Instellingsbesluit RZO

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Instellingsbesluit RZO

De Minister van Defensie,

Gelet op artikel 17 van het Veteranenbesluit (Stb. 2014, 221);

Besluit:

Het Besluit tot instelling van de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (Instellingsbesluit RZO) komt als volgt te luiden:

Artikel 1. Instelling

  • 1 Er is een Raad van toezicht en advisering ten behoeve van het civiel-militaire zorgsysteem voor de hulpverlening aan veteranen en het wetenschappelijk onderzoek naar aandoeningen gerelateerd aan uitzendingen, hierna te noemen: de Raad (RZO).

  • 2 De Raad is onafhankelijk adviseur van de Minister van Defensie.

Artikel 2. Samenstelling

  • 1 De Raad bestaat uit een voorzitter en maximaal 8 leden.

  • 2 De Raad wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris die, in overleg met de Raad, wordt aangewezen door de Hoofddirecteur Personeel van het Ministerie van Defensie.

  • 3 De voorzitter en leden van de Raad worden op voordracht van de Raad benoemd door de Minister voor een periode van vijf jaar. Zij zijn één maal herbenoembaar.

Artikel 3. Taken

  • 1 De Raad heeft de volgende taken:

    • a. Het bevorderen van de samenwerking tussen alle in het civiel-militaire zorgsysteem betrokken partijen.

    • b. Het bevorderen van de gewenste specialisatie van de betrokken partijen in het civiel-militaire zorgsysteem, opdat het gehele zorgsysteem alle benodigde expertise bevat en de partijen goed ten opzichte van elkaar functioneren.

    • c. Het houden van toezicht op het functioneren van het civiel-militaire zorgsysteem voor de hulpverlening aan veteranen.

    • d. Het naar aanleiding van bevindingen voortkomend uit de toezichthoudende taak geven van advies aan de Minister en aan de betrokken partijen.

    • e. Het monitoren van recente ontwikkelingen met relevantie voor het civiel-militaire zorgsysteem voor de hulpverlening aan veteranen.

    • f. Het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van aandoeningen gerelateerd aan uitzendingen.

  • 2 De Raad legt schriftelijk vast op welke wijze hij aan de in het eerste lid genoemde taken en bevoegdheden uitvoering geeft.

Artikel 4. Advies

  • 1 De Raad geeft in het kader van artikel 3 de Minister en het bestuur van het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV) gevraagd en ongevraagd advies.

  • 2 De Raad kan ten behoeve van de uitvoering van artikel 3 extern advies inwinnen.

  • 4 De Raad adviseert de minister over de benoeming van de voorzitter van het dagelijks bestuur van het LZV.

  • 5 De Minister treedt in overleg met de Raad indien hij voornemens is af te wijken van een advies van de Raad.

Artikel 5. Toezicht

  • 1 De minister respectievelijk het bestuur van het LZV verschaffen aan de Raad alle informatie die de Raad voor de uitvoering van zijn toezichthoudende taak nodig heeft.

  • 2 De Raad stelt bij het constateren van tekortkomingen in het functioneren van het LZV allereerst het bestuur Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV) hiervan in kennis.

  • 3 De Raad geeft daarbij aan welke stappen de Raad noodzakelijk acht om deze tekortkomingen te herstellen.

  • 4 Het bestuur van de LZV bericht de Raad binnen zes weken welke maatregelen zijn of worden genomen om de geconstateerde tekortkomingen te herstellen.

  • 5 Indien de Raad de maatregelen als onvoldoende aanmerkt, informeert hij de Minister hierover.

Artikel 6. Rapportage

De Raad brengt tweejaarlijks een schriftelijke rapportage uit over de activiteiten van de Raad over deze periode. Deze rapportage is openbaar.

Artikel 7. Vacatiegelden

  • 1 De voorzitter en leden van de Raad en de leden van de programma- en adviescommissie voor onderzoek worden bezoldigd op basis van de regeling Vergoedingen voor leden van commissies en adviescolleges Ministerie van Defensie (Aanwijzing SG A/975 van 5 april 2012).

Artikel 8. Slotbepalingen

  • 1 Het Besluit van de Staatssecretaris van Defensie van 5 juli 2007, P/2007012915, tot instelling van de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek wordt ingetrokken.

  • 2 Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 3 Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsbesluit RZO

Deze regeling wordt in de Staatscourant geplaatst.

De

Minister

van Defensie,

J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven