Luchthavenbesluit Volkel

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Besluit van 4 september 2015 tot vaststelling van een luchthavenbesluit voor de militaire luchthaven Volkel (Luchthavenbesluit Volkel)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van onze Minister van Defensie van 16 juni 2015, nr. BS2015012434, Directie Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 10.15 van de Wet luchtvaart;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 juli 2015, No.W07.15.0197/II);

Gezien het nader rapport van onze Minister van Defensie van 28 augustus 2015, nr. BS2015016446, Directie Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. extramurale opslag of verwerking: opslag of verwerking anders dan in een volledig afgesloten gebouw;

  • b. gebruiksjaar: de periode van een jaar die loopt van 1 januari tot en met 31 december;

  • c. recreatief burgerluchtverkeer: luchthavenluchtverkeer in de vorm van modelvliegen, motorsportvliegen, sleepvliegen of zweefvliegen, als bedoeld in artikel 20 van het Besluit militaire luchthavens;

  • d. uniforme daglichtperiode: het gedeelte van het etmaal tussen vijftien minuten voor zonsopgang en vijftien minuten na zonsondergang zoals geldt voor de positie 52°00' N en 05°00' O op zeeniveau;

  • e. vliegtuigbeweging: start of landing van een vliegtuig van of op de luchthaven;

  • f. wet: Wet luchtvaart.

Hoofdstuk 2. Het luchthavengebied en het beperkingengebied

Artikel 2.1

  • 1 Het luchthavengebied is het gebied dat als zodanig is aangewezen op de kaart in bijlage 1 bij dit besluit.

  • 2 Het beperkingengebied is het gebied dat als zodanig is aangewezen op de kaart in bijlage 2 bij dit besluit.

  • 3 Het beperkingengebied is samengesteld uit:

    • a. het gebied behorende bij de in artikel 4 van het Besluit militaire luchthavens genoemde grenswaarde van de geluidsbelasting van 35 Kosteneenheden, dat als zodanig is aangewezen op de kaart in bijlage 3 bij dit besluit;

    • b. het gebied waarbinnen maximaal toelaatbare hoogten gelden voor objecten in, op of boven de grond zoals dat voortvloeit uit artikel 3.2.2, dat als zodanig is aangewezen op de kaarten in bijlagen 4 en 5 bij dit besluit;

    • c. het gebied waarbinnen het verrichten of toelaten van een bepaalde activiteit binnen de in artikel 3.2.3 aangewezen categorieën niet is toegestaan, dat als zodanig is aangewezen op de kaart in bijlage 6 bij dit besluit.

Hoofdstuk 3. Functie en gebruik van de locatie

Paragraaf 3.1. Het luchthavengebied

Artikel 3.1.1

De locaties die zijn bestemd voor het banenstelsel van de luchthaven, de rolbanen, de vliegtuigopstelplaatsen, de hangars en vliegtuigshelters en de locaties die benodigd zijn voor de uitvoering van de taken en functies die zijn toegekend aan de militaire luchthaven Volkel, zijn als zodanig aangewezen op de kaart in bijlage 1 bij dit besluit.

Paragraaf 3.2. Het beperkingengebied

Artikel 3.2.1

De artikelen 5 tot en met 14 van het Besluit militaire luchthavens zijn van toepassing ten aanzien van de functie en het gebruik van de locaties zoals aangewezen op de kaart in bijlage 3 bij dit besluit. Op deze kaart zijn tevens aangewezen de gebieden behorende bij de waarden van de geluidsbelasting hoger dan 40, 45 en 65 Kosteneenheden.

Artikel 3.2.2

Artikel 16 van het Besluit militaire luchthavens is van toepassing ten aanzien van de maximaal toelaatbare hoogten van objecten in verband met de veiligheid van het luchthavenluchtverkeer, onderscheidenlijk de veiligheid van het landen van luchtvaartuigen met behulp van een instrument landingssysteem, op de locaties zoals aangewezen op de kaarten in bijlagen 4 en 5 bij dit besluit.

Artikel 3.2.3

  • 1 Op de locaties die zijn aangewezen op de kaart in bijlage 6 bij dit besluit is het verrichten of toelaten van een activiteit binnen de volgende categorieën niet toegestaan:

    • a. oppervlaktewateren met een oppervlakte van meer dan 3 hectare;

    • b. natuurbeschermingsgebieden en vogelbeschermingsgebieden;

    • c. vishouderijen met extramurale bassins;

    • d. extramurale opslag of verwerking van organisch materiaal;

    • e. afvalwaterzuiveringsinstallaties.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is het verrichten of toelaten van een activiteit toegestaan voor zover deze in overeenstemming is met een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 10.17, zesde lid, juncto artikel 8.9 van de wet.

  • 3 De verklaring van geen bezwaar wordt slechts afgegeven indien aan de hand van een door de aanvrager in te dienen fauna-effectstudie kan worden aangetoond dat het verrichten of toelaten van een activiteit niet leidt tot een toename van het risico op vogelaanvaringen voor het luchtverkeer van en naar de luchthaven.

  • 4 Aan de verklaring van geen bezwaar kunnen voorwaarden verbonden worden.

Hoofdstuk 4. Grenswaarden en regels voor het luchthavenluchtverkeer

Paragraaf 4.1. Grenswaarde en regels voor het militaire luchtverkeer

Artikel 4.1.1

Voor het militaire luchtverkeer geldt de in artikel 4 van het Besluit militaire luchthavens genoemde grenswaarde van de geluidsbelasting van 35 Kosteneenheden voor militair luchtverkeer, waarvan de geografische ligging is aangewezen op de kaart in bijlage 3 bij dit besluit.

Artikel 4.1.2

  • 1 De luchthaven is voor militair luchtverkeer geopend:

    • a. op maandag tot en met donderdag van de aanvang van de uniforme daglichtperiode tot 24.00 uur;

    • b. op vrijdag van de aanvang van de uniforme daglichtperiode tot 16.45 uur.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan gedurende de nachtelijke uren van maandag 00.00 uur tot vrijdag 07.00 uur door militair luchtverkeer worden gestart en geland ten behoeve van nationale of internationale oefeningen.

  • 3 Buiten de in het eerste lid genoemde openstellingstijden kan door militair luchtverkeer worden gestart en geland in geval van dringende operationele noodzaak.

Paragraaf 4.2. Grenswaarden en regels voor het burgerluchtverkeer

Artikel 4.2.1

  • 1 Voor het recreatief burgerluchtverkeer, met uitzondering van zweefvliegen en modelvliegen, geldt als grenswaarde een maximum van 500 vliegtuigbewegingen per gebruiksjaar.

  • 2 Voor zweefvliegen geldt als grenswaarde een maximum van 7.000 vliegtuigbewegingen per gebruiksjaar.

Artikel 4.2.2

  • 1 De luchthaven is voor recreatief burgerluchtverkeer geopend binnen de uniforme daglichtperiode, te rekenen vanaf 08.00 uur lokale tijd en indien geen militair luchtverkeer plaatsvindt.

  • 2 Op zondag en op christelijke feestdagen:

    • a. is sleepvliegen niet toegestaan vóór 12.00 uur;

    • b. vinden tussen 09.00 uur en 12.00 uur niet meer dan drie starts met een motorzweefvliegtuig plaats.

  • 3 De luchthaven is geopend voor het landen en starten van burgerluchtverkeer dat een algemeen maatschappelijk belang dient en dat volgens een vrijstelling als bedoeld in artikel 10.13 van de wet daartoe gerechtigd is.

Paragraaf 4.3. Afwijking van regels in verband met evenementen

Artikel 4.3.1

  • 1 De commandant van de militaire luchthaven kan ten behoeve van luchthavenluchtverkeer in het kader van een luchtvaartevenement op de luchthaven toestaan dat voor de duur van dat evenement wordt afgeweken van:

    • a. de dagen, genoemd in artikel 4.1.2, eerste lid, en van het eindtijdstip, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, van dat artikel;

    • b. artikel 4.2.2, met dien verstande dat geen luchthavenluchtverkeer plaatsvindt vóór de aanvang van de uniforme daglichtperiode.

  • 2 Ten behoeve van een evenement als bedoeld in het eerste lid staat de luchthaven binnen de voor het militair luchtverkeer geldende openstellingstijden eveneens open voor burgerluchtverkeer dat onderdeel uitmaakt van het betrokken evenement.

  • 3 Door de commandant van de luchthaven wordt mededeling gedaan aan de Commissie van Overleg en Voorlichting Milieu Luchthaven Volkel en lokale bladen van de dagen en uren waarop het luchtvaartevenement plaatsvindt.

Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5.1

Artikel 3.2.3, eerste lid, is niet van toepassing op het verrichten of toelaten van een activiteit voor zover deze activiteit rechtmatig is op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 5.2

Evaluatie van de milieueffecten van dit luchthavenbesluit als bedoeld in artikel 11.5 van het Omgevingsbesluit vindt plaats op de wijze, omschreven in bijlage 7 behorende bij dit luchthavenbesluit.

Artikel 5.3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 4 september 2015

Willem-Alexander

De Minister van Defensie,

J.A. Hennis-Plasschaert

Uitgegeven de achtste oktober 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Bijlage 7. Evaluatie- en monitoringsprogramma

Artikel 11.5 van het Omgevingsbesluit bepaalt dat de milieugevolgen van een besluit ten behoeve waarvan een Milieueffectrapport is opgesteld, geëvalueerd moeten worden. Deze bepaling geldt ook voor het luchthavenbesluit Volkel en is een verantwoordelijkheid van de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

Doel van de evaluatie is het bepalen van de daadwerkelijke effecten van de activiteit op het milieu door het verzamelen van gegevens over de feitelijke ontwikkeling van de milieubelasting van de luchthaven en de omgeving en het toetsen van de prognoses over de effecten van die activiteit in het milieueffectrapport, opdat zo nodig bijgestuurd kan worden.

De evaluatie zal onder de verantwoordelijkheid van het CLSK worden uitgevoerd, die over de resultaten daarvan rapporteert aan de Minister van Defensie.

De volgende punten dienen bij de evaluatie in kaart te worden gebracht:

  • de bijdrage van het luchtverkeer aan de geluidsbelasting zal vergeleken dienen te worden met de in het MER opgenomen vooronderstelde geluidsbelasting en de in de aanwijzing opgenomen geluidszone;

  • externe ontwikkelingen, maar ook nieuwe berekeningsmethodieken c.q. meetmethoden, welke relevant zijn voor de gekozen variant.

De volgende aspecten zullen in de evaluatie aan de orde dienen te komen.

  • voortschrijdende inzichten en waar mogelijk effecten op het gebied van milieu, inclusief geluidsbelasting, hinderbeleving, externe veiligheid en flora en fauna, in relatie tot de luchthaven en startende en landende vliegtuigen;

  • mogelijkheden om hinderbeleving in relatie tot ontwikkelingen in het vliegverkeer te monitoren door aan te sluiten bij de internationale standaard voor het meten van hinderbeleving conform ISO-15666:2002.

De evaluatie zal drie jaren na in werking treden van het besluit en aan de hand van actuele en beschikbare gegevens dienen plaats te vinden.

Naar boven