Besluit vaststelling subsidieplafond en beleidsregels ex Subsidieregeling Ministerie [...] 2006 (Mensenrechtenfonds Kleine activiteiten 2015–2016)

[Regeling vervallen per 01-01-2017.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 19-02-2016 t/m 31-12-2016

Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 4 november 2015, nr. Minbuza-2015.613008, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Mensenrechtenfonds Kleine activiteiten 2015–2016)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.1 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 met het oog op de financiering van activiteiten ter bevordering van de naleving van mensenrechten in het kader van het Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2015–2016 gelden de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 2 Van het bedrag genoemd in lid 1 is EUR 230.000 beschikbaar voor mensenrechtenprojecten die buiten het Koninkrijk der Nederlanden worden uitgevoerd waarbij cultuur als instrument wordt ingezet.

  • 3 Meerjarige subsidies kunnen worden verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34 van de Algemene wet bestuursrecht, dat daarvoor in de daarop betrekking hebbende begroting voldoende middelen ter beschikking worden gesteld.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Voor subsidieverlening in het kader van het Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2015–2016 ten behoeve van activiteiten op het thema mensenrechten, bedoeld in artikel 5.1 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 geldt voor de periode vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2016 een subsidieplafond van EUR 0.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Aanvragen voor een subsidie in het kader van het Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2015–2016 worden ingediend in de periode vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 30 september 2016 aan de hand van het daartoe door de Minister vastgestelde aanvraagformulier en voorzien van de daarop gevraagde bescheiden.1

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatcourant waarin het geplaatst wordt en vervalt met ingang van 1 januari 2017 met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal met de bijlage en de bijbehorende annex in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,
namens deze,

de Secretaris-Generaal,

R.V.M. Jones-Bos

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

De beleidsregels die in deze bijlage zijn neergelegd vormen het richtsnoer voor de beoordeling van aanvragen voor subsidies in het kader van het Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2015–2016. In totaal is voor de periode vanaf de inwerkingtreding van het besluit waarbij deze beleidsregels zijn vastgesteld tot en met 31 december 2016 EUR 1,5 miljoen beschikbaar voor uitgaven uit dit fonds (non-ODA3), waarvan EUR 230.000 (non-ODA) voor mensenrechtenprojecten die buiten het Koninkrijk der Nederlanden worden uitgevoerd waarbij cultuur als instrument wordt ingezet. Voor ODA-projecten is EUR 0 beschikbaar.

De beschikbare subsidiemiddelen maken deel uit van het ‘Mensenrechtenfonds’ dat zich richt op de financiering van activiteiten op het gebied van mensenrechten ter ondersteuning van de doelstellingen van de prioriteiten uit de Mensenrechtenbrief ‘Respect en recht voor ieder mens’4 en zodoende op de doelstellingen van het Nederlands buitenlands beleid. Hierbij kan het zowel gaan om lange-termijndoelstellingen als om activiteiten gerelateerd aan actuele ontwikkelingen, die invloed hebben op het Nederlands buitenlands beleid. In aanvulling op de bepalingen van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 dienen activiteiten om voor subsidie uit het Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2015–2016 in aanmerking te kunnen komen te voldoen aan de drempelcriteria die in deze beleidsregels zijn neergelegd.

Drempelcriteria

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Om voor een subsidie in het kader van het Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2015–2016 in aanmerking te kunnen komen dienen de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd ten minste te voldoen aan de volgende criteria:

  • 1) De activiteiten hebben betrekking op ten minste één van de volgende (deel)thema’s uit de Mensenrechtenbrief ‘Respect en recht voor ieder mens’:

    • Bescherming en ondersteuning van mensenrechtenverdedigers;

    • Gelijke rechten voor lesbiennes, homo’s biseksuelen en transgenders (LHBT);

    • Gelijke rechten voor vrouwen gericht op politieke participatie en het voorkomen van geweld tegen vrouwen;

    • Tegengaan van de ernstigste mensenrechtenschendingen (doodstraf en marteling);

    • Bevordering van vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid;

    • Bevordering van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging;

    • Mensenrechten en ontwikkeling;

    • Mensenrechten en bedrijfsleven inclusief kinderarbeid.

  • 2)

    • a. De maximale bezoldiging van de individuele leden van management en bestuur van aanvragers/penvoerders en eventuele mede-indieners binnen de EU bedraagt per kalenderjaar ten hoogste EUR 163.000 op grond van een 36-urige werkweek. Genoemd bedrag bestaat naast de beloning (de som van de periodiek betaalde beloningen en winstdelingen en bonusbetalingen) ook uit de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen en beloningen betaalbaar op termijn, zoals vakantiegeld, 13e maand, werkgeversdeel pensioenbijdrage e.a.

    • b. Gelet op de koopkrachtgegevens gepubliceerd door EUROSTAT (GDP PPS)5 geldt voor aanvragers/penvoerders en eventuele mede-indieners in de volgende landen in verband met het binnenlandse prijsniveau een aangepaste norm, eveneens op grond van een 36-urige werkweek, op grond van het algemene inkomensniveau in de betreffende landen:

      Noorwegen:

      EUR 292.000

      =

      NOK 2.600.000

      Zwitserland:

      EUR 262.000

      =

      CHF 273.000

      VS/Canada:

      EUR 246.000

      =

      USD 275.000

      Japan:

      EUR 165.000

      =

      JPY 22.610.000

    • c. De maximale bezoldiging van de individuele leden van management en bestuur van aanvragers/penvoerders en eventuele mede-indieners buiten de EU, Noorwegen, Zwitserland, Japan en VS/Canada staat niet later dan met ingang van het tijdvak waarvoor subsidie wordt verleend in redelijke verhouding tot het niveau van de functie, de geografische ligging en de omvang en complexiteit van de organisatie.

  • 3) De activiteiten waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, dienen in lijn te zijn met het Nederlandse- en het EU-mensenrechtenbeleid.

  • 4) Subsidieaanvragen bedragen ten minste EUR 75.000 en maximaal EUR 499.000.

  • 5) Het tijdvak van een subsidie in het kader van het Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2015–2016 beslaat maximaal vier jaar, met uitzondering van het tijdvak van subsidies voor mensenrechtenprojecten die buiten het Koninkrijk der Nederlanden worden uitgevoerd waarbij cultuur als instrument wordt ingezet, die maximaal één jaar beslaat.

  • 6) Activiteiten moeten betrekking hebben op minimaal twee landen waar de Nederlandse ambassades zich inzetten voor mensenrechtenbeleid.6

  • 7) Activiteiten waarvoor reeds een subsidie is verstrekt ten laste van de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken komen niet in aanmerking voor een subsidie in het kader van het Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2015–2016.

Overige criteria

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Bij de beoordeling van subsidieaanvragen wordt in aanvulling op de drempelcriteria tevens gekeken naar:

  • 1. Inhoudelijke kwaliteit van de aanvraag:

    • Het voorstel bevat een specifieke, meetbare, acceptabele, realistische en tijdgebonden vertaling van doelen in resultaten, activiteiten en middelen.

    • De wijze waarop het project bijdraagt aan de bevordering van de naleving van de mensenrechten, in het bijzonder de mensenrechten zoals genoemd in de Mensenrechtenbrief ‘Respect en recht voor ieder mens’, is duidelijk beschreven.

    • De concrete werkzaamheden die verricht worden ter realisering van het project zijn omschreven en voor de te verrichten werkzaamheden is een planning bijgevoegd.

    • Een gedetailleerde begroting, bestaande uit voorziene uitgaven en financiering is bijgevoegd, evenals een liquiditeitsprognose.

  • 2. Doeltreffendheid en doelmatigheid.

  • 3. Haalbaarheid, waarbij mede gelet wordt op realistische veronderstellingen, o.a. ten aanzien van de politieke realiteit.

  • 4. Duurzaamheid en solide financiële uitgangspunten, met name waar het gaat om de voortzetting van activiteiten na afloop van de Nederlandse overheidssteun en diversificatie van inkomstenbronnen.

  • 5. De mate waarin het voorstel vernieuwend is, in thematische zin, door verbeteringen in de gehanteerde interventiestrategie (verhoging van de effectiviteit van de programma’s) en door efficiencywinst in de uitvoering.

  • 6. Kwaliteit van de uitvoerende organisatie, in het bijzonder de financiële en managementcapaciteit, transparantie, benodigde menskracht en middelen, aantoonbare ervaring met soortgelijke projecten en het hanteren van interne evaluatie- en monitoringsystemen.

Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Bij de verlening van subsidie uit het Mensenrechtenfonds geldt het volgende:

  • De Minister kan gelet op het bepaalde in artikel 8 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken bepalen dat slechts een deel van de kosten voor subsidiëring in aanmerking komt, mede gelet op de beschikbare middelen, de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van het Mensenrechtenfonds Kleine Activiteiten 2015–2016 en de evenwichtige spreiding van de beschikbare middelen over de hiervoor genoemde prioriteiten.

  • De subsidie wordt verleend als activiteitensubsidie; aanvragen die hoofdzakelijk op de overheadkosten van de aanvrager betrekking hebben komen niet voor toekenning in aanmerking.

Procedure

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

De verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats op volgorde van binnenkomst van de aanvragen die overeenkomstig de criteria, neergelegd in deze beleidsregels, en het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken voor subsidieverlening in aanmerking komen.

Voor indiening van aanvragen dient gebruik te worden gemaakt van het aanvraagformulier in Annex I bij deze bijlage7. Aanvragen voor een subsidie kunnen vanaf het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels tot en met 30 september 2016 worden ingediend, bij voorkEUR per e-mail. Aanvragen per mail dienen te worden gestuurd naar DMM-MRF2016@minbuza.nl, onder vermelding van ‘MRF Plafond 2015–2016’. Aanvragen per post dienen te worden gericht aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken, directie DMM, eveneens onder vermelding van ‘MRF Plafond 2015–2016’, Bezuidenhoutseweg 67, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag. Aanvragen die niet uiterlijk op 30 september 2016 door het Ministerie zijn ontvangen, worden afgewezen.

Annex I. Aanvraagformulier projectvoorstellen

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Dit aanvraagformulier dient te worden gebruikt voor aanvragen in het kader van het Mensenrechtenfonds, Kleine Activiteiten 2015–2016.

Het aantal bladzijden, genoemd bij diverse onderdelen van dit aanvraagformulier, is slechts een indicatie. Zo nodig kan hiervan worden afgeweken.

  • 1. Titel pagina

    • Projectnaam.

    • Locatie, landen (minimaal 2).

    • Aanvragende organisatie met adres, telefoon, e-mail, contactpersoon en bankgegevens (IBAN en SWIFT).

    • Uitvoerende organisatie.

    • Relevantie Nederlands beleid, bijdrage van het voorstel aan de prioriteiten uit de beleidsnota ‘Respect en Recht voor Ieder Mens’.

    • Totale begroting van het project (in valuta waarin financiële verantwoording gegeven zal worden).

    • Eventuele eigen bijdrage uitvoerende organisatie en partners.

    • Eventuele harde toezeggingen andere donoren.

    • Hoogte gevraagde subsidie.

    • Nog te financieren bedrag. Indien er sprake is van een ongedekt saldo: geef aan hoe dit de uitvoering van de activiteit zal beïnvloeden (bijvoorbeeld: proportioneel minder resultaten of schrappen van regio’s) en wat dit betekent voor de besluitvorming om deze activiteit te financieren.

    • Overige (niet financiële) bijdragen van belang voor de uitvoering van de activiteit, zoals inzet van vrijwilligers, beschikbaar stellen van gebouwen, materialen, etc..

    • Percentage van het gevraagde budget te besteden in ODA-landen8 en non-ODA landen.

    • Looptijd van het project (van ... tot ...).

    • Lopend/nieuw project.

    • Indien lopend project, vanaf (datum) ....

    • Heeft het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken reeds een bijdrage geleverd? Ja/Nee (indien ja: Project nummer aangeven).

  • 2. Achtergrond (ca. 1 blz):

    • Korte beschrijving van de mensenrechtensituatie in de betreffende landen van het project/in de regio.

    • Bijdrage van het project aan de verbetering van de mensenrechtensituatie en link met beleidsbrief ‘respect en recht voor ieder mens’.

    • Coördinatie met andere projecten, hulporganisaties, overheden.

  • 3. Project beschrijving (2 – 4 blz):

    • Doelgroep, aantallen, geografische locatie.

    • Doelstellingen van het project.

    • Beschrijving van gebruikte voortgangsindicatoren.

    • Beschrijving van gebruikte resultaatsindicatoren.

    • Beschrijving van de (logische) relatie tussen de activiteiten, resultaten en doelstellingen.

    • Concrete outcome, gekwantificeerd. NB voor het begrip ‘outcome’ geldt de definitie van OECD/DAC: the intended or achieved short-term effects of an intervention’s outputs, usually requiring the collective effort of partners. Outcomes represent changes in development conditions which occur between the completion of outputs and the achievement of impact.

    • Concrete output, gekwantificeerd. NB voor het begrip ‘output’ geldt de definitie van OECD/DAC: the products and services which result from the completion of activities within a development intervention.

    • Tijdschema.

    • Specificeer het salaris van het management en bestuur (benoem de functie/positie, bruto jaarlijks salaris, andere jaarlijkse inkomsten/toelagen/bonussen)9.

    • Duurzaamheid van het project.

    • Vernieuwende aspecten van het project.

    • Samenvatting van de kosten van het project per sub-activiteit, sub-locatie en main cost item.

  • 4. Risico analyse (max. 1 blz):

    • Risico analyse: bv corruptie/fraude, regionale/etnische instabiliteit, governance/mensenrechten, andere risico’s.

    • Welke maatregelen zijn genomen om de risico’s te beperken?

  • 5. Organisatie (max. 1 blz):

    • Welke ervaring heeft de organisatie met het uitvoeren van mensenrechtenprojecten?

    • Korte omschrijving van financieel en administratief management van de organisatie (inclusief beschrijving eventuele risico’s).

    • Heeft uw organisatie een anti-fraude beleid? Zo ja, geef korte omschrijving.

  • 6. Monitoring (max. 1 blz):

    • Hoe wordt de uitvoering van het project gemonitord door de uitvoerende en/of aanvragende organisatie? Inclusief beschrijving eventuele risico’s.

    • Wanneer en hoe wordt rapportage over de uitvoering van het project ingediend?

    • Heeft de aanvragende organisatie projectmissies gepland voor monitoring, technisch advies of evaluatie?

Annex I. (English)

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Project application form

This model application form should be used for project applications for the Human Rights Fund, Small Activities 2015–2016.

The listing of the number of pages per component of the project proposal is indicative. If necessary you can deviate from this.

  • 1. Title page:

    • Project name.

    • Location, countries (minimum 2).

    • Applicant organization, with address, phone, e-mail, contact person and bank details (IBAN and SWIFT).

    • Implementing organization.

    • Dutch policy relevance, which priority/ies of Dutch policy ‘Justice and Respect for All’ is/are addressed.

    • Total project budget (in the same currency as used for financial reporting).

    • If applicable, own contribution organization and partners.

    • If applicable, (strong) commitments made by other donors.

    • Requested contribution.

    • Amount of total project budget not (yet) funded. If there is an unsecured balance: indicate how this will affect the performance of the activity (eg, proportionally fewer results or deleting regions) and what this means for the decision to finance this activity.

    • Other (non-financial) contributions of relevance to the implementation of the activity, such as use of volunteers, provision of buildings, materials, etc ..

    • Percentage of the requested contribution to be spend in ODA-countries10 and non-ODA-countries.

    • Duration of the project, from ..... till ....

    • Current/new project.

    • If current from (date) ....

    • Has the Netherlands Ministry of Foreign Affairs already made a contribution? Yes/No (if yes, indicate project number ...).

  • 2. Background (appr. 1 page):

    • Brief description of the human rights situation in the countries of the project / in the region.

    • Contribution of the project to the improvement of the human rights situation and link with the policy letter ‘Justice and Respect for all.’

    • Coordination with other projects, aid organizations, governments.

  • 3. Project description (2 – 4 pages):

    • Target, numbers, geographic location.

    • Objectives of the project.

    • Description of progress indicators used.

    • Description of outcome indicators used.

    • Description of the (logical) relationship between the activities, results and objectives.

    • Concrete outcome, quantified. OECD/DAC definitions for outcome is used: the intended or achieved short-term effects of an intervention’s outputs, usually requiring the collective effort of partners. Outcomes represent changes in development conditions which occur between the completion of outputs and the achievement of impact.

    • Concrete output, quantified. OECD/DAC definition for output is used: the products and services which result from the completion of activities within a development intervention.

    • Time schedule.

    • Specify the salary of managers and board members (name of function/position, gross annual salary, other annual compensations/bonuses)11.

    • Sustainability of the project.

    • Innovative aspects of the project.

    • Summary of project costs per sub-activity, sub-location and main cost item.

  • 4. Risk analysis (max. 1 page):

    • Risk analysis: corruption/fraud, regional/ethnic instability, governance/human rights, other risks.

    • Which measures did you take to reduce the risks?

  • 5. Organization (max. 1 page):

    • What experience does the organization have with implementing human rights projects?

    • Short description of the financial and administrative management of the organization.

    • Does your organization have an anti-fraud policy? If yes, give brief description.

  • 6. Control (max. 1 page):

    • How will the implementation of the project be monitored by the implementing organization and/or applicant organization? Including risk description.

    • When and how are reports to be submitted on the implementation of the project?

    • Is the applicant organization planning project missions for monitoring, technical advice or evaluation?

  1. Het aanvraagformulier is geplaatst op http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/subsidies-voor-ontwikkelingssamenwerking-en-europa/subsidies-maatschappelijke-organisaties/mensenrechtenfonds. ^ [1]
  2. Stcrt. 2014, nr. 35508. ^ [2]
  3. Een definitie van ODA is te vinden op: http://www.oecd.org/dac/stats/officialdevelopmentassistancedefinitionandcoverage.htm ^ [3]
  4. Vergaderjaar 2012–2013, Kamerstuk 33 400 V, NR. 1 ^ [4]
  5. * http://ec.europa.eu/eurostat/tgm/table.do?tab=table&init=1&language=en&pcode=tec00114&plugin=1 ^ [5]
  6. Informatie daarover kan worden verkregen bij de ambassades. ^ [6]
  7. Het aanvraagformulier is te vinden op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/subsidies-voor-ontwikkelingssamenwerking-en-europa/inhoud/subsidies-maatschappelijke-organisaties/mensenrechtenfonds ^ [7]
  8. http://www.oecd.org/dac/stats/officialdevelopmentassistancedefinitionandcoverage.htm ^ [8]
  9. Dit is verplichte informatie. De gegevens zullen vertrouwelijk worden behandeld. ^ [9]
  10. http://www.oecd.org/dac/stats/officialdevelopmentassistancedefinitionandcoverage.htm ^ [10]
  11. This information is mandatory. The information will be dealt with confidentially. ^ [11]
Naar boven