Besluit HSL-heffing 2015

Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 18-03-2015 t/m heden

Besluit van 3 maart 2015, houdende aanwijzing hogesnelheidsnet en vaststelling van regels voor HSL-heffing 2015 (Besluit HSL-heffing 2015)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 24 november 2014, nr. IenM/BSK-2014/248736, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 62, tweede en achtste lid, van de Spoorwegwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 december 2014, nr. W14.14.0436/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 februari 2015, nr. IenM/BSK-2014/274968, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

Als hoofdspoorweginfrastructuur in de zin van artikel 62, tweede lid, van de Spoorwegwet wordt aangewezen de volgende hogesnelheidslijnen, die zijn uitgerust voor snelheden van gewoonlijk ten minste 250 km per uur:

  • a. Hoofddorp – Rotterdam West;

  • b. Barendrecht – Belgische grens.

Artikel 3

  • 1 De gerechtigde en de beheerder komen een HSL-heffing overeen gelijk aan het tarief per HSL-kilometer, bedoeld in artikel 4, eerste lid, vermenigvuldigd met het aantal HSL-kilometers van de gerechtigde. Daarvan blijven buiten beschouwing de HSL-kilometers die zijn toe te rekenen aan:

    • a. paden die de gerechtigde geheel of gedeeltelijk niet heeft kunnen gebruiken ten gevolge van het buiten gebruik zijn van enig deel van de spoorweginfrastructuur, bedoeld in het tweede lid, onder a;

    • b. paden die de gerechtigde vanwege door de beheerder ingestelde snelheidsbeperkingen, in verband met infrastructurele defecten van het hogesnelheidsnet, slechts met een vertraging van meer dan tien minuten heeft kunnen gebruiken;

    • c. paden die de gerechtigde gebruikt ten behoeve van uit te voeren werkzaamheden op of aan hoofdspoorwegen op aanwijzing van de beheerder of ten behoeve van het beheer van hoofdspoorwegen.

  • 2 Het overeenkomstig het eerste lid berekende bedrag wordt verminderd met de door de gerechtigde verschuldigde vergoeding voor:

    • a. diensten ten behoeve van:

      • het gebruik van het hogesnelheidsnet;

      • het aansluitende gebruik van de hoofdspoorweginfrastructuur en stations tussen Hoofddorp en Amsterdam;

      • het aansluitende gebruik van de hoofdspoorweginfrastructuur en stations tussen Rotterdam West en Barendrecht;

      • het aansluitende gebruik van de hoofdspoorweginfrastructuur en het station tussen het hogesnelheidsnet en station Breda;

      • het aansluitende gebruik van hoofdspoorweginfrastructuur en stations tussen Rotterdam West en Amsterdam voor een internationale treindienst;

    • b. opstel- en rangeervoorzieningen ten behoeve van de treindiensten, bedoeld in onderdeel a;

    • c. reserveringsheffing ten behoeve van de treindiensten, bedoeld in onderdeel a;

    • d. de verspreiding van reisinformatie over de treindiensten, bedoeld in onderdeel a, zoals in rekening gebracht door de partij die met het verzorgen daarvan is belast.

Artikel 4

  • 1 Het tarief per HSL-kilometer is in elk kalenderjaar gelijk aan de bedragen, bedoeld in het tweede lid, gedeeld door het totaal aantal HSL-kilometers van alle gerechtigden in dat kalenderjaar.

  • 2 De bedragen zijn:

    € 62,2 miljoen in het kalenderjaar 2015;

    € 63,8 miljoen in het kalenderjaar 2016;

    € 72,6 miljoen in het kalenderjaar 2017;

    € 80,3 miljoen in het kalenderjaar 2018;

    € 86,1 miljoen in het kalenderjaar 2019;

    € 91,7 miljoen in het kalenderjaar 2020;

    € 97,2 miljoen in het kalenderjaar 2021;

    € 100,8 miljoen in het kalenderjaar 2022;

    € 104,4 miljoen in het kalenderjaar 2023;

    € 123,7 miljoen per kalenderjaar vanaf 2024.

  • 3 De in het tweede lid genoemde bedragen zijn uitgedrukt in het prijspeil van 2010 en worden ieder opvolgend kalenderjaar gewijzigd volgens de prijsindex voor de gezinsconsumptie van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 5

De gerechtigde is de HSL-heffing, bedoeld in artikel 3, verschuldigd per 1 februari na afloop van het kalenderjaar waarop de HSL-heffing betrekking heeft op basis van een door de beheerder na afloop van dat kalenderjaar te maken prognose. Zodra de HSL-heffing definitief vaststaat, wordt het te veel of te weinig betaalde verrekend.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 3 maart 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

W.J. Mansveld

Uitgegeven de zeventiende maart 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie,

S.A. Blok

Naar boven