorps van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Regeling mandaatverlening aan korpschef KPBES en algemeen commandant brandweer BES 2012)

Paragraaf 1. Bevoegdheden korpschef politie

Artikel 1

  • 1 Van het ingevolge artikel 1 van de Regeling verlening ondermandaat korpsbeheer politie en brandweer BES 2012 aan de directeur-generaal Politie verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan de korpschef met dien verstande dat aan de directeur-generaal Politie blijft voorbehouden:

    • a. de besluitvorming tot het schorsen en het om disciplinaire redenen ontslaan van ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij het politiekorps;

    • b. de beëdiging van de korpschef;

    • c. het uitreiken, registreren en innemen van het politielegitimatiebewijs van de korpschef;

    • d. de besluitvorming inzake de bezoldiging, beloning en het toekennen van toelagen aan de korpsleiding;

    • e. het toekennen en intrekken van enigerlei vorm van vakantie en verlof van de korpschef;

    • f. het goedkeuren van dienstreizen en werkbezoeken buiten het Caribisch deel van het Koninkrijk door de korpschef;

    • g. het voeren van functioneringsgesprekken met de korpschef en de vastlegging van de daarop gebaseerde beoordelingen;

    • h. het voeren van het overleg, bedoeld in artikel 48, vijfde lid, van de Rijkswet politie met de procureur-generaal, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en de korpschef over het beheer van de politie;

    • i. het ten behoeve van de uitvoering van activiteiten voor de instandhouding van het politiekorps, met uitzondering van het verrichten van investeringen, namens de Minister voor de Staat verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen boven een bedrag van USD 35.000,– exclusief ABB, met uitzondering van het afsluiten van leasecontracten.

Artikel 2

  • 1 De korpschef wordt toegestaan ten aanzien van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 1, ondermandaat te verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen van het politiekorps, met uitzondering van de bevoegdheid tot:

    • a. het benoemen van personeel;

    • b. de besluitvorming inzake de bezoldiging, beloning en het toekennen van toelagen;

    • c. het toekennen en intrekken van enigerlei vorm van vakantie en verlof en

    • d. het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, anders dan uitgaven voor reis- en verblijfkosten van ambtenaren van politie of derden in het kader van de werkzaamheden van de politie.

  • 2 Door de korpschef verleend ondermandaat kan niet verder worden doorgegeven.

Artikel 3

  • 1 Ondertekening van besluiten en stukken op grond van het ondermandaat aan de korpschef, bedoeld in artikel 1, met betrekking tot het beheer van het politiekorps vindt plaats op de volgende wijze:

    De beheerder van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Korpschef van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba

  • 2 Ondertekening van besluiten en stukken op grond van het ondermandaat aan de korpschef, bedoeld in artikel 1, met betrekking tot de bevoegdheden van het bevoegd gezag van de ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij het korps politie vindt plaats op de volgende wijze:

    De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Korpschef van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Artikel 4

  • 1 Bij afwezigheid of ontstentenis van de korpschef wordt diens mandaat volledig uitgeoefend door de waarnemend korpschef.

  • 2 Bij afwezigheid of ontstentenis van zowel de korpschef als de waarnemend korpschef worden hun bevoegdheden uitgeoefend door de gemandateerd korpsbeheerder.

Paragraaf 2. Bevoegdheden algemeen commandant brandweer

Artikel 5

  • 1 Van het ingevolge artikel 4 van de Regeling verlening ondermandaat korpsbeheer politie en brandweer BES 2012 aan de directeur-generaal Politie verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan de algemeen commandant met dien verstande dat aan de directeur-generaal Politie blijft voorbehouden:

    • a. de besluitvorming inzake het schorsen en het om disciplinaire redenen ontslaan van ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij van het brandweerkorps;

    • b. de besluitvorming inzake de bezoldiging, beloning en het toekennen van toelagen aan de korpsleiding;

    • c. het toekennen en intrekken van enigerlei vorm van vakantie en verlof van de algemeen commandant;

    • d. het goedkeuren van dienstreizen en werkbezoeken buiten het Caribisch deel van het Koninkrijk door de algemeen commandant;

    • e. het voeren van functioneringsgesprekken met de algemeen commandant en de vastlegging van de daarop gebaseerde beoordelingen;

    • f. de beëdiging van de algemeen commandant;

    • g. het ten behoeve van de uitvoering van activiteiten voor de instandhouding van het brandweerkorps, met uitzondering van het verrichten van investeringen, namens de Minister voor de Staat verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen boven een bedrag van USD 35.000,– exclusief ABB, met uitzondering van het afsluiten van leasecontracten.

Artikel 6

  • 1 De algemeen commandant wordt toegestaan ten aanzien van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 5, ondermandaat te verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen van het brandweerkorps, met uitzondering van de bevoegdheid tot:

    • a. het benoemen van personeel;

    • b. de besluitvorming inzake de bezoldiging, beloning en het toekennen van toelagen;

    • c. het toekennen en intrekken van enigerlei vorm van vakantie en verlof van de eilandelijke commandanten en

    • d. het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen ten bedrage van USD 500,– per maand of hoger ten behoeve van het brandweerkorps, dan wel voertuigen of materieel van het brandweerkorps.

  • 2 Door de algemeen commandant verleend ondermandaat kan niet verder worden doorgegeven.

Artikel 7

  • 1 Ondertekening van besluiten en stukken op grond van het mandaat van de algemeen commandant bedoeld in artikel 5 vindt plaats op de volgende wijze:

    De beheerder van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Algemeen commandant van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba

  • 2 Ondertekening van besluiten en stukken op grond van het ondermandaat aan de algemeen commandant, bedoeld in artikel 1, met betrekking tot de bevoegdheden van het bevoegd gezag van de ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij het brandweerkorps vindt plaats op de volgende wijze:

    De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Algemeen commandant van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Artikel 8

  • 1 Bij afwezigheid of ontstentenis van de algemeen commandant wordt diens mandaat volledig uitgeoefend door de waarnemend algemeen commandant.

  • 2 Bij afwezigheid of ontstentenis van zowel de algemeen commandant als de waarnemend algemeen commandant worden diens bevoegdheden uitgeoefend door de gemandateerd korpsbeheerder.

Paragraaf 3. Overige bepalingen

Artikel 9

  • 1 De directeur-generaal Politie is bevoegd de gemandateerde bevoegdheden uit te oefenen en kan het mandaat te allen tijde intrekken.

  • 2 De korpschef en de algemeen commandant verschaffen de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

  • 3 De directeur-generaal Politie kan de korpschef of de algemeen commandant per geval of in het algemeen instructies geven inzake de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 10

Uiterlijk drie jaar na inwerkingtreding van dit besluit zenden de korpschef en de algemeen commandant een verslag aan de gemandateerd korpsbeheerder, door tussenkomst van de directeur-generaal Politie over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.

Artikel 12

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaatverlening aan korpschef KPBES en algemeen commandant brandweer BES 2012

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

H.W.M. Schoof.

Naar boven